Strand Of Oaks - HEAL
Die doorbraakplaat die er altijd al in zat, maar er nog niet uitgekomen was: voor Strand Of Oaks heet die ‘HEAL’.
De klik kwam er op een avond in Malmö, toen Timothy Showalter besefte dat hij muziek en toeren al jaren misbruikte om zijn huwelijksproblemen en verslavingen niet onder ogen te moeten zien. Dat hij niet eens de muziek maakte die hij écht wilde maken.
En dat hij eenzaam was, net zoals de vijftienjarige Tim uit ‘Goshen ’97’, in zijn uppie in de kelder van zijn ouders in Indiana, luchtdrummend op ‘Cherub Rock’ van de Smashing Pumpkins. In de paar gitzwarte weken na zijn thuiskomst schreef hij dertig songs, terwijl hij voor het eerst sinds lang zichzelf én zijn demonen in de ogen durfde te kijken.
Er kwam een lawine aan heftige gevoelens los, die te intens bleek voor de veilige metaforen en het folky Americana-geluid van zijn eerste drie platen. Ze zochten een uitweg in jankende, nukkige grungegitaren, in het verschroeiende gitaarwerk van J Mascis in de openingstrack, de ‘whoosssh’ van eighties synthpop in de titeltrack, en het gedonder van powerballad-drums.
De teksten klinken vaak pijnlijk direct: ‘I was born in the middle / Maybe too late / Everything good had been made / So I just get loaded / And never leave my house’, zingt Showalter in ‘Shut In’, terwijl Springsteen van hem bezit lijkt te hebben genomen.
Het zijn echter de gitaarsolo’s die die allerhoogste pieken van verwarring en hoop vertolken, die woorden niet kunnen vatten. In ‘J.M.’ – een lofzang op de vorig jaar overleden Jason Molina (van Songs: Ohia en Magnolia Electric Co.) – treurt hij: ‘Now it’s hard to hear you sing / The crow has lost its wings’. Maar het is Showalters gitaar die de song tot driemaal toe in een alles opslokkende, fan-tas-ti-sche meltdown stort.
Ondanks hun epische omvang vallen songs als ‘Plymouth’ en ‘Mirage Year’ ietsje lichter uit, maar wanneer zo’n plaat er in één keer uitgulpt, is perfectie eerder bijzaak. Showalter heeft zijn geluid gevonden, zit met zijn vierde plaat op een cool label (Dead Oceans) met een ‘badass logo’ (zijn woorden) en je voelt de goesting weer opborrelen.
‘I found my dad’s old tape machine / That’s where the magic began’: zo ging het toen hij vijftien was. Met ‘HEAL’ vindt hij jaren later zichzelf terug, als een man met hoogtevrees die na lang aarzelen toch tot aan de rand van het dak van de wolkenkrabber geschuifeld is. Angst en euforie vechten nog om de bovenhand, maar de magie is er weer.