'Ten Oorlog' in Turkije: Onze Man marcheerde mee
Productiehuis 'De Chinezen' kaapte zonet de eerste prijs weg voor hun televisieprogramma 'Ten Oorlog' tijdens het Eurovision Creative Forum in Berlijn. In het succesvolle programma stapten reporters Arnout Hauben (37), Jonas Van Thielen (27) en Mik Cops (38) de Europese frontlijn van de Eerste Wereldoorlog af.
Eind mei marcheerde Onze Man mee in Turkije met het olijke trio:
'Ten Oorlog' in Turkije: Onze Man marcheerde mee
Hun wapens: drie kleine camera's, wat proviand, en een schepnetje voor verhalen van toen en nu en altijd. Barre geschiedenis, jongensachtige schelmerij en ontroering gingen 1.500 kilometer en tachtig dagen lang een entente aan. De finish, zo zag u, lag in het Turkse Gallipoli, het bedevaartsoord waar elk jaar duizenden Australiërs en Nieuw-Zeelanders naartoe reizen om er ANZAC Day te herdenken – 25 april 1915, toen het Australian and New Zealand Army Corps in de klauwen van de Turken liep.
Dag 3: Generaal vol mededogen
's Avonds is er barbecue in de tuin van het huisje waarin we logeren. ‘Jongens die vuur maken, het blijft een archetype dat klopt,’ zegt Arnout. En we bomen even door over de haren-in-de-windromantiek van drie jongens die samen op pad zijn en 's ochtends in de spiegel geen mannen zien. ‘Hoezeer we ook van vrouwen houden, het móésten drie jongens zijn.’
De huisbaas komt aandraven met merguezworsten, lamskarbonades en vleesballetjes. Het vuur gaat aan, de wijn open. Tijdens het eten stoot Mik me aan.
Mik «Heb je al gezien hoe Jonas zijn vork en mes vasthoudt?»
Mik heeft gelijk: ik zie het nogal potsierlijke ballet van een linkshandige die toch rechtshandig probeert te zijn.
Mik «De eerste keer werd ik daar duizelig van. ‘Hoe dóé jij dat nu? Dat is desoriënterend!’»
Mik en Jonas zijn broers. Halfbroers, eigenlijk.
Jonas «Maar ik haat dat woord. Mik is mijn broer, punt. Als kleine jongen kreeg ik op de speelplaats ooit te horen dat hij niet mijn échte broer was, en dat mijn halfzus Kathryn niet mijn échte zus was. Ik was daar kapot van, maar de volgende dag zorgde Kathryn voor een geniale oplossing: ze kwam me op school halen met haar brommertje. Ik trots achterop – en die ettertjes op de speelplaats nooit meer gehoord.»
Mik «Ik ben twaalf jaar ouder. Toen Jonas goed en wel kon schrijven, was ik het huis al uit. In die negentig dagen ‘Ten oorlog’ heb ik méér tijd met hem doorgebracht dan in de afgelopen tien jaar.»
Arnout «Mik en ik trekken al jaren samen op. Wij hebben geen woorden meer nodig. Maar nu heb ik hem ook ontdekt als broer van Jonas – zo kende ik hem nog niet. Het was schoon om te zien hoe zo'n bloedlijn marcheert. Als er met de kleine iets scheelde, stond hij op als de beschermer.»
Jonas «Ik voelde mij heel veilig onderweg. Door wie Mik is – een generaal opgetrokken uit mededogen – én door het feit dat hij mijn broer is. Dat heeft hij onderweg een paar keer letterlijk uitgesproken: ‘This is my brother.’ En dan dacht ik: ‘Wauw, inderdáád, ik ben zijn broer.’
»Weet je, door dat leeftijdsverschil kende ik Mik maar half. Als kind heb ik eens aan mijn moeder gevraagd of mijn broer mij eigenlijk wel oké vond. Na deze reis weet ik het zeker: Mik vindt mij oké. Meer nog: hij wáákt over mij.
»En gek genoeg is er tussen Arnout en mij ook een broederband ontstaan. Hij zou óók door het vuur gaan voor mij.»
Het laatste glas, bij het uitdovende vuur, drink ik met ‘de generaal opgetrokken uit mededogen’. Ik vraag Mik of de vriendschap met Arnout, die al bestaat sinds hun beider studentenjaren, onderweg naar Gallipoli geëvolueerd is.
Mik «Ik denk wel dat die nog is uitgediept, ja. Niet op een bewuste manier – het gebeurde automatisch, door de intense momenten die we onderweg deelden. De dingen hoeven ook niet uitgesproken te worden. Ik denk niet dat ik tijdens die hele tocht één keer gezegd heb: ‘Arnout, ik vind u ne schone mens.’ Maar ik ben er wel zeker van dat hij dat wéét.»
Bekijk een fragment uit de aflevering van gisteren: Gallipoli