Sonar
Meneer Lapperre knikt tevreden.
undefined
Een trage groeier, deze eersteling van de in België vertoevende Fransman Jean-Philippe Martin. Thomas, de hoofdfiguur, is een geluidstechnicus, een op zijn eigen golflengte levende eenzaat die alleen maar naar het rumoer van de wereld schijnt te kunnen luisteren door zijn microfoon en headset. De ontmoeting met de illegaal in het land verblijvende Amina jaagt echter een sonische vibratie door zijn innerlijke galmkelder.
‘Sonar’ vertoont de typische gebreken van een debuut: een té zwaarmoedige toon; een té flauwe beeldtaal; een té dik aangezette metafoor – de vereenzaamde geluidsjager die opnieuw naar het leven leert te luisteren. En tóch begint die ietwat lijzige atmosfeer na verloop van tijd onder de huid te kruipen. ’t Is alsof er van die ontmoeting tussen Thomas en Amina trillingen uitgaan die te mooi en te integer zijn om onmiddellijk te worden waargenomen; trillingen die door de muren van de bioscoopzaal eerst worden teruggekaatst, om uiteindelijk toch door de ziel te worden opgevangen.