null Beeld

Succesmanager Bert De Graeve: 'Mensen ontslaan ervaar ik als een persoonlijk falen'

Hij werd als VRT-baas een BV, maar ging dan de lakens uitdelen bij staalreus Bekaert. Zeventien, soms woelige, jaren later sluit Bert De Graeve (64) ook dat hoofdstuk af. ‘Je kunt niet blijven sprinten.’

lieven desmet

‘Kijk daar, een koppel patrijzen met hun jongen.” Enthousiast wijst Bert De Graeve in de verte naar het gevleugelde familietafereel. Vanuit zijn schitterende tuin geniet de topmanager van de weidse zichten op de velden rond het West-Vlaamse Oostkerke. De idyllische prentkaart die zich voor onze ogen ontrolt wijzigt mee met het zonlicht. De namen in deze uithoek doen menig zondagse fietser watertanden: Damme, Lissewege, Hoeke. Maar het is een maandag, en dus is de smalle weg naar de woonst van de familie De Graeve verlaten. Het brengt herinneringen naar boven aan zijn geboortedorp Avelgem. De Graeve komt uit een familie met acht kinderen, onder wie politiek cartoonist Jan De Graeve (lan).

We nestelen ons in de tuin, beschermd door een parasol die de middagzon in het gareel en ons in de schaduw houdt. Er is koffie, er zijn koekjes, er is gekoelde frisdrank. Onze interviewee toont zich een galante gastheer, ook al heeft hij zijn bedenkingen bij het journalistenheir. Daarin speelt zijn VRT-verleden een rol. Hij vertimmerde de logge gepolitiseerde instelling tot een hedendaags overheidsbedrijf dat opnieuw kon wedijveren met de commerciële zender VTM. Het leverde hem de bijnaam ‘Gouden Bertje’ op, een knipoog naar de gelijknamige televisieprijzen. Toen de nog ok­selfrisse schermgezichten Tom Lenaerts en Bart De Pauw alles uit de kast haalden om hun grote baas in 1997 als gast in hun populaire programma Schalkse ruiterste krijgen, barstte een ongeziene mediacampagne los. Tot zijn afgrijzen en verbazing werd Bert De Graeve gekatapulteerd tot BV.

‘Als uw geweten aan uw snorhaar knaagt, kom dan maar gauw naar hier terug.’ Die woorden zong Bart Peeters bij het afzwaaien van Bert De Graeve als CEO van de VRT. Het zegt iets over de populariteit van de toenmalige baas van de openbare omroep.

In 2002 plukte toenmalig Bekaert-voorzitter Paul Buysse hem plotsklaps weg bij de VRT, om als financieel directeur te beginnen bij de staalkoord­reus. Dat huwelijk zou zeventien jaar duren, en kende de klassieke ups en downs. De Grae­ve tekende mee voor de enorme expansie in Azië, Rusland en Centraal-Amerika, hij beleefde heroïsche successen op de markt voor zonnepanelen in China, kocht de staalkoordafdeling van de bekende Italiaanse bandenproducent Pirelli. Maar in 2012 kreeg Bekaert een uppercut, en De Graeve snoeide 2.000 jobs weg, waarvan zo’n 600 in België. “Dat is een persoonlijk falen. Je gaat voor het succes, maar je moet je hoeden voor de hybris.”

De Graeve is een geëngageerd waarnemer, met interesse in het politieke beleid. “De opmars van de blanco stem vind ik verontrustend. Het zet een negatieve spiraal in gang waarbij mensen almaar meer afstand gaan nemen van de politiek, en zo steeds minder voeling krijgen met de mensen die dat stuk van ons publieke leven inrichten.”


Het politieke kluwen is dan ook weinig verheffend.

Bert De Graeve: “Ik ben een beetje verrast dat de polarisatie in de maatschappij zo uitgesproken aanwezig is in de verkiezingsuitslag. Niet alleen bij ons, en ook niet enkel in de politiek. We weten nochtans dat het in de wereld en in het leven niet wit of zwart is. En toch zie je dat er steeds minder ruimte is voor de noodzakelijke grijstinten. Het gevolg van die polarisering, globaal en politiek, is dat dit enkel leidt tot deadlocks. We rijden ons compleet vast. Dat is een verontrustende ontwikkeling.”


U bent baron. Hebt u iets met België als concept?

“Het is natuurlijk een realiteit, die twee uit elkaar drijvende entiteiten. Je kunt er nu toch werkelijk niet meer naast kijken. In het zuiden van het land kiest men voor iets totaal anders. Het gaat mij er niet over wie er verkeerd is, en wie het bij het rechte eind heeft. Dat is een keuze, maar het is duidelijk een andere keuze.

“Eigenlijk zien we hetzelfde gebeuren op het Europese niveau. Vandaag worden de positieve resultaten van het naoorlogse grote denken straal genegeerd. Men negeert hoe de wereld zich ontsloten heeft, hoe de wereld erop vooruit is gegaan. Ik zie dat met grote spijt gebeuren.”


Mensen hunkeren misschien naar de kleinschaligheid uit hun jeugd?

“Ik behoor tot die generatie die mee heeft kunnen bouwen aan die vooruitgang. In mijn afscheidsrede voor Bekaert trok ik die parallel. Chinezen werken er samen met Amerikanen, Amerikanen met Europeanen. Met respect voor elkaars eigenheid. Mijn stelling is helder: mochten we ons niet open hebben gesteld, dan zouden we er vandaag niet meer zijn.

“We hebben natuurlijk ook zaken onvoldoende ingezien. Hoe komt het dat we niet competitief zijn kunnen blijven in de Belgische context? Waarom hebben we de voorsprong die we hadden uit handen gegeven? En ik zie het nu ook opnieuw gebeuren. We hebben veel start-ups, jong talent. Maar ze vertrekken naar andere oorden. We hebben de oudere generatie niet competitief kunnen omscholen, waardoor dat industrieel netwerk verdwijnt. En nu slagen we er ook niet in om die jongeren hier te houden.”


Hoe komt dat?

“Wij komen uit een periode waarbij alles perfect op elkaar leek afgestemd. Echt kwalitatief onderwijs dat ervan doordrongen was om mensen beter te maken. Iedereen zat op dat spoor: ouders, leraren, en de kinderen. Dan krijg je wat ik graag het aspirationele noem. Dat zijn we aan het verliezen. Men denkt, we hebben het goed genoeg, we gaan dat beschermen.”


Deze week kwam de OESO met een vingerwijzing dat de productiviteit in ons land te laag is, en daalt.

“De productiviteitsverlaging is een van de elementen, en zowel oorzaak als gevolg, van een verminderende competitiviteit. Tenzij wij ons ambitie­niveau weer verhogen op het vlak van onderwijs, flexibiliteit, innovatie, infrastructuur en algemene kost van investeren, zullen kleine ondernemers waarschijnlijk nog altijd proberen, maar grote investeringen zullen aan ons voorbij gaan.”


Dat maakt de factuur voor de vergrijzing nog zwaarder?

“Je kunt moeilijk beweren dat beide problemen een verrassing zijn. De vergrijzingsproblematiek zie je decennia op voorhand aankomen. Vooruitziende landen hebben zich daarop voorbereid. Wij hebben al een lage participatiegraad en hebben dan ook nog eens mensen vooral geleerd om minder lang te werken. De gevolgen en oplossingen zullen waarschijnlijk hard aankomen.”


Is uw generatie niet te zelfgenoegzaam gebleken?

“Ik denk dat we de fout hebben gemaakt om te zeggen dat de volgende generatie niet zo hard moest werken, niet zo hard moest studeren, als wij deden. En dus bouw je een stukje zelfvoldaanheid in de maatschappij in, vanuit een fout begrip van vooruitgang. Als dusdanig klinkt dat goed, maar het haalt in de praktijk de zuurstof en de ambitie uit de machine.”


Is er geen grens aan almaar hoger en sneller?

“Dan zeg je niet dat je de wijde oceanen wil gaan bevaren, maar wel dat je burchten gaat bouwen. Men vergeet daarbij dat we als we niet groeien, onze huidige welvaart niet kunnen beschermen. Dan verslechteren onze wegen, hebben we geen geld voor het onderwijs, geen geld om de klimaatnormen na te leven. Het is een collectieve verantwoordelijkheid. Maar tegelijk zie je dat ieder bezig is zijn eigen burcht te bouwen.”


Gesproken over wijde oceanen: u trok in de jaren 90 naar China met uw gezin. Hoe groot was de cultuurschok?

“Die was heel groot. We zijn daar met een heel open geest naartoe gegaan. En ofwel zeg je dan, ik trek me terug in mijn appartement, als bange blanke man tussen 1 miljard Chinezen. Of je probeert er zoveel mogelijk uit te halen, en te leren.

“Dat is het meest positieve verhaal dat we hebben meegemaakt. Die rijkdom aan verscheidenheid, en tegelijk elkaar respecteren in die verscheidenheid. De relaties die we er hebben opgebouwd duren voort tot vandaag. Ik heb mijn laatste verjaardag in Shanghai gevierd met mijn ma­na­gementteam van dertig jaar geleden. Mijn toenmalige financieel directeur is nu 95 jaar, maar hij was er wel bij op mijn verjaardag.”


U deelt niet de analyse van professor Jonathan Holslag, die heel sceptisch is over de uiteindelijke doeleinden van China als nieuwe wereldmacht?

“Neen, dat is een verloren oorlog. Ik hoor hem graag bezig, omdat hij mij telkens weer weet te overtuigen van mijn eigen gelijk. (lacht)

undefined

null Beeld

“Ik vind dat de arrogantie van ons cultuurdenken. Wij vinden dat we gelijk hebben, punt. Het gaat terug tot een haast religieus standpunt. We gaan de anderen bekeren, of we gaan op kruistocht. Ik heb recent On China van Henry Kissinger herlezen. Ik lees nog heel veel over China.”


Uw tocht bij Bekaert loopt ten einde na zeventien jaar. Dat is meer dan een bladzijde die wordt omgeslagen?

(zucht) “Een van de levenslessen die ik aan iedereen probeer mee te geven, ook aan mijn kinderen, luidt: ‘Als je een kamer binnengaat, kijk meteen naar de uitgang. Zorg dat je weet dat je ergens bent omdat je daar wil zijn, maar ook dat je voor jezelf steeds de optie hebt om de kamer te verlaten.’ Ik kijk met fierheid terug op Bekaert, omdat we er toch een aantal zaken hebben neergezet die er mogen zijn. Ik heb beide meegemaakt: de absolute top en de moeilijkste periode.”


U doelt op de grote herstructurering waarbij u zowat 2.000 mensen moest ontslaan. Ligt u wakker van zo’n beslissing?

“Ja, natuurlijk, omdat het zo’n ingrijpende beslissing is. Je bent er om het bedrijf verder te doen groeien. Ik ervaar dat als een persoonlijk falen. Eigenlijk zeg je op zo’n moment: ik kan het niet anders oplossen. Niemand schrijft toch een toekomstdroom met als vuistregel het wegsaneren van mensen.”


‘Gouden Bertje’ werd plots een schietschijf?

“Dat is de job, het hoort erbij. Alleen, het went nooit. Ja, dat raakte mij ook persoonlijk. Een goede manager wordt maar getekend en gevormd door de problemen die hij moet oplossen, niet door de successen die hij boekt.

“Het is ook jouw verantwoordelijkheid, die enkel jij kunt nemen. Je leert wel snel de mensen kennen die echt achter je staan. De maskers vallen heel snel af.” (zwijgt)


Klinkt als een eenzame job.

“Dat is het ook. De eenzaamheid wordt maar overschreden door de menselijkheid. Als je enkel in het economische verhaal blijft zitten, dan is er geen plaats voor vriendschap of diepmenselijk respect.”


Vandaag zit Bekaert opnieuw in woelig water. Toch vertrekt u?

“Als ik morgen tegen een boom knal, moet ik ook vervangen worden. Neen, dat is niet defaitistisch, het is de realiteit. Je mag je niet vastklampen vanuit een verkeerd plichtsbesef. Bij de VRT vroeg men destijds ook of ik niet te vroeg vertrok. Kon ik nog vijf jaar langer zijn gebleven? Allicht wel, maar of dat voor de VRT een goede zaak zou zijn geweest, denk ik niet. Kon ik nog een aantal jaar bij Bekaert blijven? Neen, omdat het bedrijf nu andere oplossingen nodig heeft.

“Het klopt dat de kapitein pas als laatste het schip verlaat, maar dan zit je al in de veronderstelling dat het schip gaat zinken. Terwijl je misschien ook gewoon door een ruk aan het roer in ander, rustiger vaarwater terechtkomt.”


Liever zelf de houdbaarheidsdatum stellen, vooraleer iemand anders het voor u doet?

“En nog bezondigen we ons aan dat jaartje te veel. Je moet altijd vooruitkijken. Het is als estafette­lopen, je geeft het stokje door. Je kunt niet blijven sprinten. Het is geen marathon die je moet zien uit te lopen, het eindigt nooit, hè. Dat begrijpen of beseffen mensen onvoldoende.

“Je weet zodra je ergens aan begint, dat het ook eindigt. En dat kan na 100 meter zijn, of de 4x100 meter. Dat hangt af van de omstandigheden.”


U was ‘Gouden Bertje’, werd Manager van het Jaar, kreeg de Vlerick Award. Vond u zichzelf ook zo fantastisch?

(glimlacht) “Neen. Omdat je weet dat dit het resultaat is van het entertainmentgehalte van de wereld. We houden van successen, maar nog meer van drama. Dus je weet per definitie dat het tij keert zodra je dergelijke eretitels krijgt. Dat is een wetmatigheid. Ik heb dat in mijn opvoeding meegekregen, en ook bij de jezuïeten. Je gaat voor het succes, maar je mag niet in de val van de hybris trappen. Men heeft me altijd verweten dat ik afstandelijk ben, maar dat was een gezonde afstand bewaren. Het belangrijkste netwerk zijn die mensen die je graag ontmoet, zowel privé als binnen het bedrijf. Dat overstijgt ook het financiële, en de titels.”


Is financiële erkenning een belangrijke stimulans voor u?

“Het financiële is en blijft voor veel mensen een belangrijke stimulans. Ook voor mij, ja. Maar als dat mijn enige stimulans zou zijn, dan was ik beter CEO gebleven. Dan ga je voor de grotere weddes.

“Ik wil daar graag dit op zeggen: we zijn in ijltempo op weg naar een afgunstcultuur. Je hebt vijf of zes mensen in de wereld die ongelooflijk rijk zijn. Je mag daar terecht vragen over stellen. Maar wij zitten hier helemaal niet in een dergelijk verhaal, en toch kunnen we er niet mee om.

“Eigenlijk zegt de maatschappij: ‘Je mag geen aspiraties hebben. We kunnen of willen je daar niet voor belonen. Want de dag dat we je erkennen, gaan we je omlaag schrijven.’ En je mag er al zeker niets aan verdienen, want dan ben je een halve gangster.”


Hebt u een persoonlijke prijs moeten betalen voor uw carrière?

“Voor sommigen is verhuizen naar China, zoals wij deden, een prijs. Voor ons was het een geluk. Wij zijn vijftien keer verhuisd. Materieel zijn we bijzonder onthecht.

“De prijs die je moet betalen ligt meer in het feit dat je familie betrokken partij wordt, zeker als je een publieke figuur bent. Terwijl ze daar helemaal niet bij betrokken horen te worden. Zij hebben daar niet om gevraagd, en niets mee te maken. Bij de VRT heb ik een tijdlang het geluk gehad om in de luwte te kunnen werken. Niemand kende mij. Tot Schalkse ruiters op de proppen kwam. Toen werd ik als persoon plots gekatapulteerd tot ongeziene proporties. Ik woonde toen gelukkig in Sint-Genesius-Rode. Niemand keek daar naar de Vlaamse televisie. (lacht)

“Bij Bekaert was het anders, het is toch een bedrijf met uitstraling. Je ontmoet veel belangrijke mensen. Dmitri Medvedev (Russisch oud-president, LID) opende onze fabriek in Lipetsk. Xi Jingping (de Chinese president, LID) heb ik drie keer persoonlijk ontmoet. Dat is leuk, maar dat zijn de uiterlijkheden. Als je je daar emotioneel in laat meeslepen, loopt het fout. Piet Van Roe (voormalig gedelegeerd bestuurder VRT, LID) zei me ooit: ‘Je mag niet verliefd worden op de VRT. Het is een zwarte weduwe. Als je in haar web verstrengeld raakt, ben je eraan.’ Hij bedoelde, je mag meegaan, maar tegelijk voldoende afstand houden. Alles is vergankelijk, weet u.”


Is het dat ook allemaal waard?

“Ik heb me één keer die vraag gesteld. Toen het vliegtuig hevig schokkend alle kanten uitging, de schrik sloeg me om het hart. (lacht)

“Maar ik heb mij nooit fundamenteel die vraag gesteld. Als de trein daar is, stap erop. Zit je verkeerd, stap er weer af. Het is fout om te blijven zitten als het je niet bevalt, maar het is ook fout om er niet op te stappen als de trein er is.”


Alcatel, VRT, Bekaert. Is er eigenlijk een rode draad in uw loopbaan?

“Simpel, voor mezelf is dat mensen bij elkaar brengen die iets neerzetten waarvan men dacht dat het onmogelijk was. Men begreep niet dat iemand die rechten had gestudeerd een fabriek kon leiden. Dat begrepen ze bij de VRT al evenmin: iemand die niets wist van radio en tv, wat komt hier doen?

“De stap van de openbare omroep naar Bekaert, wat was dat nu weer voor overgang? Ik heb me altijd goed gevoeld tussen ingenieurs. Had men mij op een advocatenkantoor gezet, met mijn juridisch diploma, dan was ik wellicht een verschrikkelijk slechte advocaat geworden. (lacht)

© De Morgen

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234