null Beeld

Stephen Fry - Een jongensleven

Sam De Wilde

Stephen Fry moest eerst de halve Griekse mythologie succesvol van verse kwinkslagen voorzien in ‘Mythos’ en ‘Helden’, vóór iemand in het Nederlandse taalgebied op het idee kwam om ’s mans jeugdherinneringen eindelijk eens in een fatsoenlijke vertaling te gieten. ‘Moab Is My Washpot’, over de eerste twintig jaar van zijn leven, heeft de acteur, comedian en schrijver al in 1997 geschreven. Dat heeft tot gevolg dat hier en daar een naam weerklinkt die niet meer bij iedereen een belletje zal doen rinkelen (Bob Monkhouse, iemand?), maar ‘het relaas van een gevoelig plantje dat moeite heeft zich staande te houden in het robuuste struikgewas van een Engelse public school’ ontroert, inspireert en creëert vlot en overdadig melkzuur in de lachspieren.

Niemand beseft beter dan Stephen Fry dat zijn verhaal over een ‘middle class-kind op een middle class-­kostschool in Middle England’ even stijf staat van de uitgekauwde clichés als van de puberale verlangens, maar niemand is beter geplaatst dan hij om de door zijn literaire voorgangers doodgeschreven scènes grappend opnieuw tot leven te wekken in een geheel eigen stijl. Welke andere autobiograaf begint een pagina’s lange tirade tegen de ‘brullende, bulderende, brute, tribale shit’ die we sport noemen met de melding dat hij nog liever met een ananas geneukt wordt dan ‘de onuitsprekelijke gruwel van sporten’ te moeten ondergaan? En welke andere auteur omschrijft het ochtendritueel van een ontwakende slaapzaal als een kluwen van jongens die ‘schuimbekten van tandpasta en ochtendhumeur’?

Wie gehecht is aan de geplogenheden in de Britse kostschoolliteratuur, zal niet teleurgesteld zijn. De ontgroeningsrituelen, de stokslagen, de okselscheten, de ontluikende gevoelens en zowel de hufterige als de meevoelende leerkrachten zijn allemaal aanwezig, en Fry omschrijft ze met de hem kenmerkende mengeling van zelfbewust sentiment en spitante humor. De meanderende terzijdes over muziek, hypocrisie en sodomie die hij als sinaasappelsorbet tussen de gangen door serveert, moet de liefhebber van het klassiekere kostschooldrama maar netjes mee binnenlepelen.

Meer nog dan een ode aan vervlogen tijden, ­intense liefde en zichzelf heeft Stephen Fry met ‘Een ­jongensleven’ een huldeblijk geschreven aan de taal, zijn geliefdste werkinstrument sinds hij in aanraking kwam met het oeuvre van Vivian Stanshall, P.G. Wodehouse en Conan Doyle. Zelfs wie geen enkele interesse heeft in het Britse kostschoolleven van het begin van de jaren 70, wie zichzelf niet tot de uitstervende soort der anglofielen rekent en niet meer heel precies weet wie die hele Fry nu ook alweer was, kan ‘Een jongensleven’ louter lezen om een intellect aan het werk te zien dat zichzelf niet al te serieus neemt, maar speels en gretig in het geheugen duikt om met de aldaar gevonden parels een snoer van erudiete, bijwijlen onzedige maar altijd grappige gedachten te maken. Fry maakt liever een woordspeling te veel dan een taalgrap te weinig, maar probeer het hem maar eens kwalijk te nemen wanneer net die speel- en speldrift leidt tot scènes waarin de lagere vormen van de menselijke soort die in onze contreien bekendstaan als de turnleerkrachten, omschreven worden als ‘nauwelijks geletterde pithecantropoïden met T-shirts en navy-trainingsbroeken’.

In zijn dankwoord vermeldt Fry zijn ouders, van wie hij denkt dat ze ‘Een jongensleven’ met ‘kromme tenen en gepijnigde blikken’ hebben gelezen, maar op een blonde jongeling na worden weinigen met evenveel liefde bejegend als vader en moeder Fry. In de herinneringen van de inmiddels 62-jarige Brit staat zijn moeder ’s ochtends nooit gewoon glimlachend in de keuken, maar wel ‘zoals gewoonlijk breed lachend als een boomkikker die onder zijn voetjes wordt gekriebeld’. De lezer die bij ‘Een jongensleven’ niet hetzelfde ervaart, moet wel een heel koele boomkikker zijn. De anderen kunnen zich verheugen in het feit dat met ‘De Fry Kronieken’ al een vertaling van de vervolgverhalen bestaat.

null Beeld

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234