Steeds meer vraag naar erg late zwangerschapsafbrekingen om medische redenen
Er is in ons land meer en meer vraag naar laattijdige zwangerschapsafbrekingen, zelfs na dertig weken of ongeveer zeven maanden zwangerschap. Dat blijkt uit een rondvraag van Humo. 'Nederlandse koppels komen om die reden zelfs speciaal naar België', zeggen enkele voorzitters en leden van de medische commissies van de grote universitaire ziekenhuizen.
Paul Schotsmans (lid van de commissie voor medische ethiek van het UZ Leuven):
'We krijgen steeds meer vragen voor erg late zwangerschapsafbrekingen, ook voor aandoeningen die niet levensbedreigend zijn, maar die wel de levenskwaliteit in het gedrang brengen. Aandoeningen die het beeld van ‘het perfecte kind’ verstoren.'
'In onze wet is er geen maximumtermijn voorzien voor abortus om medische redenen. In Nederland is abortus verboden na een zwangerschap van 24 weken. Het gevolg is dat Nederlanders naar hier komen voor die laattijdig zwangerschapsafbrekingen.'
'Wij kregen onlangs een Nederlands koppel voor een abortus. De vrouw was zeven maanden zwanger, de foetus had een nierziekte die weliswaar laat was vastgesteld maar te behandelen viel. Wij hebben een negatief advies gegeven omdat er een medische oplossing voor dat probleem bestond. Wat zij uiteindelijk gedaan hebben, weet ik niet.'
Patrick Cras (UZA) beaamt dat 'het steeds vaker gebeurt voor aandoeningen waarover discussie mogelijk is. Je kan je daar vragen bij stellen. Wanneer kan het nog wel en wanneer niet? Het is moeilijk de grens af te bakenen. Doorgaans stemmen we in met de vraag om abortus als de gynaecoloog de ouders volgt.'
'Laatst vroeg een Nederlands koppel om abortus vanwege de afwijkende schedel van hun foetus. De vrouw was meer dan 30 weken zwanger. Tijdens een vorige zwangerschap had ze ook een abortus laten uitvoeren, maar de foetus was daarna niet onderzocht: we wisten niet of de schedelvervorming ook gepaard ging met mentale achterstand. De commissie was verdeeld, maar uiteindelijk hebben we ermee ingestemd op voorwaarde dat het kind grondig onderzocht zou worden. De ouders hebben ons advies niet afgewacht, ze hadden de abortus al in Londen laten uitvoeren.'
Ook in het UZ Gent zien ze dezelfde evolutie, aldus Dirk Matthys, voorzitter van de commissie voor medische ethiek van het UZ Gent:
'Helaas heb je in dit soort zaken geen checkpoint -Charlie: je weet niet waar de grens ligt. We gaan allemaal akkoord met de abortus van foetussen waarbij delen van de hersenen ontbreken. Maar wat doe je met foetussen met open ruggetjes? Er is geen grens, het is een continuüm. En het schuift op.'
'Vroeger opereerden we kinderen met ernstige aangeboren hartafwijkingen. Nu kunnen precieze echografieën voorspellen of een foetus zo'n hartgebrek zal hebben. Om die reden worden zwangerschappen na 22 of 23 weken afgebroken. Mensen verkiezen een abortus boven een moeilijke operatie.'
Cras: 'Die evolutie is al langer aan de gang. Dwerggroei geeft ook steeds vaker aanleiding tot abortus. Oké, dat kind zal een motorische handicap hebben en kleiner zijn dan zijn leeftijdsgenootjes, maar is een laattijdige abortus daarom te verantwoorden?'
Het volledige interview verschijnt in De Maakbare Mens, een artikelenserie van journalisten Nathalie Carpentier en Jan Antonissen. De eerste aflevering verschijnt op 7 maart in de tabletversie en op de website van Humo, en op 10 maart in het magazine.