Saint-Amour: Saskia de Coster kan eindelijk haar ei kwijt
'Ik ben een kleine God. Ik weet gewoon alles!" Saskia de Coster, de Slimste Mens ter Wereld.
Dinsdag 6 februari 11.15u., een kwartier te laat, stapt ze café Greenwich binnen, Brussels beroemdste schakerscafé. Ik herken haar en haar laarzen meteen van 'De slimste mens'. Saskia de Coster (31) meent mij te herkennen in een oud mannetje van een jaar of zeventig dat haar uitnodigend bekijkt. Ik herstel de vergissing beleefd, waarna ik meteen lezing geef uit de Verzamelde Prints 'Commentaren op Saskia', zoals ze de afgelopen weken op de Wild Site en het wijdere net te lezen waren.
'SDC. Sexy, Deernig, Clever.' (Tik Rorfs).
'Nu ze uit de slimste mens ligt, heeft ze misschien tijd om te poseren voor de humo-cover.' (Boy).
'Wist u trouwens dat Saskia de Coster uit 'De slimste mens' eigenlijk een schrijfster is? Van drie boeken al: 'Vrije val', 'Jeuk' en 'Eeuwige roem.' (Stijn).
De tijd is nu rijp, denk ik, om haar te vragen naar haar allereerste levensherinnering.
SASKIA DE COSTER « Ik heb het gevoel dat mijn geboorte niet mijn komst in de wereld was; daarvóór al kon ik de wereld vanop enige afstand waarnemen, met een vlies tussen mij en de werkelijkheid. Nog in de buik van mijn moeder wist ik wat er allemaal gebeurde en had ik een onwaarschijnlijk inzicht in de wereld.»
HUMO (lacht)
DE COSTER « Echt waar! Ik probeer je eerlijk te antwoorden.»
HUMO Ik probeer ook eerlijk te reageren.
DE COSTER « Oké (lachje), maar zo herinner ik het me dus wel: ik kon alles zien, alles controleren. Met de jaren heb ik moeten vaststellen dat ik de wereld steeds minder kon sturen.»
HUMO 'Ik lag in de wieg woorden in de lucht te schrijven maar die werden niet opgevangen,' zei je eens.
DE COSTER « Van jongsaf wou ik overal merktekens aanbrengen; in een zandbak, op de muur, ik liet overal boodschappen achter. Zo abnormaal is dat niet: ik ken een jongetje dat overal Post-itjes achterlaat.»
HUMO Van graffiti-baby tot schrijfster: het lijkt een logische ontwikkeling.
DE COSTER « Hebben niet alle baby's zo'n ambitie: dát wil ik doen? Anders zouden baby's toch massaal zelfmoord plegen? Schrijven is heel essentieel en natuurlijk voor mij, niet iets waar ik ooit bij stil hoefde te staan: 'Wat zullen we nu eens gaan uitrichten in het leven? Misschien eerst iets in de reclame, en dan bij de literatuur uitkomen?' Zo werkt het bij mij niet: ik zou gaan schrijven, dat was zo duidelijk als wat. Ik moest alleen nog alles wat dat schrijven in de weg kon lopen aan de kant zien te schuiven.»
Een kleine God
HUMO Voelde je je een speciaal kind?
DE COSTER « Ja. Ik had heel sterk een dubbel gevoel. Enerzijds: 'Ik ben een kleine God, ik weet gewoon alles!' Ik had bijvoorbeeld de wens mijn eigen Bijbel te schrijven, want de bestaande Bijbel was toch maar een samenraapsel van teksten, dat moest veel simpeler kunnen. Aan een paar woorden zou ik genoeg hebben, dat wist ik wel zeker. Dat verlangen de mensheid eens iets te vertellen was er duidelijk - een moment van goddelijke aspiratie, een soort predikantenrol. Maar anderzijds voelde ik me de outcast, het vervelende element. Een populaire trien ben ik nooit geweest, wil ik ook niet zijn, zo'n Isabelle A, die overal toegejuicht wordt, om wie altijd een leuk sfeertje hangt.»
HUMO Je was, zoals Babs in je boek 'Eeuwige Roem', het meisje dat aan een Boek vol Wijsheid zat te schrijven?
DE COSTER « Ik schreef heel veel schriftjes vol. Op de dorpsschool in Linden moesten we in het derde leerjaar een dagboek bijhouden. 'Die juf wil erachter komen wat er in dat gezin van ons allemaal gebeurt,' dacht ik, 'ze zal het geweten hebben!' En ik schreef en ik schreef, elke dag een schrift vol: 'Hier, lees maar!' Zo ontdekte ik dat ik meegevoerd werd door wat ik schreef.»
HUMO Wat gebeurde er zoal in dat gezin, allicht in een stukje verkavelings-Vlaanderen, jaren tachtig?
DE COSTER « We woonden echt in een verkaveling, ja, een bos had ervoor moeten wijken. De professoren van Leuven troepten er samen, een beschermd milieu. Mijn vader was directeur van een softwarebedrijf - een boerenzoon die opgeklommen was, een handelsingenieur, studies in Berkeley; mijn moeder was enig kind van de landmeter en schoolmeester van het dorp, heeft ook gestudeerd, rechten en notariaat. Ze zijn nogal conservatief, ze hebben veel moeite met wat ik allemaal doe, en dáár heb ík dan weer moeite mee.»
HUMO Je werd streng opgevoed?
DE COSTER « Ja, mijn ouders hadden zo hun gevoel van rechtvaardigheid, of eerder fatsoen - ontzag voor dingen die van generatie op generatie worden doorgegeven. Ik heb twee zussen en een broer, die gedroegen zich keurig. Met mij wisten ze niet goed wat aan te vangen - 'Moeten we met dat kind niet naar de psychiater? - en vanuit die onzekerheid waren ze dan maar extra streng.»
HUMO Op welke leeftijd leek je rijp voor de psychiatrie?
DE COSTER « Op mijn vijf of zoiets? Laten we zeggen: van toen ik met mijn Schotse rok in de prikkeldraad ging hangen, omdat hij mij niet aanstond (lachje).
» Ik behoorde tot geen enkele groep. Ik had wel sympathie voor de punkers, vooral voor hun muziek, maar de conventies die ze deelden, de hanenkammen en zo, wekten mijn lachlust op. Je had wel kliekjes op school, maar ik viel zowat overal tussen. (Lacht) Zielig, hé?»
HUMO Je personage Babs in 'Eeuwige roem' ervaart de school als een concentratiekamp.
DE COSTER « De terreur die men op kleine kinderen uitoefent vond ik zelf echt onwaarschijnlijk. We moesten altijd dingen doen waarmee ze ons wilden platstampen, één brei wilden ze van ons maken. Ik zag hoe al die kinderen zich op elkaar afstemden, zichzelf verloren, waardoor er één soort beest ontstond. Dat boezemde me angst in. Iedereen ging witte kousen dragen, of plakoorbellen, omdat iemand daarmee begonnen was. Die drang om in een groep op te gaan heb ik nooit begrepen.»
(ms)
undefined
Lees ook de Valentijnsblog van Saskia de Coster en Bent Van Looy