Tamino - Amir
‘Habibi’ sloeg in als een bom, niet enkel omdat het mooi was en anders, maar ook omwille van de bedwelmende stem van Tamino-Amir Moharam Fouad en zijn, voor de dames, al even bedwelmende looks.
undefined
Maar een jaar later is het verrassingseffect weg en komt deze cd iets te snel. Het euvel is simpel: de songs hadden íéts beter moeten zijn. Alles kabbelt sfeervol en charmant voorbij, maar iets nieuws dat je aan de grond nagelt zoals ‘Habibi’ dat deed, staat hier niet op. De invloeden op ‘Amir’ zijn divers (ben ik de enige die in ‘Habibi’ en ‘Indigo Night’ en op nog een paar plekken de geest van Radiohead en Mazzy Starr ontwaart, méér dan de eeuwig in zijn verband genamedropte Jeff Buckley?) en ze waaien van de woestijn (‘So It Goes’) tot aan zee, langs grootsteden en verlaten vlakten. Meer dan één song ademt de nacht en een vage, maar onweerlegbare weltschmerz. Benieuwd of Tamino met een groep op tournee trekt – deze songs lijken gemaakt voor een soloperformer: akoestische gitaar, een vleugje percussie, sfeervolle en intrigerende soundscapes, die je live enkel met samples of op tape kunt recreëren. Het resultaat is een plaat die van a tot z elegant, smaakvol en een tikje mysterieus klinkt. Een goeie, sfeervolle plaat, maar geen grootse. Ik wens Tamino een wereldverovering toe – poëtische gerechtigheid voor iemand die op school werd gepest. Dat hij ook als hij zwijgt een unieke stem is in de popmuziek staat vast. Laat hem anderhalve noot zingen in één van de grote talkshows daar en Amerika gaat plat.