Spel: Het groot dictee der Nederlandse taal
Laat uw larmoyante besognes voor wat ze zijn en vlij u sans gêne terneer in uw gecraqueleerd tweezitscrapaudtje: in het Zuid-Hollandse 's-Gravenhage zal vanavond de drieëntwintigste editie van Het Groot Dictee der Nederlandse Taal (het annueel retournerende spellingsconcours dat de consciëntieuze pietjes-precies op meedogenloze wijze van de bête dommeriken scheidt) haar beslag krijgen, en naar usance kunt u één en ander weer live volgen op televisie.
Mogen wij ervan uitgaan dat Adriaan van Dis – dit jaar de geëerde scribent van het Dictee – zijn pennenvrucht ad absurdum heeft volgepropt met termen als 'op z'n jan-boerenfluitjes', 'parallellepipedum' en 'bordeauxrode deux-piècesjes'?
Adriaan van Dis «Jawel, dat mag u wel degelijk.
»Het is zo gegaan: ik heb eerst een relatief simpel verhaaltje geschreven, en dat verhaaltje ben ik vervolgens met vreselijk moeilijke woorden opnieuw beginnen te vertellen. Ik moest wel enorm nadenken – in mijn boeken vermijd ik zulke woorden altijd, dus ik kén er eigenlijk nauwelijks – maar met het Groene en het Witte Boekje in de hand ben ik toch een heel eind gekomen. Zo'n eind zelfs dat ik op den duur een idióót moeilijke tekst had – ik heb de moeilijkheidsgraad dan toch maar weer enigszins afgezwakt, om niet al te aanstellerig over te komen.»
HUMO Toen men u afgelopen zomer vroeg om het Dictee te schrijven, stelde u naar verluidt één voorwaarde: dat er ook een prijs zou worden gegeven aan de deelnemer die de meeste fouten had gemaakt.
Van Dis «Nee, dat is een misverstand. Een journalist vroeg me of ik ooit gepolst was om aan het Dictee deel te nemen, waarop ik heb geantwoord dat dat wel degelijk het geval was, meerdere keren zelfs, maar dat ik het aanbod altijd heb afgeslagen. Ik had enkel willen meedoen, zei ik, als er ook een prijs was voor degene die de meeste fouten had gemaakt: alleen dan zou ook iemand als ik iets kunnen winnen. Maar dat was uiteraard maar een grapje.»
HUMO U bent dus een slechte speller?
Van Dis «Een zéér slechte speller. Wat dan ook de voornaamste reden is waarom ik heb toegezegd om dit jaar het Dictee te schrijven: het leek me weleens leuk om wraak te nemen op mensen die wél goed kunnen spellen.»
HUMO Zit het zo diep, ja?
Van Dis «Meneer, al in de eerste klas van de lagere school had ik een persoonlijke begeleider om me met spellen te helpen – een trauma is het. Ik wou eerst een tekst schrijven over hoezeer ik destijds al een hekel aan spelling had, maar daar ben ik van afgestapt toen ik vernam dat Gerrit Komrij dat enkele jaren geleden al gedaan had.
»Ik heb vooral een slecht spellingsgeheugen: bepaalde woorden mag ik honderd keer opzoeken, ik weet nog altijd niet hoe ze correct gespeld worden. 'Curaçao', bijvoorbeeld, is voor mij een eeuwige valkuil: er gaat altijd wel íéts mis als ik het uit het hoofd opschrijf. Maar de echte moeilijkheid van het Nederlands ligt wat mij betreft niet zozeer in lastig te spellen woorden – 'przewalskipaard', bijvoorbeeld – maar in het al dan niet aan elkaar schrijven van verbindingen als 'eraan' en 'erop', en 'van meet af aan'. Onbegonnen werk voor iemand als ik.»
HUMO Als u zo’n beroerde speller bent, hoe slaagt u er dan in om foutloos gespelde romans te schrijven?
Van Dis «O, maar dat is heel simpel: op mijn pc heb ik de beschikking over een spellingscorrector. Eigenlijk zou ik in mijn volgende boek de firma Microsoft eens moeten bedanken voor de bereidwillige assistentie.»
undefined