'The Marvellous World of Roald Dahl': mijn vaders grootste angst was dat zijn kinderen zich zouden vervelen
Roald Dahl, de Grote, Onvermoeibare Auteur, zou dit jaar precies 100 zijn geworden. Om dat te vieren, kunt u deze maand naar de verfilming van ‘De Grote Vriendelijke Reus’ gaan kijken. Of u kunt zich vanavond ook voor ‘The Marvellous World of Roald Dahl’ op de BBC nestelen. Het levensverhaal van de Britse auteur leest immers als een opwindende avonturenroman, zo spannend dat Matilda ’m in één ruk zou uitlezen. Vóór hij begon te schrijven, was Dahl onder meer uitvinder, gevechtspiloot én spion. Naast zijn tweede echtgenote, Felicity Crosland, mag ook dochter Lucy Dahl vanavond honderduit over haar beroemde vader vertellen. De jongste dochter van Roald Dahl komt tegenwoordig aan de kost als auteur – de appel (of zo u wilt: reuzenperzik) valt dus niet ver van de boom.
'Lucy Dahl: 'Als mijn vader een verhaal vertelde en wij begonnen te geeuwen, dan wist hij dat hij zijn boek moest gaan herschrijven.'
- Zou uw vader blij zijn geweest met deze documentaire?
Lucy Dahl «Daar ben ik zeker van. De boeken van mijn vader worden vandaag nog steeds door nieuwe generaties ontdekt, en dat zou ’m enorm gelukkig hebben gemaakt. Het was zijn grootste wens dat kinderen blij zouden worden van zijn werk en dat ze zich erdoor begrepen zouden voelen. Hij zei altijd: ‘Kinderen hebben het niet makkelijk. Beeld je eens in dat je maar half zo groot bent als al die volwassenen en dat je op 99 procent van je vragen een ‘nee’ te horen krijgt? Je zou je voor minder verward voelen!’»
undefined
- Was Roald Dahl een fijne vader?
Dahl «Hij was een gewéldige vader. Hij moedigde mij en mijn zus voortdurend aan om de gekste avonturen te beleven. Ik weet bijvoorbeeld nog hoe mijn vader me eens alleen op pad stuurde met mijn pony – toen ik 10 was, nota bene! Hij wilde ook elke avond weten wat we die dag op school voor kattenkwaad hadden uitgehaald. En in plaats van ons te berispen, moedigde hij ons dan juist aan (lacht). Mijn vaders grootste angst was dat zijn kinderen zich zouden vervelen. Daarom maakte hij van alles een verhaaltje: als we bijvoorbeeld onze groenten niet wilden opeten, verzon hij dat die speciaal naar ons huis waren gebracht door een bediende van Buckingham Palace. En ’s ochtends reed hij ons soms in zijn pyjama en nachtmuts naar school. Of hij maakte ons in het midden van de nacht wakker, om in de bossen naar de Fantastische Meneer Vos op zoek te gaan.
»Natuurlijk kregen we ook elke avond een verhaaltje voor het slapengaan. Dan maakte mijn vader zijn beruchte ‘heksendrankje’ klaar, een heerlijke mix van perensap, melk en voedselkleurstof. Elke avond van de week had een eigen kleurtje: groen, rood, paars... Terwijl wij daaraan zaten te lurken, vertelde mijn vader een verhaal over James en de reuzenperzik, of over de Grote Vriendelijke Reus die in onze boomgaard woonde. Later, toen ik volwassen was, heeft hij me eens verteld dat hij op zulke avonden altijd nauwgezet op onze reacties lette: als we begonnen te geeuwen, wist hij dat zijn idee niet goed was en dat hij zijn boek moest gaan herschrijven.»
- Sprak je vader weleens over zijn eigen avonturen, tijdens WO II?
Dahl «Ja, maar pas na zijn dood heb ik ontdekt dat hij daarover heeft gelogen. Zo had hij ons altijd verteld dat – toen hij gevechtspiloot was – zijn vliegtuig werd neergeschoten door de Duitsers en dat hij daardoor een ruggenletsel opliep. En dat hij daarom een kantoorjob bij de Royal Air Force in Washington kreeg. Pas onlangs heb ik ontdekt dat hij helemaal niet werd neergeschoten, maar dat de brandstoftank van zijn vliegtuig leeg was en dat hij daarom is gecrasht. Plus: hij heeft nooit bij de RAF in Washington gezeten, maar werkte al die tijd als spion, samen met Bond-schrijver Ian Fleming. (Glimlacht) De werkelijkheid was dus zo mogelijk nóg spannender.»
undefined