Santigold - Master of My Make-Believe
Mocht iemand ons vragen om de Ultieme Plaat van de Voorbije Tien Jaar te verkiezen, dan maakt 'Santogold' van Santigold (toen ze in 2008 verscheen luidde de artiestennaam van Santi White nog Santogold) veel kans om de hoofdvogel af te schieten.
Vanwege de perfecte mix tussen nieuwerwets knallende beats en gitaren. Vanwege de warmbloedige party vibes én de steenkoude melancholie.
En vooral vanwege de songschrijfkunsten en de stem van Santi White zelf, wapens die ze sindsdien al meermaals in stelling bracht bij anderen - Jay-Z, Kanye West, de Beastie Boys, Spank Rock en onlangs nog Amadou & Mariam.
Eén vraag kwam bij ons op toen we met haar nieuwe plaat 'Master of My Make-Believe' begonnen te leven: heeft ze haar kruit elders verschoten?
Enfin: alle song klinken top, zoals te verwachten viel met toppers als Diplo, Switch, Dave Sitek van TV On The Radioen Nick Zinner van de Yeah Yeah Yeahs in het producerszadel. 'GO!' marcheert elegant maar kordaat binnen, het prachtige 'Disparate Youth' loodst de luisteraar mee onder een donsdeken waar twee geliefden - de stralende lentezon die hen overal leek te volgen is nergens te bespeuren, aan de einder pakken donkere wolken samen - elkaar fluisterend moed inpraten: 'Oh we said our dreams will carry us / And if they don't fly we will run'.
Ook 'God From the Machine' kronkelt zich nog aangenaam het gehoor in. Maar dan lijkt de veer al gebroken: 'Fame' knettert en loeit wel naar behoren, maar na vier beluisteringen gingen we ons afvragen of producer Sitek met het polijsten van alle oneffenheden ook per ongeluk de hooks had verwijderd.
'Freak Like Me' lijkt nauwelijks nog te kunnen ademen onder die glanslaag; 'Look at These Hoes' paradeert met veel schwung, maar bij nader inzien gaat de song gekleed in een teeny weeny pink bikini: het ene oor in, het andere uit.
Die slome reggaevibe in 'Pirate in the Water' bleef evenmin aan onze ribben kleven, laat staan dat ze er doorheen kon priemen.
Met 'The Keepers' lijkt White zich te herpakken: 't is een mooie (zij het ietwat vlakke) popsong met een refrein dat wél blijft hangen. En slotnummer 'Big Mouth', waarvoor ze versterking krijgt van de Portugese kuduro-crew Buraka Som Sistema, is meer dan uitstekend: terwijl de beats knallen, lost White - every inch a lady - een paar met goudverf gekleurde rubberkogels in de richting van vuilbekkende jonge veulens als Azealia Banks. Tenminste, dat horen wij erin. Een mens moet érgens in geloven.