viroloogron fouchier
Ron Fouchier: ‘Met onze manier van leven, bijvoorbeeld hoe we omgaan met dieren, is het onvermijdelijk dat dit soort virussen zich wereldwijd verspreiden’
Hij dineerde regelmatig met de corona-adviseur van Donald Trump en figureert in de bestseller ‘Inferno’ van Dan Brown. Maak kennis met Ron Fouchier, een van de belangrijkste virologen van Nederland. Zijn boodschap: als je weet dat er een pandemie aankomt, bereid je dan ook vóór. En: onze veehouderij moet écht op de schop.
In de hele nieuwsstorm rond het coronavirus klinkt de stem van Ron Fouchier - hij is hoogleraar moleculaire virologie aan het Erasmus MC in Rotterdam - nog nauwelijks.
Dat heeft twee redenen. Ten eerste houden andere collega’s van het Erasmus zich specifiek bezig met het onderzoek naar het coronavirus, en die wil hij niet voor de voeten lopen. Ten tweede vindt Fouchier ‘praatprogramma’s een slecht medium voor wetenschapscommunicatie, omdat feiten en meningen daar met elkaar verward worden’, meldt hij per e-mail. Maar: ‘Tot een goed interview ben ik altijd bereid.’
Dierproeven voor coronavaccin
Denk niet dat Fouchier zijn tijd vult met veel anders dan corona: hij is er zeven dagen per week mee bezig. Zo beoordeelt hij onderzoeksvoorstellen en wetenschappelijke publicaties en is hij lid van een adviescommissie voor een internationale databank, waar informatie over Covid-19 wordt gedeeld.
Ook ontwikkelt Fouchiers team diermodellen in het Rotterdamse dierproevenlaboratorium. ‘We krijgen straks verzoeken uit de hele wereld om coronamedicijnen en –vaccins te testen. Sommige ontwikkelaars zouden de stap van dierproeven graag overslaan. Daar ben ik erg huiverig voor. Van sommige vaccins tegen coronavirussen is bekend dat ze de infectie juist kunnen verergeren. Daarom moet je uiterst zorgvuldig zijn’
- Wanneer had u in de gaten dat er in China iets serieus aan de hand was?
FOUCHIER «Ik was op vakantie toen er in december rumoer ontstond in infectieziektenland. Er waren geruchten dat mensen ziek waren geworden, en dat dat te maken had met een dierenmarkt. In de loop van december werd duidelijk dat het om een coronavirus ging dat via de luchtwegen overdraagbaar zou zijn. Dan gaan bij een viroloog alle alarmbellen rinkelen.»
- Bent u verrast door de pandemie die volgde?
FOUCHIER «Nee. We weten nooit exact welk virus het volgende is dat op ons af gaat komen. Maar dat er een pandemie aankwam, was geen verrassing. Met onze manier van leven, bijvoorbeeld hoe we omgaan met dieren, is het onvermijdelijk dat dit soort virussen zich wereldwijd verspreiden.»
- Zijn er de laatste decennia dan meer gevaarlijke virussen dan vroeger?
FOUCHIER «Nee, dat denken we niet. Omdat de wetenschap stappen maakt, merken we wel steeds meer virussen op. En zoals ik al zei: door onze manier van leven kunnen ze zich makkelijker verspreiden. Vroeger maakte een enkel virus misschien maar een paar slachtoffers. Nu zijn het er al snel veel meer.»
- Kun je voorspellen hoe vaak je met een grote uitbraak van een virus te maken krijgt?
FOUCHIER «Pandemieën van luchtweginfecties als griep- en coronavirussen kennen een patroon. Bij elke virusfamilie is dat patroon weer anders. Van griep weten we dat er gemiddeld eens in de 25 á 30 jaar een pandemie uitbreekt. In 2009 was de laatste, dus het zou nu weer even kunnen duren. Maar na de pandemie van 1957 kregen we er een in 1968, dus je weet het niet zeker.»
- Wat is het patroon van corona?
FOUCHIER «We schatten dat de laatste pandemie ongeveer 140 jaar geleden moet zijn geweest. Verder weten we weinig: ze is destijds niet als zodanig herkend, omdat de wetenschap en gezondheidszorg op een veel lager niveau stonden. Die laatste pandemie werd veroorzaakt door een van de vier coronavirussen die we nu nog bij ons kunnen dragen. De drie andere zijn afkomstig van de pandemieën daarvóór.»
- Kun je door zo’n stokoude pandemie ook nog steeds ziek worden, of zelfs overlijden?
FOUCHIER «Ja, dat kan. Maar er wordt niet op getest, omdat je er niet veel aan kunt doen. Er zijn veel verkoudheden waardoor een oud of kwetsbaar iemand geveld kan worden. Dit is er een van. De huidige coronapandemie zal later een zelfde soort leven gaan leiden, verwacht ik.»
- Had een soortgelijk coronavirus ook in Nederland of België kunnen ontstaan?
FOUCHIER «Zeker. In 2012 troffen onderzoekers van het RIVM bij Nederlandse vleermuizen een virus aan dat sterk verwant was met MERS (waaraan sinds 2012 wereldwijd 640 mensen overleden, red.). Vleermuizen staan erom bekend dat ze veel verschillende virussen bij zich kunnen dragen. Coronavirussen kunnen door vleermuizen op andere dieren worden overgedragen. Heel soms kan het muteren in een virus dat overdraagbaar is op mensen. In Nederland heb je ook veel vleermuizen.»
- En veel andere dieren.
FOUCHIER «Ja. We hebben een ongelooflijke voorraad vee, plus onze huisdieren. Daardoor zijn we gevoelig voor virussen. Dat zie je bij ons pluimvee: daar waart tientallen keren per jaar een vogelgriepvirus rond. En neem onze varkenspopulatie, die is echt ridicuul hoog. Als daar een rare infectieziekte uitbreekt, kan dat grote gevolgen hebben.»
- Dus de intensieve veehouderij is een potentieel gevaar?
FOUCHIER «Absoluut. Nederland en België zijn vol met gastheren die een virus over kunnen dragen.»
- Zijn we ook niet gewoon met te veel mensen?
FOUCHIER «Wat je kunt vaststellen, is dat je met veel mensen die dicht op elkaar wonen en niet immuun zijn, heel snel een virus kunt verspreiden. Maar daar kun je iets tegen doen. Als je afstand houdt, elkaar niet onnodig aanraakt, op je hygiëne let, dan gaat het minder snel.»
- Onze sociale gebruiken passen niet meer, in deze wereld?
FOUCHIER «Misschien. Maar het begint allemaal bij de dierenpopulatie. Ik zeg niet dat we meteen allemaal vegetariër moeten worden. Maar de manier waarop we nu massaal dieren houden, is hoogst onverstandig. We zijn gewend om in de supermarkt een kip van een paar euro te kopen. Dat gaat ten koste van de kwaliteit en veiligheid. We kunnen heus wel iets doen om dit soort drama’s te voorkomen. Je kunt investeren in diagnostiek, structureel controleren of je vee gezond is, of het vee vaccineren. Maar dat is een kostenpost.»
- Wat kun je nog meer doen om je voor te bereiden op een pandemie?
FOUCHIER «Ervoor zorgen dat je zorgsysteem op orde is. Dat is in het verleden een keuze geweest, de zorg is actief uitgekleed. Er zijn draaiboeken gemaakt voor een pandemie. Daaruit blijkt gewoon dat je het qua zorg niet redt, als er bijvoorbeeld niet genoeg IC-bedden zijn. Dan is het onbegrijpelijk dat je daar als overheid niets aan hebt gedaan.»
- En verder?
FOUCHIER «Ook in vaccins is niet geïnvesteerd. Ten tijde van de eerdere corona-uitbraken, SARS en MERS, zijn er interessante kandidaten voor vaccins en medicijnen geweest, die je al had kunnen doorontwikkelen. Dat is niet gebeurd. Anders was je nu al een stuk verder geweest. Je kunt ook kiezen voor een generiek vaccin. In de VS zijn ze daar serieus mee bezig, voor griep. Daar worden miljarden in geïnvesteerd. Het is een zaak van de lange adem, maar binnen tien, twintig jaar kun je zo’n vaccin hebben, daar ben ik van overtuigd. Stel dat er straks een vogelgrieppandemie uitbreekt. Dan heeft de VS misschien bijna een vaccin klaar, maar Europa zeker niet. Ik kan je wel voorspellen wat er dan gebeurt. America First.»
Met dat land had Fouchier nog eens een akkefietje. Aan het begin van dit decennium kreeg de viroloog het in zijn Rotterdamse lab voor elkaar om de gevaarlijke vogelgriepvariant H5N1 zo te veranderen dat zoogdieren elkaar er mee konden besmetten. De Amerikaanse regering - ook de Nederlandse trouwens - wilde publicatie van zijn onderzoek in het wetenschappelijke tijdschrift Science verbieden. Uiteindelijk verscheen het artikel via een door staatssecretaris Henk Bleker afgegeven exportvergunning toch.
FOUCHIER «Ze waren bang dat de kennis misbruikt zou worden door schurkenstaten en terroristen. Ik was van mening dat publicatie fundamenteel was voor de volksgezondheid. En ik denk ook dat dat is gebleken. Toen er in China een paar jaar later een nieuwe variant van het vogelgriepvirus uitbrak, hebben ze dat binnen een dag met de rest van de wereld gedeeld. Normaal zijn de Chinezen daar niet zo snel mee, weten we. Ik denk dat ze door ons onderzoek gezien hebben hoe eenvoudig zo’n virus kan muteren tot een echt gevaarlijke variant.»
- Ik las in NRC dat uw naam als enige echt bestaande wetenschapper voorkomt in ‘Inferno’, een van de thrillers van Dan Brown.
FOUCHIER «Dat had natuurlijk met dat gedoe te maken. Ik kreeg er veel reacties op. Maar ik ben geen fan van het werk van Dan Brown, dus heb het boek verder niet gelezen.»
- U had in die periode regelmatig contact met Anthony Fauci, de kleine bebrilde man die nu president Trump adviseert rond de coronacrisis. Kent u hem goed?
FOUCHIER «Ja, ik heb destijds heel wat etentjes met Fauci gehad om plooien glad te strijken. Hij stond vanaf het begin aan mijn kant, overigens. Of ik hem nu vaak spreek? Nee, hij heeft het druk. Hij moet Trump overtuigen om de juiste maatregelen te nemen tegen het virus. Dat kost energie genoeg, vermoed ik.»
(AD)