Stephan Vanfleteren: 'Hoe komt het dat geen enkele fotograaf in Molenbeek is gaan wonen om die hellhole te portretteren?'
Leden van een fotoclub willen een selfie. Hij moet een cadeaubon signeren en een jonge Palestijnse fotograaf wil met hem kennismaken. Stephan Vanfleteren (50) is druk omringd in het cafetaria van het Antwerpse Fotomuseum.
De twintiger met zijn parka en T-shirt van R.E.M., met wie ik in 1996 op Amerikaanse goederentreinen reisde, is een gevierde fotograaf geworden. ‘Ik blijf al twee maanden weg uit de sauna: dat ze hun duim zouden opsteken naar mij in mijn bloot lijf, dat gaat me te ver.’
HUMO Je expo ‘Present’ heeft na zes weken bijna 40.000 bezoekers ontvangen. Een groot succes.
Stephan Vanfleteren «Dat ik zoveel mensen kan raken met m’n foto’s, doet deugd. Ik zie jong en oud, mannen, vrouwen, mensen die vaak in een museum komen, anderen die er nooit komen. En dan mailen ze: ‘Die foto van de begrafenis van Julie en Melissa bracht me helemaal terug naar 1996. Ik was toen zwanger en die foto ben ik nooit vergeten.’ Zoveel foto’s verdwijnen in mijn archief en worden een herinnering, maar bij andere mensen nemen ze soms een belangrijke plaats in hun leven in. Ik herinner me de visser aan wie ik zijn foto overhandigde en hoe hij mij lang de hand drukte. Nu hangt die foto bij zijn kleinzoon, en voor die jongen is dat de belangrijkste herinnering aan zijn overleden pépé. Dat ik bij zoveel mensen aanwezig mag zijn in hun huis, in hun bestaan, met wat schoonheid, met wat troost, dat is heel bijzonder.»
HUMO Al die mensen die je aanspreken en feliciteren, alle sms’en en mails met lof, kun je daar makkelijk mee om?
Vanfleteren «Vroeger botste dat met mijn verlegenheid. Nu kan ik het aanvaarden en er blij om zijn. Met mijn moeder een wafel eten en in die tearoom iemand met een glimlach naar mij zien knikken, je bemoedigen zonder te willen storen, dat is schoon. Maar ik blijf wel al twee maanden weg uit de sauna. Dat ze hun duim zouden opsteken naar mij in mijn bloot lijf, dat gaat me te ver.»
HUMO Ik vermoed ook je bijgedachte: succes, roem en lof zijn gevaarlijk.
Vanfleteren «Dat is zo. Het gevaar is dat je gaat denken dat je geweldig bent, en dat is nefast.»
HUMO Antwerp-spits Dieumerci Mbokani heeft ook succes en denkt mogelijk wél dat hij geweldig is.
Vanfleteren «Een voetballer móét dat denken. Die loopt naar de penaltystip en denkt: ik sjot hem erin. Hij kent die elf meter en dat doel, want hij heeft er tienduizenden keren op geoefend, en in principe kan er weinig fout gaan. Bij een penalty beweegt alleen de keeper vóór je. Bij fotografie beweegt álles: het licht, het onderwerp, de achtergrond. Het is alsof én de keeper én het doel én het gras bewegen. Tegenover zo’n complex samenspel mag je geen te groot zelfvertrouwen hebben.»
HUMO Maar zoals Dieumerci Mbokani zijn traptechniek beheerst, zo beheers jij toch de techniek van het fotograferen? Anders gezegd: jij weet toch ook de goal staan?
Vanfleteren «Dat wel, maar zelfs dát kan je ontwend raken. Ik heb het voorbije jaar weinig gefotografeerd, en ik merk nu hoe mijn toestel niet langer het verlengde van mijn arm is dat in een oogwenk op mijn brein reageert. Ik moet er weer in komen. Ik kan het nog, maar het automatisme is weg.»
HUMO Kort na de opening heb je op een sluitingsdag helemaal alleen door de expo gelopen. Wat zie je dan?
Vanfleteren «De foto’s keken mij aan en het waren mijn foto’s, het waren de plaatsen en mensen die ik mij herinnerde, maar het was alsof ik het werk van iemand anders zag. Iemand die ook in Amerika en in de Marollen was geweest, zoals ik. Vreemd. Alsof de foto’s een eigen leven leidden en ik een soort toeschouwer was. Iemand die vanuit de verte van 33 voorbije jaren stond toe te kijken.»
HUMO Er was een tijd dat je dag en nacht gefocust was op de actualiteit. Die tijd ligt al zo’n twintig jaar achter je. Hoe kijk je nu naar het nieuws en naar de wereld?
Vanfleteren «De actualiteit beperkt zich tot het laatavondjournaal en de opiniepagina’s in de krant. Sport boeit me ook, die afleiding heeft een mens nodig. Maar dat samentroepen aan de deur van de Wetstraat, dat nieuws interesseert me nul. De grote actualiteit is voor mij: in Parijs komen en zien hoe in die prachtige stad de armoede en het aantal daklozen toenemen. Dat is de ongelijkheid, de middenklasse die eronderdoor gaat. Liberté, égalité, fraternité: my ass! Op een dag zal een grote boze massa daar alles kort en klein slaan. Het is wachten op de explosie.»
HUMO Zijn er journaalbeelden uit 2019 die jou zijn bijgebleven?
Vanfleteren «Dat van de vluchteling die het Kanaal probeerde over te zwemmen, en dood is teruggevonden met zijn zelf in elkaar geknutselde reddingsvest en één zwemvlies. Had ik de tijd gehad, ik was zijn sporen nagegaan. Gelukkig heeft de Belgische ITV-cameraman Daniël Demoustier het gedaan. De actualiteit geeft fotografen zoveel kansen, maar ik zie veel gemiste kansen. Neem de aanslagen van 22 maart: hoe komt het dat geen enkele fotograaf een jaar in Molenbeek is gaan wonen om die hellhole te portretteren?»
HUMO Terug naar de expo. Bij de studiofoto’s van de fanfares vertelde je hoe zulke gezelschappen je kunnen ontroeren.
Vanfleteren «Ik zeg dat omdat ik een solitair ben. Ik loop in mijn eentje door zoveel landen en steden, maar ik weet hoe belangrijk genegenheid en gezelschap is. Ik hoef maar een verliefd koppel of een groepje surfers rond een avondvuur te zien, en dat dóét mij iets. Ik heb vrienden en familie, een warm nest, maar ik hoor bewust nergens bij. Ik zit niet in een fietsclub, ik ben geen fan van een voetbalclub zoals jij. Maar ik hoor je graag vertellen over dat samenzitten op die tribune, over het delen van vreugde en miserie: ik zie de schoonheid daarvan.»
HUMO Jij bent op je gemak als je langs de Atlantikwall-bunkers in Noorwegen zwerft en een hele dag niemand ziet?
Vanfleteren «Absoluut! En ’s avonds een tafeltje voor één, zalig! Je eet beter, je observeert beter, je prijst je gelukkig zoals je daar zit. Daarom verlang ik zo hard naar januari. Dan ben ik weer alleen onderweg en zal ik lange tijd onbereikbaar zijn.»
HUMO Toen ik je in 1997 interviewde als Jonge Leeuw, zei je: ‘Ik moet bewegen, ik moet onderweg kunnen zijn.’ Nu zat je zes dagen in je studio te wachten op het beste daglicht dat op een dode bruinvis viel. Mis je dan niet het buiten zijn, het jagen op onbekend terrein?
Vanfleteren «Dat maandenlang thuis zijn was ongewoon natuurlijk. Maar zo’n dode vis is evengoed onbekend terrein. Als ik die op het strand zou vinden, dan zou ik ’m na een halfuur fotograferen wel gezien hebben. Maar nu heb ik echt gekéken. Naar de bek, de ogen, die grijze strepen onder de kin, of de schede van zo’n wijfje. Dat daar een jong uit kwam in die donkere woelige zee! In dat ene dier ligt een oneindige wereld besloten die wij allerminst kennen. Dat is fascinerend.»
HUMO In je studio heb je alles in de hand: onderwerp, belichting, mise-en-scène. Is de fotograaf dan schilder geworden, of regisseur?
Vanfleteren «Eén onderwerp dagenlang herschikken en herbelichten is evengoed fotografie. Het is niet alleen maar iets bliksemsnel uit de wereld capteren.»
HUMO Dat laatste is wel wilder, avontuurlijker.
Vanfleteren «Dat wel, en dat paste beter bij mijn temperament toen ik jong was. Nu ben ik ouder en wijzer, en trager. Je zoekt ook een rust en verstilling in die hectische wereld van vandaag. Fotograferen is contemplatiever geworden voor mij.»
HUMO Dat bewijzen ook de beschouwende teksten in je boek. Ze zijn goed geschreven, maar ook nogal barok en soms overdadig.
Vanfleteren «Ik ben een fan van Nick Cave. Als hij zingt over ‘bright burning horses’, dan denk ik: waw, prachtig beeld, ook al weet ik dat het pathetisch en over de top is. Maar ik weiger om zuinig te zijn. Ik ben geen magere, kale calvinist. Ik bén barok.»
HUMO Je hebt problemen met je ogen, je twijfelt om ze te laten opereren, maar die ogen zijn wel je kostbaarste zintuig.
Vanfleteren «Ja, en dat is aanpassen: ik fotografeer nog amper ’s nachts. Ik probeer mezelf wel gerust te stellen dat ik dan minder lelijkheid zal zien en dat mijn gehoor misschien verbetert, zodat ik me meer in muziek kan verdiepen.»
HUMO Ziedaar de toekomst: de blinde fotograaf.
Vanfleteren «Een hond heb ik al. Nu nog een witte stok!»
De expo ‘Present’ van Stephan Vanfleteren loopt nog tot 1 maart 2020 in het Fotomuseum in Antwerpen. Meer info.