The Last King of Scotland
In een weergaloze prestatie die hem de Oscar voor beste mannelijke vertolking móét opleveren, incarneert Forest Whitaker de Oegandese dictator Idi Amin Dada.
Idi Amin Dada, die tijdens zijn gruwelbewind in de jaren zeventig honderdduizenden van zijn landgenoten de dood injoeg en - tenminste als we de film mogen geloven - zich na de uurtjes ontspande door half gedrogeerd naar de pornoklassieker 'Deep Throat' te kijken. We leren Idi Amin kennen door de ogen van de fictieve jonge Schotse dokter Nicolas (James McAvoy), die aanvankelijk erg gecharmeerd is door de charismatische president. 'The Last King of Scotland' gaat evenwel niet op zoek naar de mens in het monster, zoals 'Der Untergang' deed met Hitler, maar presenteert Idi Amin veeleer als een idealistische hervormer die, getroffen door angst en paranoia, stilaan transformeert in een losgeslagen wreedaard die er niet voor terugdeinst zijn eigen vrienden in mootjes te hakken. Kevin Macdonald, die eerder het ijzersterke bergbeklimmersdrama 'Touching the Void' regisseerde, zorgt samen met Anthony Dod Mantle - de vaste cameraman van Lars Von Trier - voor een hoog reality-gehalte, maar 'The Last King of Scotland' is toch vooral een krachttoer van Whitaker, die in elke beweging en in elke oogopslag een sinistere dreiging tentoonspreidt waarvan je rillingen krijgt. En let ook eens op de uitstekende bijrol van Gillian Scully Anderson: waarom deze dame niet wat meer werk krijgt, is een X-File van jewelste.