null Beeld

Roland Van Campenhout in de AB

‘The devil has all the best tunes’, zingt Roland Van Campenhout op zijn nieuwe plaat. Met een beetje verbeelding zag je tijdens de live-voorstelling van ‘Folksongs From A Non-Existing Land’ dan ook twee hoorntjes uit zijn schedel oprijzen.

ds

Een kwajongen van 74 is hij intussen. En ook al omspant zijn carrière al ruim een halve eeuw, Roland blijft een muzikale vrijbuiter die het niet zo begrepen heeft op stilistische grenswachters. Zijn roots liggen dan wel in folk, jazz en blues, maar hij maakt net zo goed uitstapjes naar elektronica of psychedelische muziek en dompelt zich onder in Afrikaanse of Aziatische tradities. Zijn nieuwgierigheid en zijn rusteloze natuur houden hem jong en vitaal. De man staat nooit stil: hij vertikt het zich in comfortabele zekerheden te nestelen en blijft zich voortdurend ontwikkelen.

Hoeveel langspelers hij al heeft afgescheiden is het soort quizvraag waar geen mens het antwoord op weet. In weerwil van zijn luie reputatie is Roland –yep, in Vlaanderen kan hij het, net als Arno, probleemloos zonder achternaam stellen– opvallend productief. Sinds zijn samenwerking met Mauro Pawlowski op ‘New Found Sacred Ground’, bracht hij, samen met de Duitse songwriter en slidegitarist Richard Bargel, nog ‘Just Another Place in the Universe’ uit en volgende week verschijnt alweer ‘Somewhere in the Mountains’, een dubbelaar vol ‘kitchen recordings’, aangevuld met een dvd. Tja, wie beseft dat hij niet over het eeuwige leven beschikt, wacht beter niet tot morgen om zijn lijstje met plannen en voornemens af te werken.

Ook op ‘Folksongs From A Non-Existing Land’ schildert Roland weer een muzikaal landschap dat uitsluitend in zijn verbeelding bestaat. Qua sfeer doet de plaat ons bij momenten een beetje denken aan zijn werk met The Last Tribe, zo’n kleine dertig jaar geleden. Drie van de zeven nummers zijn (zo goed als) instrumentaal, de exotische sfeer en vrije vorm primeren en ook dit keer werpt onze held zich weer op als een muzikale wereldburger: de tracks zijn door een Australiër gemixt in Tokio, verraden Oriëntaalse invloeden maar blijven net zo ongrijpbaar als een eend na een zwempartijtje in een ton olie.

In de ABClub dienden de songs slechts als uitgangspunt voor uitgesponnen improvisaties. Roland nam de toeschouwer mee op een geestverruimende trip en werd daarbij geassisteerd door een zeskoppige band die gedeeltelijk overlapte met PJDS. We herkenden bijgevolg Pieter Jan De Smet, Frederik Segers (allebei op gitaar) en Mirko Banovic (op bas), maar ook oude getrouwen zoals drumveteraan Tony Gyselinck en multi-instrumentalist Nils De Caster, die zich afwisselend over een viool, mandoline en lapsteel boog. Door de aanwezigheid van een sitarspeler kregen sommige stukken haast de allure van een bezwerende mantra.

Op een bepaald moment ruilde Roland zijn akoestische gitaar voor een dobro en joeg hij middels bluesy slide-verrichtingen al zijn duivels uit. ‘Wari Mashi Ta (Stitch By Stitch)’ was voorzien van een cryptische tekst die duidelijk bestoven leek door de Beats, maar tegelijk blijk gaf van een ecologisch bewustzijn: ‘The dolphins & the whales, they bring the plastic back to the shore’. Hoewel ‘Lies for Sale’ op een even aanstekelijke als repetitieve r&b-groove was gespijkerd, lieten de hybride songs lieten zich moeilijk beschrijven. Voor muzikale raszuiverheid was je bij Roland nu eenmaal aan het verkeerde adres.

Zo was ‘Pack Up Your Sorrows’, in 1965 geschreven door Richard Fariña en diens schoonzus Pauline Marden, verpakt als Keltische folk, maar gedrapeerd over een aanstekelijke Bo Diddley-beat. Zelf ging Roland hier voor de gelegenheid te keer op een mountain dulcimer uit de Appalachen. Dat hij als zanger niet altijd even toonvast klonk, zagen we met plezier door de vingers. Alles stond in het teken van interactie en speelplezier, het maakte dus geen donder uit als iemand eens een steekje liet vallen. Toen Roland ‘Smile From the Heart’ wilde inzetten en met technische problemen te kampen kreeg – scheelde er iets aan het snoer van zijn gitaar? Liet de batterij van zijn pick-up het afweten?– werden die bijvoorbeeld door zijn medemuzikanten zonder te verpinken opgevangen.

‘Swamp Adversity’ klonk alsof het minstens een jaar in de bayou had liggen weken en was doordrongen van de geest van Tony Joe White. Enig gevoel voor surrealisme was Roland overigens niet vreemd. Zo had hij het over ‘A thick cloud of semen hanging above Angola state prison’. Er was echter ook ruimte voor schrijnwerkershumor met een filosofisch randje: ‘If your only tool is a hammer / Every problem has to look like a nail’. Intussen citeerde De Caster met zijn strijkstok doodleuk een stukje uit ‘Suds & Soda’.

Eén keer verscheen Roland in zijn eentje op het podium, met het oog op ‘Liesje van Izegem’, een instrumentale ode aan zijn kat. Tijdens de afsluiter rolde de band dan weer een tribaal ritme uit, waarover de Meester een nonsensicale Franse tekst declameerde. ‘Welke kleur heeft een zwarte?’ was slechts één van de raadsels die de zelfverklaarde 'witte neger uit Boom' het publiek voor de voeten wierp.

Goed, de Amerikanen hebben Ry Cooder en Captain Beefheart, maar wij hebben Roland, a legend in his own right.

Ruilen is voorlopig niet aan de orde.

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234