BOEK★★★½☆
Sciencefictionlezers aller landen kunnen zich verheugen op de nieuwe roman van Andy Weir
Sciencefictionlezers aller landen blazen op hun feesttoeters, want er ligt een nieuw boek van Andy Weir in de rekken – de man van de bestseller ‘The Martian’, die is verfilmd met Matt Damon als eenzame Marsbewoner. Nu ontwaakt een astronaut als enige overlevende op zijn schip met acuut geheugenverlies. Geen bijster originele plot, maar de uitwerking is even geslaagd als diepgaand.
Scifi-fanaten kunnen zich vreselijk ergeren aan ontoereikende research en feitelijke fouten, maar in dit boek zal zelfs de meest pedante nerd daar geen last van hebben: Weir heeft hallucinant veel huiswerk gedaan om elk detail te laten kloppen – geen sinecure in een monoliet van 560 pagina’s. Die lengte is een stille getuige van zijn enorme zelfvertrouwen (of omvangrijke ego?), dat hem in zijn tweede boek zuur opbrak – ‘Artemis’ was relatief gezien veel minder sterk – en de lezer wordt ook tot een trager tempo gedwongen. De vele verklaringen van wetenschappelijke fenomenen maken het boek hier en daar uitleggerig en drukken de plot soms naar de achtergrond, en Weir is stilistisch gezien op zijn zachtst gezegd oninteressant. Maar hij heeft binnen het genre een krachttoer van formaat geleverd: een epische lofzang op het oneindige vernuft van de menselijke soort, en ook gewoon een sterk verhaal.