St. Vincent
Mooie Murray, platte plot.
Het zal u wellicht niet verrassen wanneer we u vertellen dat Bill Murray het beste is aan deze voor de rest ontgoochelende tragikomedie van debuterend regisseur/scenarist Theodore Melfi. De acteur groeit in ‘St. Vincent’ op geen enkel moment boven zichzelf uit – hij speelt dit soort rollen in zijn slaap – maar het is niettemin genieten geblazen wanneer hij in sloffen en bermuda door de stad dwaalt, wanneer hij aan aerobics doet met een glas whisky in de hand (‘Eén, twee, drie, strekken!’), of wanneer hij op z’n dooie gemak naar een aflevering van ‘The Golden Girls’ zit te kijken.
Maar Murray zit vastgeklikt aan een plot die uiteenspat van meligheid. Knorpot Vincent sluit vriendschap met het nieuwe sympathieke buurjongetje Oliver; Vincent leert Oliver – die op school wordt gepest – van zich afbijten; en Oliver van zijn kant leert dat er in die oude, dronken, gemene man een prachtige ziel schuilgaat.
Op het eind (geen spoiler op komst: de slotscène is perfect voorspelbaar) dient Oliver tijdens een druk bijgewoonde schoolvoorstelling bekend te maken wie hij tot zijn ‘heilige’ verkiest, de man of vrouw die hij het meest bewondert. En raad eens wie vervolgens onder een donderend applaus het podium mag beklimmen? Inderdaad: St. Klefheid.
Bekijk de trailer van St. Vincent: