The Divine Comedy - Foreverland
Wie The Divine Comedy nog niet kent, vraag ik beleefd om volgende songs op YouTube of elders te bekijken/beluisteren: ‘Commuter Love’, ‘A Lady of a Certain Age’, ‘Bad Ambassador’, ‘Cathy’, ‘Leaving Today’, ‘The Frog Princess’, ‘Down in the Street Below’ of ‘The Certainty of Chance’.
Wie The Divine Comedy wél kent en van singer-songwriters houdt, heeft de tien vorige cd’s al in huis en zal ook deze ‘Foreverland’ blindelings kopen. Want zo goed is Neil Hannon, die naar mijn gevoel niet moet onderdoen voor de Randy Newmans en de Elvis Costello’s van deze wereld. De enige generatiegenoot die aan hem kan tippen is Rufus Wainwright.
Wie zweert bij rock-’n-roll zal The Divine Comedy wellicht niet lusten, want Hannon houdt van strijkers, banjo’s, koortjes, soundtrackachtige geluidjes en een hobo of kazoo op z’n tijd. Neil kan het niet helpen: hij is een verfijnde, excentrieke en anachronistische poëet. Heel af en toe hangt hij de neanderthaler uit, zoals op de iets te monotone en iets te snel slijtende grap ‘How Can You Leave Me on My Own’ (‘When you leave, I become a dickhead / a braindead caveman / I look at naked ladies ’cause I’m too weak to resist it’). Boogiewoogie en een New Orleans-vibe mixen met rock en het balken van een ezel: je hoort het te zelden op platen van andere artiesten. Zelfs Hannons slechte songs zijn goed, zelfs zijn achteloos rondgestrooide vluggertjes (‘Funny Peculiar’, ‘The Pact’) beklijven.
Hannon kan het allemaal: humor (‘I Joined the Foreign Legion (To Forget)’, rake schetsen (‘Napoleon Complex’, ‘Catherine the Great’), grandeur (‘Foreverland’) en prachtige melodieën (‘To the Rescue’). Hij is de Noel Coward en de Cole Porter van zijn tijd. Je hoort ook Jacques Brel, Beatles en een jonge Scott Walker in zijn muziek, maar de eigen persoonlijkheid van dit schriel ogende mannetje is zo sterk dat al zijn werk ook onmiskenbaar het zijne is. Elk van Hannons nummers is behalve aangename verstrooiing, ook een gratis workshop songschrijven en arrangeren. Hij charmeert, imponeert, schuwt geen enkele muziekstijl, en het zal hem duidelijk worst wezen of hij trendy of cool is. Zo hoort het.