The Libertines: het grote rehABC
We zijn de laatste weken vaak onder de mensen geweest, en het viel op: er wordt uitgekeken naar ‘Anthems for Doomed Youth’, de nieuwe plaat van het herenigde The Libertines. Waarom maken zij nog zo veel warme gevoelens los? Lees het in Humo’s Grote reh-ABC.
Albion
De archaïsche, dichterlijke naam voor een geïdealiseerd Groot-Brittannië van weleer. In de Libertines-mythologie is de Albion een schip waarmee Pete en Carl op avontuur vertrekken: een romantische zoektocht naar de essentie van de Britsheid. Die wordt voornamelijk gevonden in films en boeken van de jaren 50 en 60, ‘toen dit land nog groots was’. De debuutplaat van Babyshambles – de groep waar Pete The Libertines voor inruilde – heette ook ‘Down in Albion’.
Bonje
Bonje, ruzie, stampij, rel, kift, stront, gekrakeel, mot: acht woorden die het verhaal van The Libertines prima samenvatten. Maar dat wéét u, en dit had dus ook onder de A van ‘Algemene Kennis’ kunnen staan, of bij de G van ‘Geeuw’. We houden het kort. Twee frontmannen, ooit waren het net broers, komen té dicht in elkaars comfortzone, en kunnen elkaar na verloop van tijd ruiken noch zien. Er zijn publiek uitgevochten ruzies, vuilspuiterij in de pers, algemene spreekstops, een milde zelfmoordpoging. Pete voelt zich gekwetst omdat de groep zonder hem op tour gaat, Carl is gekrenkt omdat Pete zijn vuile naalden zomaar laat rondslingeren, etcetera. Het bekendste voorval is de inbraak van Doherty in het appartement van Barât, op zoek naar spullen om te kunnen verkopen voor drugsgeld. Doherty ging twee maanden naar de gevangenis; de dag dat hij vrijkwam stond Barât hem op te wachten. ‘Ik wilde niet dat de slechteriken hem weer in hun macht zouden krijgen.’ Daarna ging het bergaf. Drummer Gary Powell legt het zo uit: ‘Pete weet dat we hem altijd zullen vergeven, wat hij ook doet. Die wetenschap slaat meteen al zijn remmingen weg.’ Voor de opnames van de tweede Libertines-plaat werd security ingehuurd: om de groepsleden tegen elkaar te beschermen.
Can’t Stand Me Now
Vuile was aan de draad. De song waarin Pete en Carl het explicietst zingen over hun broze verhouding – zo openlijk dat het bijna ondraaglijke cinéma vérité wordt. Geschreven niet lang nadat Pete uit de gevangenis kwam, na zijn inbraak. De openingssong van tweede plaat ‘The Libertines’, en één van hun allerbeste.
Delvin the Wizard
In 1999 gingen Pete en Carl in een gekraakte, leegstaande fabriek in de Londense wijk Stoke Newington wonen, bij een hippie die zich Delvin The Wizard liet noemen. Delvin was een onstabiele figuur, maar qua leefomgeving was het een oase in vergelijking met het Noord-Londense bordeel waar ze vandaan kwamen. Daar had één meisje geprobeerd Pete met een schaar in de buik te steken. Carl: ‘Erger: ze heeft ook een blikje kattenvoedsel over mijn hoofd gekieperd. En ze had niet eens een kat! Niet veel later heeft ze zichzelf proberen te vergassen in de oven. Het werd tijd dat we vertrokken.’
In het kraakpand, waar ze van Delvin mochten wonen, repeteren en concerten organiseren, woonde ook een meisje die Sandra De Bosnimf werd genoemd. Pete: ‘Ze was een Franse danseres, haar act bestond erin dat ze dansend uit een groot plastieken ei klom, omringd door vuur.’ Was ze goed? ‘Ze was een vrouw die uit een ei klom, wat moet ik zeggen? Ze was oké.’
'Pete weet dat we hem altijd zullen vergeven, wat hij ook doet. Die wetenschap slaat meteen al zijn remmingen weg'
Eerste interview
Uit het allereerste interview dat Pete en Carl ooit gaven, aan het Britse muziekblad NME:
Pete «Iedereen is een libertijn.»
- Hoe bedoel je dat?
Pete «Mijn familie denkt dat de libertijnse levensvisie hetzelfde is als sadisme, maar dat klopt niet. (Tegen de journalist) Trouwens: denk jij dat ons een roemrijke toekomst te wachten staat? Persoonlijk denk ik dat Carl en ik tegen Kerstmis allebei dood zullen zijn. (Richt zich tot het dictafoontje op tafel) Mama, luister. Je weet dat ik je graag zie. We ontmoeten elkaar volgend jaar opnieuw, het enige verschil is dat ik dan een geest zal zijn. Niet erg: geesten hebben goede stemmen.»
- Nog iets?
Pete «The Queen is een sletterige oude trut.»
Fun facts
- Pete ontdekte onlangs dat er erotische fanfictie over hem en Carl te vinden is op het internet. ‘Raar. Aan de details valt te merken dat de mens in kwestie ons van dichtbij moet hebben gekend. Hij of zij heeft er ook veel werk in gestoken. Je leest pagina’s lang poëtische stream of consciousness, en dan ineens báf! Mijn lul in het oor van Carl.’
- In juni 2008 laat Pete een marmeren standbeeld van zichzelf maken, afgebeeld aan het kruis, omringd door kranten: ‘For Pete’s Sake’, ofte de kruisiging van Pete door de media.
- Wanneer Rough Trade The Libertines in 2002 een contract aanbiedt, viert de groep dat in stijl: ‘We haalden een grote som geld van de bank, gingen met het strijkijzer over de briefjes en stapelden ze op in de koelkast tot die helemaal vol zat. Je moet iets, hè.’
- Carl heeft een bijnaam voor zijn weke delen: ‘My Horribles.’
Gary en John
Gary Powell en John Hassall, de twee ándere Libertines. Powell is de drummer die in de band destijds Paul Dufour opvolgde, een vijftiger die Mr. Razzcocks werd genoemd. Later zou Powell ook drummen bij Dirty Pretty Things, de nieuwe band van Barât.
John Hassall, de bassist, verhuisde na het ontbinden van The Libertines 1.0 naar Denemarken. Daar werd hij op een dag opgebeld door Pete Doherty, die hij op dat moment al jaren niet meer had gesproken. ‘Pete klonk in paniek. Zei dat hij ook in Denemarken was, op straat ruzie had gekregen met een paar Amerikaanse toeristen en dat ze waren beginnen te vechten. Of ik misschien eens kon komen helpen. Zo zijn we terug met elkaar in contact gekomen, en daar is de kiem van deze reünie gezaaid.’
Hitler
Popquiz tussendoor: wat hebben de Britse prins Harry en Pete Doherty met elkaar gemeen? Antwoord: ze mogen allebei graag een slecht getimede Adolf Hitler-imitatie neerzetten. Carl: ‘Pete heeft zijn Adolf vaak bovengehaald, maar ik herinner me vooral die keer dat hij net een Oostenrijks meisje had versierd, ergens in een concertzaal. Hij was met haar de toiletten ingestapt. Ik kon niet zien wat daar gebeurde, maar toen ze weer buitenkwamen, droeg hij een nepsnor en stond de afdruk van haar hand op zijn wang.’
Internet
Betaal hem twee pinten, en ene Richard Day – een vroege fan van The Libertines en later lid van Doherty’s hofhouding – zal je vertellen over die keer in 2004 dat hij de demo’s van de tweede Libertines-plaat op het internet heeft gelekt. ‘Ik zat bij Pete thuis rustig mijn kater weg te drinken toen hij me ineens een lege cd-rom toeschoof. Waarna hij me alleen in de kamer liet met zijn laptop, met daarop de demo’s. De onuitgesproken opdracht: ‘Neem die songs mee en zet ze later op het internet – ik heb het je niet zien doen, oké?’’ Vroege versies van ‘Can’t Stand Me Now’ en ‘The Man Who Would Be King’ werden gepost op thelibertines.org, dat een trefpunt werd voor diehards en waarrond een bloeiende en trouwe fangemeenschap ontstond. Pete wist in die tijd – vóór Twitter en YouTube – al heel goed hoe je het internet kon gebruiken om de buzz rond je band aan te dikken.
Jake Gosling
Na de aankondiging van de nieuwe Libertines-plaat gonsde Groot-Londen van de geruchten over wie de producer zou worden. John Leckie (John Lennon, The Fall, The Stone Roses, Novastar), Stephen Street (Blur, The Smiths, Babyshambles), James Ford (Arctic Monkeys), Noel Gallagher en The Clash-gitarist Mick Jones (die hun eerste twee platen producete) draaiden mee in de geruchtenmolen, maar het is Jake Gosling geworden. Gosling is bekend om zijn werk voor Ed Sheeran en One Direction, en dus een verrassende keuze. Carl: ‘‘Anthems’ mocht géén plaat worden die klinkt als ons oude werk. Net zoals we destijds niet als een ninetiesact wilden klinken, willen we nu geen band uit 2004 zijn. Daarvoor hadden we iemand nodig als Jake.’ Naar verluidt zou label Virgin EMI aangedrongen hebben op James Ford, maar daar kon volgens de band geen sprake van zijn: ‘Waarom zouden we willen klinken als de Arctic Monkeys? Zonder The Libertines waren de Monkeys er nooit geweest. We moeten niet zot doen.’
Kipling
Rudyard Kipling, de eerste Engelstalige Nobelprijswinnaar voor Literatuur, en de jongste ooit. Vanuit zijn graf in Poets’ Corner, Westminster Abbey een blijvende inspiratiebron voor het songschrijversduo Barât/Doherty. De oude Libertines-song ‘The Man Who Would Be King’ deelde zijn titel met een Kipling-kortverhaal, en ‘Gunga Din’ is behalve een Kipling-gedicht nu ook de nieuwste single van The Libertines. Goede song: toegepaste reggaerock, en een prima poging om het Libertines-geluid nieuw leven in te blazen zonder te ver af te dwalen van de canon.
Ladyshambles
De gelegenheidsnaam van Babyshambles toen ze voor een optreden in Keulen het podium betraden in vrouwenkleren. Te vinden op YouTube: de beelden zijn schokkerig, het geluid om zo snel mogelijk te vergeten, maar die rode beha stond Doherty goed.
McGee
Alan McGee, nu 54, was in de jaren 80 en 90 één van de prominentste bandmanagers in Groot-Brittannië. Begeleidde succesvolle acts als The Jesus And Mary Chain, My Bloody Valentine, Primal Scream, Oasis en ook The Libertines naar en op het hoogtepunt van hun roem. Stuk voor stuk notoir moeilijke bands, wat doet vermoeden dat McGee een masochist is die van zijn hobby een beroep heeft kunnen maken.
Alan McGee «De broers Reid (van The Mary Chain, red.) feestten en feesten hard, maar het zijn normale mensen. Oasis feestte hard, maar was verder perfect normaal. Ze hebben een gezin, verplichtingen, normen, rustige avondjes thuis. Pete Doherty is níét normaal. Zijn lichaam is zo sterk als dat van een os. Je kan denken dat hij er niet meer zo fris uitziet, maar met wat hij allemaal heeft gedaan, zou je hem veel, véél erger verwachten. Pete is voortdurend Pete, vierentwintig uur per dag.»
Nalatenschap
Als we de anekdotes en de gebakken lucht links laten liggen: wat is dan de erfenis van The Libertines? Twee platen: ‘Up the Bracket’ en ‘The Libertines’. Ze staan op Spotify en Deezer, en uw favoriete platenboer heeft ze ook liggen. De eerste is een moderne punkklassieker, de tweede is nog beter en er wordt van gezegd dat ze de indierock destijds weer rauw, spannend én volstrekt indie maakte, in een tijd dat Britse groepen als Oasis dat begrip volledig hadden uitgehold. Boek eens een paar uur tijd voor uw oren. Mocht ‘Anthems for Doomed Youth’ straks compleet tegenvallen, dan heeft u zich tenminste niet voor niets door dit ABC geworsteld.
Over het graf
‘Anthems’ werd geïnspireerd door twee overleden vrienden van de band. Eén ervan is Amy Winehouse, over wie Pete onlangs zei: ‘Ze was, behalve een heel goede vriendin, ook altijd kritisch. Van geen enkele song die ik schreef toen ze nog leefde, heeft ze gezegd dat ze hem goed vond. Tijdens de opnames van ‘Anthems for Doomed Youth’ hing haar foto aan de muur, om ons aan te sporen om beter en beter te doen.’ De tweede is Alan Wass, ooit kortstondig lid van The Libertines, frontman van The Lipstick Melodies en één van de beste vrienden van Doherty. Op 26 april van dit jaar overleed hij aan een overdosis heroïne. Aan hem is deze plaat opgedragen.
'Waarom zouden we willen klinken als de Arctic Monkeys? Zonder The Libertines waren de Monkeys er nooit geweest'
Pigman
De bijnaam van Carl voor Pete.
Queens Park Rangers
West-Londense voetbalclub, volgens Doherty ‘het beste team in de wereld’. Als tiener schreef hij voor het QPR-fanblad All Quiet on the Western Avenue.
RV
Als er niet moet worden opgetreden en geen songs geschreven, doorkruist Pete tegenwoordig Europa in een uitgebouwde camper – een RV in het Engels. Carl: ‘Ik wil niet meer weten hoeveel drugs hij neemt als ik er niet bij ben, dat is beter voor mijn gemoedsrust. Ik zie alleen dat hij en zijn voertuig een nogal sterke ‘Breaking Bad’-vibe afgeven.’
Scooter
Eén van de nieuwe Libertines-songs heet ‘Fame & Fortune’, over de tabloiddagen van de band. Omdat er na de opnames nog iets aan ontbrak, heeft producer Gosling een motorfiets de studio binnengebracht, er iemand op laten surplacen en vervolgens op ‘record’ gedrukt. ‘Fame & Fortune’ heeft een scootersolo.
Thailand
Thailand is het land waar de songs voor ‘Anthems for Doomed Youth’ geschreven werden. Doherty was daar toch al voor een ontwenningskuur, de rest wou naar Pattaya: drie vliegen in één klap. Ook in de aanloopperiode naar ‘The Libertines’ – hun tweede en beste – had Doherty al drie vergeefse ontwenningskuren in Thailand gevolgd. Tijdens de laatste ontsnapte hij er uit het Thamkrabok-klooster en werd hij een korte wijle als vermist opgegeven.
Up the Bracket
De debuutplaat van The Libertines, opgenomen in de RAK Recording Studios in St. John’s Wood en uitgebracht op 14 oktober 2002 door Rough Trade. ‘Up the Bracket’ – vrij vertaald: ‘op uw muil’ – was een uitdrukking die vaak gebruikt werd door de Britse comedian Tony Hancock, populair in de fifties, gestorven in ’68, maar een halve afgod voor Doherty.
Vreemd water
In de lijst ‘Muzikanten die vreemde dingen meenemen op tournee’ staat behalve Eminem (zijn koikarper) en Ryan Adams (zijn eigen flipperkast) ook Carl Barât: ‘Ik functioneer niet zonder mijn thee, en elders weten ze niet hoe ze thee moeten zetten. Ik nam altijd al mijn eigen theezakjes mee op tournee – maar in het buitenland smaakt het kraantjeswater slecht, dus dat volstond niet. Ik ga nu nergens meer heen zonder mijn reservoir Brits kraantjeswater.’
Wolfman
Of: Peter Wolfe. Dichter, muzikant, fulltimemafkees. Eén van de vele kleurrijke figuren die in het begin van de jaren 2000 ineens in het gezelschap van Pete Doherty opdoken. Deelde op zijn 18de een flat met Shane MacGowan, kreeg jaren later een documentaire aan zich gewijd met de titel ‘The Greatest Unknown Rock ‘n’ Roll Star’ en bracht de dichtbundel ‘Pornografika’ uit. Over Doherty, met wie hij een cokeverslaving deelde, zei hij: ‘Fantastische mens. Soms een klootzak, soms heel lief. Misschien wel de allereerste mens die mij in de ogen keek en níét dacht: ‘Wat een lul.’’ Samen namen ze, in 2003, het zeer fraaie ‘For Lovers’ op. Meedrijvend op de hype en het succes van The Libertines strandde het nummer op de zevende plaats van de Britse singlestop.
X
X is het pseudoniem dat in de bedenkelijke biografie ‘Kids in the Riot: High and Low with the Libertines’ gebruikt wordt om het over een onfortuinlijke tourmanager te hebben. Schrijver Pete Welsh vertelt over die keer dat hij, samen met Pete Doherty, de backstage van het Crystal Palace Sports Centre vernielde en hoe ze daarbij X met ijsblokjes bekogelden. ‘Pete was nog niet de totale rebel die hij geworden is. Toen kon hij de hele maatschappij nog niet aan, maar hij was wél al een gevorderde school bully, en ik weet dat het leven van X één volledige tour lang een hel was. Die dag in Crystal Palace stonden The Libertines in het voorprogramma van de Sex Pistols, en ik herinner me vooral de hypocriete, afkeurende blik van John Lydon, die het allemaal had gezien. De tijden, en hoe ze kunnen veranderen.’
Youth
‘Anthems for Doomed Youth’ leent zijn titel van Wilfred Owens beroemde Eerste Wereldoorlog-gedicht. Pete in een recente quote over jeugd: ‘We zijn allemaal gedoemd om oud te worden en te sterven, maar de maatschappij spuwt ons uit als we er niet in slagen jong te blijven. Een onhoudbare situatie, maar niemand die er iets aan wil of kan doen. Daarover gaat ‘Anthems for Doomed Youth’.’
Zevenentwintig
Nog één keer Pete Doherty, nu over jong sterven: ‘Carl en ik, we zijn overlevers. Carl had een tweelingbroer die heel jong gestorven is; het is lang onze indruk geweest dat die jongen verder leefde in Carl. En zelf heb ik heel hard mijn best gedaan om deel uit te maken van Club 27. Ik heb meermaals, en ongeveer 365 dagen lang, op hun deur geklopt. Maar ze moesten mij niet. Ik weet dat ik blij zou moeten zijn, maar het voelt alsof de kosmos vond dat ik niet getalenteerd genoeg was om in het rijtje Kurt, Amy, Jimi, Janis en Jim te staan. Ook daarom wilde ik een nieuwe Libertines-plaat maken: ik moest de kosmos nog een vinger tonen.’