The Low Anthem - Smart Flesh
Noem ze folkies. Noem ze halfzachte studentjes. Noem ze neohippies. Noem ze geitenwollensokkenbreiers. Misschien zijn die van The Low Anthem dat wel allemaal tegelijk, maar zelfs dat kan niks afdoen aan het feit dat ze ons drie jaar geleden compleet midscheeps troffen met 'Oh My God, Charlie Darwin', een klein mirakel van een plaat.
En we stonden toen absoluut niet alleen met onze bewondering: 'OMGCD' eindigde hoog in de eindejaarslijstjes van zowat elk respectabel muziektijdschrift, en collega-muzikanten waren al even gul met lof. Tot en met Bruce Springsteen , die beleefd liet vragen of het misschien mogelijk was het trio een keer te ontmoeten - en niet andersom.
En nu is The Low Anthem, ondertussen uitgebreid tot een kwartet, klaar met een opvolger. Een nieuw meesterwerkje is die 'Smart Flesh' niet geworden, maar erg veel scheelt het niet. Opener 'Ghost Woman Blues' is bijvoorbeeld zo verkillend mooi dat een mens weinig anders kan doen dan ernaar luisteren, even heel, héél stil worden en vervolgens op de repeatknop drukken. Klein terzijde: auteur van dit adembenemende nummer bleek de ons volstrekt onbekende George Carter te zijn, een obscure bluesman uit de jaren twintig van wie maar vier opnames bekend zijn, en over wie u zelfs op Wikipedia niks zult terugvinden.
Van hetzelfde kaliber zijn de bloedmooie countrysleper 'Apothecary Love' en de verstilde pracht van 'Love & Altar' en 'Golden Cattle' , twee songs die helemaal drijven op de hemelse harmonieën van de groep. Dat de vier elders op deze plaat de meest bizarre instrumenten laten aanrukken (van een mondharp en stylophone tot pomporgels en een zingende zaag), klinkt op papier als een gimmick, maar blijkt in de praktijk louter functioneel. En overigens blijft het aller-, allervreemdste instrument van The Low Anthem de wonderlijke stem van Ben Knox Miller : de eerder al vermelde fan B. Springsteen kon bijvoorbeeld niet geloven dat op 'Oh My God, Charlie Darwin' maar één zanger weerklonk, in het ene nummer engelachtig zuiver en in het volgende even rochelend als Tom Waits . En wie op 'Smart Flesh' nummers als 'Burn' of de titeltrack beluistert, zou zweren dat ze dit keer Leonard Cohen als gastzanger ingehuurd hebben.
In tegenstelling tot op hun vorige wordt de volumeknop slechts twee keer een klein beetje naar rechts gedraaid. Eerst in de bijna surrealistische Twin Towers-song 'Boeing 737' ('I was in the air when the towers came down / In a bar on the 84th floor'), waarin ze zich muzikaal geestverwanten van Arcade Fire tonen. En een tweede keer in het prachtige 'Hey, All You Hippies!' , dat ons op de één of andere manier telkens opnieuw aan The Band ten tijde van 'The Basement Tapes' doet denken. Grappig: de song wordt op hun site fijntjes opgedragen aan de oerconservatieve, hippievretende ex-president Ronald Reagan : 'Beste Ronald Reagan, president, beschermer, liefhebber van de vrijheid, poëet van de rechtvaardigheid, we waren te jong om u nog persoonlijk te hebben gekend, maar we smolten weg voor uw verschijning op het zilveren scherm. Bedankt om ons, gedegenereerden, erop gewezen te hebben dat we van onze luie kont moesten komen. Deze song is voor u, zaliger gedachtenis.'
Oké, ga uw gang: noem ons folkies. Noem ons halfzachte studentjes. Noem ons neohippies. Noem ons geitenwollensokkenbreiers. Wij blijven van The Low Anthem houden, man.
The Low Anthem speelt op zondag 3 april in de Ancienne Belgique in Brussel.