Sweeney Todd: The Demon Barber of Fleet Street
Tim Burton draait een musical! Met Johnny Depp als een moorddadige barbier die met behulp van een stel glimmerende scheermessen de kelen van zijn klanten openjaapt, en met Helena Bonham Carter als een boosaardige bakkerin die de lijken vervolgens verwerkt tot pasteitjes!
Geef toe: het recept zag er héérlijk uit. Maar het souper smaakt enigszins verpieterd: na een veelbelovend openingsshot (de uit de mistwolken opduikende tweemaster!) duikelt 'Sweeney Todd: The Demon Barber of Fleet Street' hulpeloos van de (toon)ladder.
Dat Burton de megapopulaire, op een negentiende-eeuwse Britse stadslegende gebaseerde Broadwayhit van componist Stephen Sondheim zo graag wilde verfilmen, hoeft niet te verbazen: de locatie (Victoriaans London), de protagonist (een door bittere wraakgevoelens opgehitste outsider), de gotische atmosfeer en de allesbehalve traditionele, in donkerrood bloed soppende verhaallijn vinden naadloos aansluiting bij het kraaizwarte universum van de cineast.
De film zíet er ook uit als een onvervalste Burton: het door de legendarische production designer Dante Ferretti ontworpen en in de Pinewood-studio's nagebouwde London uit 'Sweeney Todd' is een zonloze metropool, een soort Gotham London City, waar de smog in dikke slierten door de enge steegjes blaast en de inwoners als wasbleke fantomen over de macabere kasseien klossen.
De fraaie decors zorgen voor rillingen, maar het geheel lijdt jammer genoeg onder hetzelfde euvel waar zowat álle musicals - behalve die met Gene Kelly en Fred Astaire - onder lijden: zodra de acteurs het op een zingen zetten - en dat doen ze váák - voel je je, uit een soort plaatsvervangende gêne, behoorlijk idioterig. Het helpt ook niet dat het benepen gekwinkeleer van Depp nauwelijks het niveau van de gemiddelde 'Idool'-kandidaat overstijgt, terwijl de liedjes van Stephen Sondheim, nochtans door zovelen geprezen, ons daadwerkelijk naar een scherpgeslepen scheermes deden verlangen.
Maar ook tijdens de praatscènes slaagt het duo Burton-Depp (ze werken al voor de zesde keer samen) er niet in om hun welbekende magie aan te wakkeren. Hoewel het bloed in krachtige fonteinen van het scherm sproeit, maken zowel de vertolkingen als de regie een wat fletse, onbegeesterde indruk - alsof iedereen er op de set een beetje ongeïnteresseerd bijliep.
Tekenend voor het acute gebrek aan fun, is dat zelfs het korte gastoptreden van Sacha Baron Cohen de lachspieren volstrekt onbewogen laat. En dát wil toch wat zeggen, niet?