The Fratellis - Costello Music
'Gave me gear, thank you dear, bring your sister over here, let her dance with me, just for the hell of it! Toodeloo, toodeloo, toodeloolelooleloo! (X4)' : het moge duidelijk zijn dat in het geweldige 'Chelsea Dagger' van The Fratellis geen thema's worden aangesneden waarop Wittgenstein, Kierkegaard of professor Vermeersch vaak hun licht laten schijnen.
Maar so what: zíj hebben dan weer nooit een refrein geschreven dat door duizenden kids kan worden meegebruld, en dat onze dag goedmaakt als we het 's ochtends op de radio horen.
undefined
Niet de hele 'Costello Music' is zo onweerstaanbaar leuk als die 'Chelsea Dagger'-single: als u het ons vraagt tonen Jon, Mince en Barry Fratelli voorlopig nog net iets minder talent dan generatiegenoten als Kaiser Chiefs of Franz Ferdinand, maar in beperkte doses kunnen ze fantastisch zijn. Vooral de tweede helft van de plaat (in het vinyltijdperk hadden we dat de B-kant genoemd) bevat een aantal geknipte singles. 'Baby Fratelli' bijvoorbeeld, dat begint met wat op het eerste gehoor een uiterst fletse rip-off van 'Smells Like Teen Spirit' lijkt, maar dat ter hoogte van het refrein met gierende banden een bocht van 180 graden maakt, waardoor we ons tot eenieders verbazing opeens midden in een geweldige Slade-meebruller blijken te bevinden. Om de hogergenoemde Kierkegaard te citeren: keinijg, jong!
Ook 'Got My Nuts from a Hippy' bevat zo'n naar alle kanten openspattend refrein (Wittgenstein: 'Mega-tof! De max!') , en nog beter wordt het als ze wat gas terugnemen en richting Kinks trekken, in nummers als 'Vince the Loveable Stoner' of de heerlijke uitwaaierende prachtsong 'Ole Black'n'Blue Eyes', waarover we het alleen maar helemaal eens kunnen zijn met professor Vermeersch: 'Een 'kwee-nie-hoe-goe nummerke!' Onze weloverwogen algehele eindconclusie over 'Costello Music' mag dan ook duidelijk zijn: toodeloo, toodeloo, toodeloolelooleloo! (X4)