Ry Cooder - My Name Is Buddy
Al in 1976 werd Ry Cooder door Humo's toenmalige recensent Karel De Knagger een muziekhistoricus genoemd. Cooder was toen net terug van Hawaï, waar hij met plaatselijke muzikanten 'Chicken Skin Music' (letterlijk: kippenvelmuziek) was gaan opnemen.
Pas vanaf 1993 echter zou Cooder voltijds de wereld rond gaan trekken om platen op te nemen met schandalig vergeten meestermuzikanten. Zie 'A Meeting by the River', Ganges-deltablues met V.M. Bhatt, 'Buena Vista Social Club' uiteraard, en 'Mambo Sinuendo' met Manuel Galbán.
undefined
Twee jaar geleden kwam Cooder aanzetten met 'Chávez Ravine', een conceptplaat over een latinowijk in Los Angeles die jaren geleden ter verrijking van vastgoedmakelaars met de grond gelijk werd gemaakt. Een tussendoortje leek het, maar met 'My Name Is Buddy' gaat hij verder op de ingeslagen weg. 'Chávez Ravine' kreeg als ondertitel mee: 'A Record by Ry Cooder'. Op de hoes van 'My Name Is Buddy' staat: 'Another Record by Ry Cooder'. Weer een conceptplaat dus, zij het iets minder zwaar op de hand dan de vorige.
'My Name Is Buddy' doet het verhaal van Buddy Red Cat, Lefty Mouse en Reverend Tom Toad op hun tocht door een lang vervlogen Amerika. Het Amerika van J. Edgar Hoover, mislukte oogsten, vakbonden, stakingen en train hopping. Het Amerika van Leadbelly, Sleepy John Estes en Woody Guthrie. Hoover krijgt in 'J. Edgar' zelfs een hoogstpersoolijke en vernietigende ode toegedicht: 'J. Edgar, J. Edgar, just look what you've done / You ate up the cherry pie that was for everyone.' Door die linkse vakbondsthematiek - 'Red Cat till I Die' gaat bijvoorbeeld veel minder over poezen dan men aanvankelijk vermoedt - doet 'My Name Is Buddy' vooral denken aan Cooders eerste twee platen. Het is geen toeval dat een hoop goed volk uit die tijd (Van Dyke Parks, meesterdrummer Jim Keltner, Pete en Mike Seeger, Flaco Jimenez) nu opnieuw een handje komt helpen.
't Is gelukkig niet al tegenslag en onrust wat de klok slaat, af en toe mag er ook gelachen én gedronken worden. Op één van zijn tochten komt Buddy - Ry Cooder, we presume - niemand minder dan Hank Williams tegen, en Lieve Heer, wat waren wij daar graag bij geweest. Gelukkig maakt de song, simpelweg 'Hank Williams' geheten, veel goed. Het is pure Hank Williams, op de baspartij van 'Guus kom naar huus': 'You really don't / Know Hank Williams like I do / To you he's just a legend / To me he's still a friend' .
'My Name Is Buddy' is een plaat waarop meesterlijk wordt gemusiceerd, maar die toch alles bevat wat wij zo fijn vinden aan onnozele muziek. 'Footprints in the Snow' (Flaco Jimenez aan de accordeon) is een carnavalskraker van het zuiverste water, zo eenvoudig als zijn titel voorspelt maar met een tekst recht uit de notitieboeken van Hemingway. 'Sundown' is, gelooft u het maar, een volwassen versie van 'Chocolate Salty Balls' van Chef, en 'Green Dog', wat ons betreft het absolute hoogtepunt van een meesterlijke plaat, is Chet Baker op bezoek bij Daniel Lanois terwijl de geesten van Sinatra en Richard Pryor bij het raam een glas whisky drinken.
Cooder sluit af met 'There's a Bright Side Somewhere', zijn hoogstpersoonlijke 'This Land Is Your Land', met één van de zeer zeldzame streepjes slidegitaar die hij ons op 'My Name Is Buddy' gunt. Sta ons toe af te sluiten met dezelfde woorden als De Knagger ruim dertig jaar geleden. Geen muziek voor beginners of liefhebbers van volume en vuurwerk: gewoon een nieuwe Ry Cooder, die naam waardig.