Straffe Tour: Stephen Roche won 30 jaar geleden Giro, Ronde van Frankrijk én wereldkampioenschap
Het wielerjaar 1987 behoorde toe aan één man: Stephen Roche. De Ier won precies dertig jaar geleden de Triple Crown – Giro, Tour én wereldkampioenschap in één en hetzelfde seizoen – een prestatie die enkel Eddy Merckx hem voordeed. ‘Er moet een duivel in je verborgen zijn, anders geraak je niet aan de top. Alleen zorg je er best voor om in het echte leven dat masker af te werpen.’
'Ik wil altijd meer. Egoïsme is een goede eigenschap in de koers, maar het heeft me wel mijn huwelijk gekost'
We zijn eind mei en zitten in een buitenwijk van Parijs, in de schaduw van de gebouwen van de Franse sportkrant L’Équipe. Stephen Roche (57) geeft voor de sportzender van de krant commentaar bij de Giro, en hij is in zijn nopjes: de nieuwe generatie renners, onder aanvoering van de Nederlander Tom Dumoulin, koerst net als in zijn tijd met open vizier. Roche heeft nog altijd charisma te koop, geen wonder dat hij nog zo geliefd is. Toen hij dertig jaar geleden na de Tour terug thuiskwam, was Ierland te klein.
Stephen Roche «Het was wonderbaarlijk, een echte overrompeling. Ierland telde 3,5 miljoen mensen, en meer dan 1 miljoen van hen stonden mij op te wachten langs de straten in Dublin. Ze kwamen van over het hele land, alleen om mij toe te juichen.
»Toen ze me in Parijs voorstelden om met open bussen door Dublin te rijden, vond ik dat een slecht idee: ik vreesde dat er niemand zou zijn, en dat ik een belachelijk figuur zou slaan. Op de Champs-Elysées stond het al vol met supporters met Ierse vlagjes, ik dacht dat we het wel gehad hadden. Maar toen ik van het vliegtuig stapte, spurtte meteen een menigte het tarmac op. De security moest een haag vormen om me naar de uitgang te krijgen. ‘Zo moeten The Beatles zich gevoeld hebben,’ dacht ik. En zij waren dan nog met vier! (lacht)»
HUMO Waarom betekende het zoveel voor de Ieren?
Roche «Ierland kreunde in de jaren 80 onder de werkloosheid; er was heel veel armoede, en ook de aanslagen van het IRA drukten zwaar op het gemoed. Het waren harde tijden voor iedereen. Ik was één van de eerste Ieren die actief was op het internationale toneel, en dan won ik nog eens de Tour: een landgenoot had de allerbeste wielrenners ter wereld verslagen. De mensen identificeerden zich met mij, ik gaf hen hoop: ‘Als Stephen het kan, dan wij misschien ook.’»
HUMO Je woont al meer dan dertig jaar in Frankrijk, en bent lang met een Française getrouwd geweest. Voel je je nog Ier?
Roche «Ik zeg altijd: ‘Ik ben 50 procent Frans, en 100 procent Iers.’ (lacht) Mijn ziel is altijd Iers gebleven. Wij genieten van het leven, maken graag plezier en drinken veel. Over de hele wereld zien ze ons graag komen, en dat kan niet van elke nationaliteit gezegd worden. Enkel vloeken doe ik in het Frans.»
HUMO Je bent ook de vriendelijkste van alle Tourwinnaars, wordt altijd gezegd.
Roche «Dat heb ik van mijn vader. Hij was een melkboer, ik vergezelde hem als kind altijd op zijn ronde, ook al moest ik daarvoor om 3 uur ’s morgens opstaan. Hij leerde me hoe je met mensen moet omgaan, en ik genoot net als hij van het sociaal contact. Zelfs toen ik al beroepsrenner was, bleef ik met hem meegaan, puur voor het plezier. Mijn vader was van het voorzichtige type: een dak boven je hoofd en eten op tafel – meer heb je niet nodig. Maar mijn moeder wilde altijd voor meer en beter gaan, en was bereid een risico te nemen. Dat heeft ze nog: ze is nu 80, maar gaat te keer als een 60-jarige. Ik heb van beiden het beste gekregen.»
undefined
'Na mijn Tour-overwinning stonden in Dublin één miljoen mensen mij op te wachten. 'Zo moeten The Beatles zich gevoeld hebben,' dacht ik.'
HUMO Wat maakt van iemand een Tourwinnaar? Is het de afkomst, in jouw geval een working class-familie?
Roche «Ik kom uit een arbeidersomgeving, maar ik kan niet zeggen dat ik iets tekort ben gekomen. Ik denk dat vooral de genen en je natuurlijke aanleg het verschil maken. En de opvoeding die je meekrijgt. Ik beroep me nog altijd op clichés als: ‘In het leven krijg je niks, als je er niks voor doet.’ Voor mij was echt álles mogelijk: geen hindernis was te hoog en daardoor kon ik altijd mijn limieten verleggen en overstijgen.
»En het belangrijkste: je moet verlangen naar de zege. Om de Tour te winnen, moet je hongerig zijn.»
HUMO Je hebt nooit gedacht dat er een tegenstander was die je niet kon verslaan?
Roche «Op mijn 19de won ik de Ronde van Ierland. Er zijn beelden van hoe ik achterover lig op mijn bed, in mijn gele trui, terwijl een journalist me interviewt. ‘Ik wil zo ver mogelijk geraken,’ zie je me zeggen, ‘en iemand worden die in zijn sport voor altijd zal herinnerd worden.’ Het klonk heel pretentieus, maar dat was het niet. Ik vind ook niet dat je mag zeggen dat je je best gaat doen. Nee, je zegt: ‘Ik ga winnen vandaag.’ Dan ga je ook echt op zoek naar mogelijkheden om te winnen. Alleen heb ik door die houding mijn overwinningen nooit gevierd, ik dacht alleen maar aan wat moest komen. Dom, maar anderzijds: als ik na mijn overwinning in de Giro zwaar gefeest had, dan had ik misschien nooit de Tour en het wereldkampioenschap gewonnen.
»Mijn seizoen begon altijd op nieuwjaarsdag, ongeacht in welke staat ik in mijn bed beland was. Dan ging het aan één stuk door tot Parijs-Nice, waarna ik mezelf toeliet om te zondigen. Ik woonde in Parijs en ging met mijn vrouw pizza eten op de Champs-Elysées, en als dessert bestelde ik de grootste ijscrème op de kaart. Thuis at ik nog van de aardbeientaart die mijn vrouw had gemaakt, om midden in de nacht op te staan en de rest naar binnen te werken. Maar de volgende dag zat ik opnieuw op de fiets, met mijn opgeblazen buik. En zo ging het maar door en door, nooit liet ik de teugels langer dan één dag vieren. Als ik nu zie hoe mijn zoon Nicolas en zijn vrienden hun resultaten vieren, met selfies en foto’s op Facebook, dan zie ik een groot verschil. Ik heb niet eens trofeeën in huis.»
HUMO ‘Je kijkt nooit achterom,’ zegt je vriend en ex-renner Tim Harris. Hoe komt dat?
Roche «Ik leef niet in het verleden, ik kijk liever naar morgen. Ik heb ook geen nood aan nostalgische momenten. Onlangs hadden ze een filmpje gemaakt, waaruit bleek dat enkel Eddy Merckx en ik erin waren geslaagd de Tour, de Giro en het WK in één seizoen te winnen. ‘Dat heb ik goed gedaan,’ dacht ik bij mezelf. Al die jaren had ik er nooit bij stilgestaan.»
HUMO Vooral de manier waarop blijft indrukwekkend.
Roche «Het minste dat je van mijn Triple Crown kan zeggen, is dat ik geen enkele van de overwinningen heb gestolen. Sommigen zullen zeggen: ‘Greg LeMond was er niet bij in de Tour, dat maakte het gemakkelijker.’ Integendeel: daardoor lag de strijd open, er waren ook nog Fignon, Herrera, Delgado, Mottet, Bernard – ik telde meer dan tien kandidaten voor de eindzege. Het was ook de laatste echt zware Tour uit de geschiedenis: 26 dagen, en meer dan 4.000 kilometer – een afscheidscadeau voor organisator Jacques Goddet, die op pensioen ging. Tegen zo’n Tour zou iedereen nu protest aantekenen (lacht).»
Rel met Roberto
HUMO Eerst was er de Giro d’Italia, waarin je een epische strijd uitvocht met je ploegmaat Roberto Visentini. Over hem zei oud-renner en sportbestuurder Valerio Piva onlangs: ‘Hij had als rijkeluiszoon niet het verlangen om te winnen.’
Roche «Hij kwam uit een rijke familie van begrafenisondernemers, uit Brescia. Maar het geld was niet van hem, hè. Hij had het imago van een playboy, met zijn dure sportwagens, maar eigenlijk was hij een hele gewone jongen en bijlange niet zo extravagant. En Roberto hield wél van winnen – weliswaar enkel de Giro, iets anders interesseerde hem niet. Het liefst had hij gewild dat alle koersen in Brescia waren, dan hoefde hij zijn huis niet uit. Vóór onze problemen in de Giro van ’87 konden we goed met elkaar opschieten.»
HUMO Je viel hem aan, terwijl hij de roze trui droeg. Is dat niet één van de grootste zondes in het peloton: een ploegmaat aanvallen?
Roche «Dat heb ik nooit gedaan.»
undefined
'Ik liet mijn fiets bewaken en at alleen wat mijn soigneur had klaargemaakt. Het was een jungle en ik moest overleven.'
undefined
HUMO Hoe noem je dan je aanval in de afdaling van de Monte Rest, in de rit met aankomst in Sappada?
Roche «Ik reed heel snel naar beneden, op zoek naar enkele vroege vluchters. Het was beter iemand van de ploeg vooraan te hebben, zo moesten de andere ploegen achter mij rijden. De problemen zijn pas begonnen toen mijn eigen Carrera-ploegmaats op aansturen van Roberto op mij begonnen te jagen. Ik werd zo gek van woede dat ik ben blijven rijden. Achteraan deden Roberto en mijn ploegmaats hetzelfde. Het was pure zelfmoord, want er was nog 60 kilometer te gaan. Maar het kon me allemaal niks meer schelen, zolang ze me maar niet inhaalden.»
HUMO Hij had je de dag voordien zwaar beledigd, en dat lag je nog op de maag?
Roche «We waren op gelijke voet gestart: de koers zou uitmaken wie de kopman zou worden. Ik had net de Ronde van Romandië gewonnen en zoveel meer, maar Roberto had de Giro het jaar daarvoor op zijn naam geschreven, hij was de uittredend kampioen. Ik had een week in het roze gereden, maar de dag voor die bewuste bergrit had hij mij in de tijdrit helemaal in de vernieling gereden. Hij pakte het roze, en op televisie had hij nadien verklaard dat hij mij niet zou helpen in de Tour de France, zoals eerder was afgesproken. Hij zei: ‘Ik ga naar het strand, dat Roche zijn plan trekt.’
»Er waren nog enkele dingen gebeurd, maar na zijn uitspraak op televisie besloot ik ook niet meer voor Roberto te rijden. Ik kon hem niet openlijk aanvallen, dus moest ik iets anders verzinnen. Toen ik er tijdens die afdaling vandoor ging, had Roberto maar in mijn wiel moeten zitten. Omgekeerd zou ik hem nooit uit het oog verloren zijn.»
HUMO Je was een uitmuntende daler.
Roche «Ik stortte me die dag naar beneden, en algauw had ik de groep vluchters bijgehaald. Toen kwam mijn ploegleider naast me rijden, die me vroeg wat ik in godsnaam aan het doen was. Ik had veel te snel gereden: het hele peloton was verscheurd, er waren renners die in de bomen hingen. Hij beval me verschillende keren te stoppen, maar ik weigerde. Ik vreesde na de rit dat ze me naar huis zouden sturen, maar gelukkig had ik op het nippertje het roze veroverd. Anders was het voor mij over en out geweest. Roberto verloor zelfs meer dan zes minuten.»
HUMO Visentini heeft verklaard dat er die dag een vroegtijdig einde aan zijn carrière is gekomen: je had hem met je aanval mentaal gebroken.
Roche «Hij heeft dat enkele weken geleden in een tv-show gezegd, en ik was helemaal ontdaan toen ik dat vernam. Ik heb nooit geweten hoe hij er zich bij voelde, al wist ik wel dat hij door mij niet naar de reünies van de Carrera-ploeg wilde komen.»
undefined
'Tegen Greg LeMond zei ik eens: 'Stop ermee, ik ken mensen bij het IRA.' Hij zag wit van angst. Redelijk kinderachtig, maar alles is toegelaten'
HUMO Hij heeft na de Giro zijn fiets in stukken gezaagd en als statement aan ploegleider Davide Boifava bezorgd. Je wist toch hoe hij erover dacht?
Roche (schudt het hoofd) «Ik blijf het erg vinden dat hij door mij zo vroeg gestopt is. Ik heb besloten hem op te zoeken: ik ga gewoon bij hem aanbellen en het proberen uit te praten. Het leven is veel te kort. Als hij niet had gepanikeerd en achter mij had gereden, dan was ik zelf nooit zo tekeergegaan. Dan had hij de roze trui gehouden, en de Giro hoogstwaarschijnlijk gewonnen.
»Zijn supporters waren woest: ze spuwden met rijst en wijn naar mij, en hadden witte lakens met dierenbloed volgeklad met opschriften als ‘Roche bastardo’ en ‘Roche va a casa’. Ik was heel bang dat er iets zou gebeuren.»
HUMO De sfeer werd nóg grimmiger: Visentini probeerde je het ravijn in te rijden.
Roche «Tijdens een afdaling sneed hij mij de pas af en probeerde me regelrecht de dieperik in te sturen. Ik heb mijn hand op zijn stuur gelegd en gezegd: ‘Roberto, als ik naar beneden donder, dan ga jij met me mee.’ Enkele dagen later merkte ik tijdens een afdaling dat er iets schortte met mijn frame. Ik panikeerde en riep: ‘Roberto, mijn fiets is gebroken.’ Het was een levensgevaarlijke situatie, maar hij ging er meteen vandoor. Uiteindelijk bleek het geen sabotage, maar ik liet mijn fiets in die weken wel door iemand bewaken, en at alleen wat mijn soigneur had klaargemaakt: ik was bang dat iemand me zou vergiftigen. Het was een jungle, en ik moest zien te overleven.
»Ik weet nog altijd niet hoe ik me toen staande heb weten te houden, al ligt het wel een beetje in mijn karakter: op mijn 14de heb ik de twee ingroeiende teennagels van mijn grote tenen laten uittrekken, omdat ik enkele jongens had horen zeggen dat ik een mietje was, en ik het daarom nooit als renner zou maken (lacht).»
Pas de femme ce soir
HUMO Van de Tour van ’87 blijft vooral de rit naar La Plagne bij, waar je in de achtervolging op Pedro Delgado zo diep ging dat je nadien aan de zuurstof moest. Moet je om de Tour te winnen meer kunnen lijden dan een normale sterveling?
Roche «Ik móést wel tot het gaatje gaan: de overwinning was me aan het ontglippen. We naderden het einde, en Delgado stond in het geel. Wij waren de enige twee renners die nog kans maakten op de overwinning, na een wekenlange schifting: we zaten allemaal volledig door onze krachten heen. Ik wist dat ik in de afsluitende tijdrit veel kon goedmaken, en het kwam erop aan Pedro niet meer dan één minuut voorsprong in het klassement te geven. In de klim naar La Plagne liep hij op een gegeven moment anderhalve minuut uit. Dat maakte een totaal van twee minuten: iedereen ging ervan uit dat Delgado de Tour had gewonnen, hijzelf ook. De journalisten hadden hun stukken al af, en stonden klaar om Pedro feliciteren. Tot ik tot ieders verbazing plots achter de bocht verscheen: ik was genaderd tot op twee seconden. ‘Waar komt die in godsnaam vandaan?’ riep iedereen. Maar ik was pas de laatste vier kilometer begonnen met mijn inhaalrace, om Delgado in de waan te laten dat hij genoeg voorsprong had en dat de buit binnen was. Ik kon het ook in de luwte doen: ik was de hele dag in de aanval geweest, en iedereen dacht dat ik knock-out lag. Mocht ik die dag met oortjes gereden hebben, dan was ik bijlange niet zo diep gegaan: stel dat ze me hadden gezegd dat ik tot op 30 seconden was genaderd, dan had ik dat waarschijnlijk genoeg gevonden. Een groot risico: ik heb de Tour maar gewonnen met 40 seconden voorsprong. Aan de finish stak iedereen zijn dictafoon onder mijn neus, zonder mij van de fiets te helpen. Ik kreeg geen zuurstof meer, en ik stortte in mekaar.»
undefined
HUMO Was je bewusteloos?
Roche «Ik bengelde ergens tussenin (lacht). Het meest angstaanjagende moment was toen de dokter zei: ‘Stephen, trek snel je benen in. Anders rijden de auto’s erover.’ Maar ik kon mijn armen of benen niet bewegen. ‘Knipper met je ogen als je me hoort,’ zei hij vervolgens. Dat lukte nog wel, voor de rest voelde ik niks meer.
»In de ambulance kwam ik weer bij mijn positieven, dankzij de zuurstof. Een journalist van de Franse televisie is toen langsgekomen, en vroeg me iets te zeggen om mijn fans gerust te stellen. En toen sprak ik de woorden die me nog altijd achtervolgen: ‘Everything is okay, mais pas de femme ce soir.’ (lacht).»
HUMO Vanwaar dat gevoel voor humor in zo’n penibele situatie?
Roche «Het zit in mijn karakter, het is mijn mentaliteit. Niks is onherstelbaar. Ik sta nog recht, en morgen is er weer een dag. Daarom ook dat ik in de koers een negatieve situatie altijd wist om te zetten in een positieve.»
HUMO Eerder in die rit, nog voor halfweg, had je een aanval geplaatst. De tweede in de stand die van zo ver de vlucht vooruit neemt: zoiets krijgen we nooit of te nimmer nog te zien in de Tour.
Roche «Nee, de sportdirecteurs zouden je gek verklaren, en via de oortjes dwingen om halt te houden. Dus: weg met die handel! (lacht) Toen zag iedereen het ook als zelfmoord, hoor. Maar Delgado zat geïsoleerd, zijn ploegmaats hadden al gelost op de Col du Galibier: ik zag een opportuniteit, en ben meegegaan met enkele vluchters. Alleen waren die niet sterk genoeg, en heb ik de hele tijd alleen gereden. Toen ze me terugpakten, is Delgado er op La Plagne vandoor gegaan.
»Toen ze me na de rit van de ambulance naar mijn bed brachten, wilde mijn soigneur me mijn eten brengen. Ik dacht: ‘Als Delgado merkt dat ik boven blijf, is hij zeker dat het met mij gedaan is en kan hij beginnen te vieren.’ Ik ben met mijn laatste krachten naar beneden gegaan, om hem te laten zien: ‘Het gaat wél goed met mij.’ Hoewel ik iedereen hoorde fluisteren: ‘Mijn God, hoe ziet díé eruit!’»
HUMO Met dat mentale steekspel doe je me denken aan Johan Bruyneel en Lance Armstrong: ook zij waren sluw, en hun tegenstander altijd één stap voor.
Roche «Mooie vergelijking (lacht). Het mentale aspect is dikwijls de doorslaggevende factor. Na de Giro was ik fysiek naar de vaantjes, maar het belangrijkste was dat ik emotioneel moest recupereren: als het daar niet 100 procent zit, krijg je jezelf niet meer op niveau. Ik zorgde ook dat ik een goeie proloog reed en de eerste tijdrit won: allemaal om mijn tegenstanders te laten zien dat ik ongeschonden uit Italië was gekomen.»
HUMO Voor de afsluitende tijdrit had Delgado al de handdoek gegooid, hoewel hij nog de gele trui droeg.
Roche «Hij wist dat hij voor een onmogelijke opdracht stond. Hij besefte dat hij eerder die week de Tour had verloren, op de klim naar Villard-de-Lans. Eigenlijk was ik totaal leeggereden en stierf ik duizend doden, maar ik bleef halverwege zijn fiets rijden. Alles om hem het gevoel te geven dat ik toch nog iets in de tank had.»
HUMO Je kon lijden op de fiets, zonder dat iemand het zag. En altijd met die fluwelen pedaaltred.
Roche «Ja, maar als ik achter hem had gereden, had hij zeker aangevallen en had ik minuten verloren. En dat weet hij goed genoeg, tot op vandaag. Jammer voor hem, want Pedro is een geweldige kerel.»
HUMO Was de onderlinge band tussen de renners in die dagen zo goed?
Roche «We hadden respect voor elkaar, maar ook niet te veel (lacht). Zonder pretentieus te willen klinken: de jaren 80 waren één van de beste periodes uit de geschiedenis van het wielrennen. Er waren veel goeie renners, die allemaal koersten om te winnen. Niemand koerste berekend, zoals vandaag. Wij wilden onze tegenstanders elimineren door aan te vallen en de koers overhoop te zetten. Als je met tien man vooruit bent, hoef je met die andere tweehonderd al geen rekening meer te houden. Daar heb je geen diploma hogere wiskunde voor nodig.»
undefined
'Sean Kelly (foto rechts) is nog altijd een goeie vriend, hij is zelfs de peter van mijn zoon Nicolas (foto links). Het waren de journalisten die ons tegen elkaar uitspeelden.'
undefined
HUMO Achter dat engelengezicht van jou schuilt een koele killer.
Roche (lacht) «Voor mijn biografie, die enkele jaren geleden is uitgekomen, had de uitgever de titel bedacht: ‘The Angel and the Demon’. En dat klopt: je moet twee gezichten hebben om in het wielrennen het allerhoogste te bereiken. Als vriendelijke jongen win je de Tour nooit, je moet soms een meedogeloze opportunist zijn en je tegenstanders gebruiken, voor zij hetzelfde met jou doen.»
HUMO Naar het schijnt kon je ook de ietwat naïeve Greg LeMond goed jennen.
Roche «Ja, ik herinner me nog een rit uit de Ronde van de Toekomst. Greg was de sterkste en wilde de kopgroep aan flarden rijden. Ik zat op mijn tandvlees, en pakte z’n stuur vast: ‘Stop ermee, ik ken mensen bij het IRA.’ Hij zag plots wit van angst, en hield meteen zijn benen stil. Redelijk kinderachtig, ik geef het toe. Maar alles is toegelaten, hè (lacht).»
HUMO In de jaren 80 werden jij en je landgenoot Sean Kelly uitgespeeld als verwoede rivalen, maar in werkelijkheid was hij een goede vriend.
Roche «Dat is hij nog altijd, hij is ook de peter van Nicolas. Het waren de journalisten die ons tegen elkaar uitspeelden. Ik begreep nooit waarom. Ik heb Sean zelfs dikwijls helpen winnen als we samen in een ontsnapping zaten, ook al reden we voor verschillende ploegen. En toen ik wereldkampioen werd, reed hij over de streep met zijn handen in de lucht: hij was blij, omdat zijn vriend won. Het is het beeld uit mijn carrière dat me het meeste ontroert: twee Ierse jongens die de beste wielrenners ter wereld waren. Sean was enkele jaren voor mij opgekomen, en veel mensen twijfelden of ik, als jongen van Dublin, zijn voorbeeld wel kon volgen. Sean kwam van het platteland, en was beenhard: ‘He’d got nails for breakfast,’ zeiden ze, ‘en jij komt niet verder dan een toertje rond de Eiffeltoren.’ (lacht) Ik heb het tegendeel bewezen.»
Pech voor Lance
HUMO Je telefoon heeft tijdens ons gesprek nauwelijks stilgestaan. Waarom werk je nog altijd zo hard?
Roche «Ik neem me altijd voor om het kalmer aan te doen, maar het lukt niet. Ik organiseer fietsvakanties in Mallorca, ik ben dit jaar Bernard Hinault opgevolgd als ambassadeur van de Tour... Mijn hotel in Nice heb ik van de hand gedaan, ook dat was dag en nacht werken. Maar altijd in de weer zijn, geeft me energie.
»Er is ook een keerzijde: ik wil altijd maar meer, en waarschijnlijk heb ik ook te veel aan mezelf gedacht. Dat is een goede eigenschap in de koers, maar niet in het echte leven.»
HUMO Heb je spijt van iets?
Roche «Ik kan ‘s morgens nog altijd in de spiegel kijken. Ik heb mijn leven geleid op mijn manier, en het heeft me gemaakt tot wie ik vandaag ben. Het leven zit vol obstakels, maar dat maakt het ook interessanter. Al zijn er wel dingen die ik beter had vermeden, in de eerste plaats mijn echtscheiding. Mijn egoïsme heeft me mijn huwelijk gekost, waardoor ik ook minder tijd met mijn kinderen hebben kunnen spenderen. Dat ik zo hard werk, is waarschijnlijk een excuus om niet te hoeven aanvaarden dat ik minder bij hen ben. Al wonen we allemaal niet ver van mekaar, en doen we veel samen. Nicolas helpt Richie Porte de Tour te winnen, al had ik liever gehad dat hij zijn eigen kans zou gaan – hij is méér dan een pure helper. Alexis koerst nu ook, behoorlijk goed zelfs. Mijn dochter Christel werkt mee in Mallorca, en ook mijn jongste zoon Florian stelt het opnieuw goed.»
HUMO Hij heeft leukemie overleefd. Is hij volledig genezen?
Roche «We hopen het, ik hou mijn vingers gekruist. Florian is een ongelofelijk sterke jongen, vooral mentaal. Hij verbaast me keer op keer. Mocht Nicolas zijn karakter hebben, hij had al veel meer uit zijn carrière gehaald.»
HUMO Lijkt hij daarin op jou?
Roche «Ze zeggen van wel. Uiterlijk heeft hij meer van zijn moeder, maar zijn ogen heeft hij van mij, en zijn karakter waarschijnlijk ook. Hij houdt enorm van wielrennen, alleen mag hij niet aan competitie doen. Hij kan als geen ander een koers analyseren.
»Het zal je niet verbazen dat met de strijd die Florian heeft gevoerd, mijn respect voor Lance Armstrong gegroeid is. Hij heeft mensen hoop gegeven met zijn verhaal, en alleen al daarvoor verdient hij meer krediet. Ik heb talloze dagen en nachten in ziekenhuizen gespendeerd, ik weet waarover ik spreek.»
HUMO Is hij nog steeds de rechtmatige winnaar van zijn Tours?
Roche «Natuurlijk. De mensen zullen nu zeggen: ‘Hij verdedigt hem omdat hij net hetzelfde deed.’ Maar dat kan me niks schelen. Armstrong deed niets anders dan de rest van zijn generatie, alleen: he got a bad deal. Ik begrijp niet waarom ze hem zijn titels hebben afgenomen, terwijl Richard Virenque de held van de natie mag zijn en wel al zijn bolletjestruien mag houden. Ik ben niet van plan volgende zondag met hem te barbecueën, maar ze hebben van hem de zondebok gemaakt en dat keur ik niet goed.»
HUMO Jij hebt altijd met klem ontkend dat je doping hebt genomen.
Roche «Ik heb een zuiver geweten. Met producten die tot de jaren 90 werden genomen, wonnen de renners amper 5 procent aan extra mogelijkheden. Voor getalenteerde renners bleef het mogelijk om te winnen van iemand die gedopeerd was. Maar met de harddrugs van de jaren 90 werden renners 30 procent beter, en je kon hen niet verslaan als je niet meedeed. Nu is er veel veranderd, en ik denk dat de meesten clean rijden. Maar witter dan wit is het nu ook weer niet (lacht).»
HUMO Dat weet je via Nicolas?
Roche (knikt) «Het zal nog zeker twee generaties duren voor het er helemaal uit is. De gewoonte om je toevlucht te nemen tot één of ander middel, ook al is het min of meer onschuldig, moet nog afgeleerd worden. Maar het heeft niet veel gescheeld of het wielrennen was er niet meer geweest.»