The Breeders - 'Quiet and Peace' & 'All Nerve'
Te oordelen naar het publiek op de meest recente Belgische optredens van The Breeders (Trix, november) en Buffalo Tom (AB, juni), zijn de vroege jaren negentig nog nét niet lang genoeg geleden om weer hip te zijn: de enige twintigers in de zaal stonden achter de bar. Kleine kans dus dat ‘All Nerve’ en ‘Quiet and Peace’, nieuwe platen van oude bands, hun weg naar Generatie Z zullen vinden: anno 2018 beperkt de doelgroep zich goeddeels tot hypotheek afbetalende dertigers en veertigers die hun eerste schaamharen telden op de tonen van ‘Cannonball’ of ‘Taillights Fade’, en die benieuwd zijn naar wat hun oude helden er nog van bakken.
Wel, ze zijn het bakken niet verleerd. Neem nu de titelsong, tevens de tweede single, van de nieuwe Breeders: als u erin slaagt om ons een recent nummer aan te wijzen dat geiler klinkt dan ‘All Nerve’ (Kim Deal kan het op haar 56ste godverdorie nog stééds), dan willen wij uw hond zijn. Doodzonde wel dat vlak na dat glorieuze hoogtepunt – overigens vakkundig over het hoofd gezien door Radio 1 en Studio Brussel – het absolute dieptepunt volgt: iemand had Josephine Wiggs duidelijk moeten maken dat er een réden is waarom ze ooit bassiste en geen zangeres is geworden, en had het ijselijke ‘MetaGoth’ in de kiem moeten smoren.
Maar de spons erover: met ‘Spacewoman’ en vooral ‘Walking With a Killer’, dat ze vijf jaar geleden al onder haar eigen naam uitbracht, stelt Kim Deal meteen weer orde op zaken. En dan moet de beste song van de plaat nog komen: ‘Dawn: Making an Effort’, een breed uitwaaierende, door een rinkelende gitaar opgestuwde wall of sound die de geest van Cocteau Twins zaliger gedachtenis oproept. Klasse, zondermeer, al moeten we daarbij aanmerken dat het zinderende niveau van ‘Off You’, ‘Glorious’ of ‘No Aloha’ nét niet gehaald wordt: hun allerbeste jaren hebben The Breeders ontegenzeglijk achter zich liggen.
Hetzelfde kan, mutatis mutandis, gezegd worden over Buffalo Tom: nergens op ‘Quiet and Peace’, plaat drie sinds Bill Janovitz en kornuiten in 2007 een comeback maakten, staat een song die schouder aan schouder kan staan met oude parels als ‘Larry’, ‘Wiser’ of ‘You’ll Never Catch Him’, al komen er wel een handvol aardig in de buurt. Wij vermelden ‘Overtime’, een vintage Buffalo Tom-ballade over eenzaamheid die met de jaren komt. En ‘Freckles’, dat op plaat aanmerkelijk rijker en krachtiger klinkt dan het in juni in de AB klonk. En ook het catchy walsje ‘See High The Hemlock Grows’, waarin de eeuwig als een zeventienjarige klinkende Chris Colbourn terugkijkt op de tijd dat hij, welja, zeventien was: ‘‘Ocean Rain’ in our ears / We won’t be seventeen long.’
Toen we vier jaar geleden Bill Janovitz interviewden over heden en verleden van Buffalo Tom, deed hij een uitspraak die evengoed op The Breeders had kunnen slaan: ‘De platen die we na de jaren negentig gemaakt hebben en eventueel nog zullen maken, zijn niets meer dan kersen op de taart die we toen al voltooid hadden.’ Het zijn wel lekkere kersen.