Dwarsspeler★★★★½
‘The Last of Us Part II’ is tot in het ziekelijkste detail áf
Permanent gekromde vingers, een vergeelde, bij daglicht verschrompelende huid, zenuwen die zo strak gespannen staan dat ik pas de deur uitga wanneer ik mezelf kan zien in het vers opgeboende lemmet van mijn machete... Het heeft een tol geëist, maar Uw Dienaar is er wel in geslaagd om op één werkweek tijd de hele mastodont die ‘The Last of Us Part II’ heet (exclusief op PlayStation 4) erdoor te jagen. Een stikdonkere game-ervaring, maar zo kunnen die sterren hierboven des te feller fonkelen.
Niemand zal de lijdensweg waarop de personages van ‘The Last of Us Part II’ zich vanaf minuut één begeven snel verwarren met een dagje Plopsaland. Ellie (Ashley Johnson, want dit is een game die zo dicht bij een tv-ervaring leunt dat je de acteurs er gewoon bij moet zeggen) gaat als 19-jarige nog altijd gebukt onder de gebeurtenissen van vijf jaar geleden. Joel (Troy Baker), een smokkelaar die zich ontpopte tot haar ersatzvader en Ellies overleving verkoos boven die van de algehele menselijke soort, verzamelt schuldgevoelens als postkaartjes. Het leven gaat z’n postapocalyptische gangetje - de twee hebben zich gesetteld in een commune te Jackson, Wyoming - tot hun vredige bestaan plots op allesbehalve vredige wijze door elkaar wordt geschud. En dáár begint ‘The Last of Us Part II’: op een glijbaan van bloed, zweet en tranen. De honderden schrammen, kogelwonden en messteken die Ellie in de loop van het spel zal incasseren, zijn niets - een lachebekje wordt ze er anders ook niet van - vergeleken met de gapende wonden in haar aan stukken gereten ziel.
Ontwikkelaar Naughty Dog heeft hier een compromisloze visie in eentjes en nulletjes vertaald, wat hen niet overal in dank wordt afgenomen. Online werd het spel verscheurd als door een meute hongerige Clickers (de user score stond op een bepaald moment op een armzalige 3,4/10). Dat heeft een paar oorzaken: de aanhoudende duisternis waarin de speler ondergedompeld wordt, enkele vroege uppercuts van narratieve beslissingen, én de focus op een lesbisch hoofdpersonage. Om nog maar te zwijgen van een ander, gloednieuw karakter waarvan een bepaald type fan - u herkent hen aan de onbetamelijke gretigheid waarmee ze woorden als ‘agenda’, ‘SJWs’ en ‘propaganda’ uit hun klavier toveren - meteen aannam dat ze transgender was, en dus maar bij voorbaat op achterste poten ging staan. Abby (Laura Bailey) is nochtans gewoon een meisje, ook al heeft ze armen als bovenbillen en een koosnaampje (Abs) dat niet gestolen is. Denk er vooral het uwe van, maar die als meedogenloze antagonist geïntroduceerde Abby groeit al snel uit tot een hoogtepunt van het spel - en dat was overigens ook het geval geweest als ze onder d’r paardenstaart wél nog wat anders had bengelen.
Over de kwaliteit is het een stuk moeilijker zeuren. ‘The Last of Us Part II’ is tot in het ziekelijkste detail áf. ‘Red Dead Redemption 2’ introduceerde paardenteelballen die waarheidsgetrouw krompen naarmate het kouder werd; welnu, het zou me niet verbazen als Naughty Dog zich ditmaal heeft gebogen over elk individueel paardenschaamhaartje. Animaties hebben er in geen enkel spel beter of veelzijdiger uitgezien, geluidseffecten gaan door merg en been, stofdeeltjes dwarrelen op gezette tijden door esthetische verantwoorde lichtbundels... Sommige taferelen - Het knalrode gevecht tussen soldaten en infected in de metro! De Rattenkoning in de krochten van een ziekenhuis! - blijven bij als de beste filmscènes. De eerste confrontatie, in een enorm bosdecor, met de Scars, een religieuze sekte met een voorliefde voor darmenspaghetti, is een nachtmerrieachtige afdaling in de waanzin van oorlog die zowaar aan ‘Apocalypse Now’ doet denken.
Als Ellie nog maar eens een nietsvermoedende tegenstander bij de nek grijpt om ‘m langzaam de keel over te snijden, vertrekt haar gezicht in een moordzuchtige grimas, en hoor je hoe de longen van je slachtoffer zich vullen met bloed. Zoals Naughty Dog fijntjes liet optekenen: ‘Dit is een spel van volwassenen, voor volwassenen.’ Maar nét wanneer je het wel even hebt gehad met al dat nodeloze bloedvergieten, wordt er wel één of andere adembenemend mooie flashback ingelast die eraan herinnert dat er ook in deze door God verlaten wereld nog altijd plaats is voor tederheid en affectie.
Even heuglijk: ook in de gameplay heeft Naughty Dog zevenmijlslaarspassen vooruit gezet. ‘The Last of Us Part II’ blijft in de regel lineair, wat zich bij momenten laat voelen - wanneer je weer ‘ns op zoek moet naar dat éne raam waardoor je kan klimmen - maar veel vaker voelt het aan alsof je écht in de desolate omgeving van Seattle zit, alsof je écht in het hoge gras voorbij een half bataljon vijanden kruipt, alsof de omgeving écht op jouw acties reageert. Eigenlijk is ‘The Last of Us Part II’ nog altijd erg beperkt in wat ‘t je effectief laat doen, maar het is zo feilloos ontworpen dat je die beperkingen niet voelt, dat je aldoor de sensatie van ontdekking krijgt, ook al word je eigenlijk met zachte hand in één welbepaalde richting geduwd. In schril contrast staan enkele zeldzame boss fights, waarbij je - een oude, kwalijke Naughty Dog-traditie - vooral op gezette momenten op knopjes moet duwen: daar is niks aan.
Nog een kanttekening: op thematisch vlak schiet ‘The Last of Us Part II’ nét dat ietsje tekort. Het heeft duidelijk Heel Wat te zeggen over geweld, schuld en boete, maar omdat het ook gewoon een spel is - en dus léúk om jan en alleman over de kling te jagen - komt dat aspect minder hard binnen dan regisseur Neil Druckmann duidelijk voor ogen had. Het is een euvel dat wel meer games - zie ook: ‘Red Dead Redemption 2’ - teistert. Zolang je honderden mannetjes in de kop móét knallen om naar de volgende missie te kunnen, is het achteraf moeilijk zeuren over de gevolgen van je acties: bitterzoete melancholie laat zich moeilijk combineren met fotorealistisch ontploffende hoofdpixels.
Wat overblijft, is nog altijd één van de meest opvallende, bevredigende game-ervaringen van deze consolegeneratie. Naughty Dog had zich wat mij betreft een beetje vastgereden met de ‘Uncharted’-franchise. Het is in ‘The Last of Us’ dat ze steevast écht uitblinken - een beetje zoals Rockstar in mijn ogen ook altijd beter is met ‘Red Dead Redemption’ dan met ‘GTA’. ‘The Last of Us Part II’ is zo hun chef d’oeuvre geworden: een tot op de millimeter prachtig ontworpen totaalpakket met enkele van de beste, spannendste gevechtservaringen die ik ooit meemaakte, en met personages die een anders nu ook weer niet zo speciale plot moeiteloos - Abby haar armen al gezien? - naar een hoger niveau tillen.
Dat is het eigenlijk: Ellie, Joel én Abby zitten in mijn hart, althans tot - het zal wel onvermijdelijk zijn - een Runner het uit mijn borst komt rukken, of iemand er een verroeste keukenschaar in ramt. Maar tot dan zitten ze daar goed.