The Drug King: De Pablo Escobar van Zuid-Korea
Methamfetamine, kortweg ‘meth’, associëren seriefans meteen met ‘Breaking Bad’. Maar lang voor Walter White zijn lab opende, verdiende Lee Doo-sam in Zuid-Korea al miljoenen met de drug. Zijn verhaal is verfilmd als ‘The Drug King’ en is nu op Netflix te zien.
undefined
Na drie seizoenen ‘Narcos’, over de Colombiaanse en de Mexicaanse drugskartels, acht Netflix de tijd rijp om ons voor te stellen aan de Pablo Escobar van het Oosten: Lee Doo-sam. De Zuid-Koreaan verdiende in de jaren 70 van de vorige eeuw zijn brood met het smokkelen van goud en horloges, maar belandde na een inval in de cel. Zodra hij vrijkwam, verlegde hij zijn werkterrein en begon hij met de productie van meth in Busan, de tweede grootste metropool van het land. U mag één keer raden of dat goed is afgelopen.
Het from hero to zero-verhaal doet denken aan dat van Tony Montana in 'Scarface' of Jordan Belfort in 'The Wolf of Wall Street', en Song Kang-ho zet een zeer verdienstelijke prestatie neer als de nietsontziende drugsbaron. Fans van 'Breaking Bad' zullen wel even opkijken: Zuid-Koreaanse films combineren graag zwarte humor met bruut geweld.
Regisseur Woo Min-ho is ook niet bepaald streng te werk gegaan in de montagekamer, want de prent duurt 139 minuten. Maar hij had moeiteloos een hele tv-serie kunnen vullen, want in 'The Drug King' passeren een hele resem personages de revue en volgen de gebeurtenissen van een heel decennium elkaar in snel tempo op. Het is meteen het belangrijkste manco van de film: er gebeurt zoveel, dat je amper vat krijgt op de plot, en je ziet zoveel volk, dat je je niet kunt inleven in het wel en wee van het hoofdpersonage. Combineer dat met een voorspelbaar verhaal en je hebt meer dan eens de neiging om je mails of Instagram te checken. Om het met The Drug King te zeggen: 'Hwolssin deo joh-eul su issseubnida!!' (*)
(*) 'Dat kan veel beter!!'