Serie: Hollands Hoop
‘Hollands hoop’, dat is niet Arjen Robben, noch Otto-Jan Ham – zelfs niet fotomodel Doutzen Kroes, eilaas – maar wel de codenaam van ultrakrachtige wiet van Nederlandse bodem. Over de kwaliteit daarvan kunnen we u niks zeggen, maar de nieuwe Nederlandse dramareeks met dezelfde titel is alvast uitstekend.
De serie draait rond forensisch psychiater Fokke Augustinus, een man die wel kan praten met de grootste criminele gekken, maar niet met zijn gezin thuis; wanneer hij wordt meegezogen in het drugsbedrijf van zijn overleden vader, ontdekt hij dat dat wereldje hem wel ligt – met alle gevolgen van dien.
Wacht eens even: een kruidje-roer-me-niet dat zich na een ingrijpende gebeurtenis in zijn leven tot de drugshandel bekeert en daar warempel wonderwel floreert, kénnen we dat niet van ergens?
HUMO Van ‘Breaking Bad’ bijvoorbeeld?
Franky Ribbens (scenarist) «Ik snap de vergelijking wel, en ik vind ze ook oké: ik word liever met goeie dingen vergeleken dan met slechte (lacht). Ik zou het wél jammer vinden als je beide reeksen reduceert tot één zinnetje, respectievelijk ‘scheikundeleraar wordt drugsdealer’ en ‘psychiater wordt wietkweker’: daar doe je de reeksen geen eer mee aan.
»Beide series zijn eigenlijk weerspiegelingen van grote maatschappelijke bewegingen, uitgebeeld door complexe personages. In ‘Breaking Bad’ is dat het health care-systeem in Amerika: als je daar geen gezondheidsverzekering hebt, ga je sowieso aan je ziekte kapot – er is geen sociaal vangnet. In ‘Hollands hoop’ is dat het Nederlandse drugsbeleid. Ons gedoogbeleid was ooit vooruitstrevend, maar er schuilt eigenlijk een niet erg lovenswaardige houding achter: het probleem wordt ‘opgelost’ door er vaag over te doen. Het is een compromismodel. In Amerika zijn ze duidelijk: eerst waren ze radicaal tegen, met de War on Drugs, en nu gaan ze keihard de andere kant op; maar je weet tenminste waar ze voor staan. Dan zit Nederland in een soort grijze schemerzone: het is volstrekt onduidelijk wat onze houding tegenover drugs is, en dat wilde ik vatten in ‘Hollands hoop’: Fokke is het vleesgeworden compromismodel (lacht). Hij weet eigenlijk allang zélf niet meer waar hij voor staat. Door hem onder druk te zetten in aartsmoeilijke situaties, zal hij – en wij met hem – uiteindelijk te weten komen wie hij is.
»Maar eigenlijk had onze pitch met ‘Breaking Bad’ niks te maken, hoor: wij stelden de reeks aanvankelijk voor als ‘‘Fargo’ in de polder’.»
HUMO Ik vond al dat de reeks een Coen Brothers-vibe had, met z’n gitzwarte, droge humor.
Ribbens «Nou, kijk, dat je dat eruithaalt, daar ga ik ontzettend van glimmen: het toont aan dat ik iets goed heb gedaan (lacht). ‘Fargo’ is een prachtige film: hij speelt zich af in the middle of nowhere, in een besloten gemeenschap, met karakters die allemaal een beetje off zijn… Soms vind ik ’m heel grappig, maar hij is tegelijk wrang en duister: dat spreekt me erg aan.»
HUMO Wiet is plots een populair onderwerp: na ‘Weeds’ was er eerder ook al het Belgische ‘Eigen kweek’.
Ribbens (lacht) «Ik dacht meteen: ‘O nee! Ze zijn ons voor!’ En ik heb dan maar – beroepsmatig – de eerste aflevering bekeken en ik was opgelucht: het is in niets te vergelijken met ‘Hollands hoop’.»
HUMO Werd er op de set weleens een stickie opgestoken?
Ribbens «Nee hoor! Al heeft de crew ons wel uit de nood geholpen door hun eigen wietplantjes mee te nemen naar de set. Dat zat zo: we moesten vaak wietplantages filmen, maar die plantages zijn, hoe je het ook draait of keert, illegaal. Nu, je mag in Nederland maximaal vijf planten kweken als het voor eigen consumptie is: veel crewleden begonnen dus op simpel verzoek – zij het geheel vrijwillig, natuurlijk – te kweken en brachten hun plantjes dan mee.
»Op een bepaald moment zaten we op de boerderij allemaal samen wietplantjes te verknippen. Het was mooi weer en iemand had z’n gitaar meegebracht: we leken wel een hippiecommune.»
HUMO Nog even over de samenwerking met regisseuse Dana Nechustan: zij is toevallig ook je echtgenote. Zorgde dat nooit voor spanningen thuis?
Ribbens (lacht) «Ja, verschrikkelijk! De relatie tussen een schrijver en een regisseur staat altíjd onder druk. In ons eerste project, ‘Nachtrit’, liepen de gemoederen héél hoog op. Toen is er menig laptop door de woonkamer gevlogen: hier naast mij in de muur zit er nog steeds een gat van waar mijn iPhone ooit is blijven steken.
»Maar ondertussen zijn we wel volwassener: ik kan me geen betere regisseur voor mijn werk voorstellen. En het beste bewijs dat het goed zit: we zijn nog samen (lacht).»
Bekijk de trailer: