The Neon Judgement: het afscheidsinterview
Nog één keer zal The Neon Judgement knallen tijdens een livetournee, daarna trekken TB en Da Davo er voorgoed een streep onder.
Ter ere van de afgelopen Record Store day verscheen ‘Time Capsule 1980-2015’, een gelimiteerde verzamelbox met een bloemlezing van hun allerbeste werk op vinyl en cd, aangevuld met een minidocumentaire op dvd en een fanzine. En ’t is meer dan een folietje voor verzamelaars en overjaarse coldwavers: nog één keer zal The Neon Judgement knallen tijdens een livetournee, daarna trekken TB en Da Davo er voorgoed een streep onder.
TB Frank «Als The Neon Judgement gaan we er toch een tijdje mee kappen, ja.»
HUMO ‘Een tijdje’: je houdt dus nog een slag om de arm?
TB Frank (lacht) «Neenee, ’t is wel degelijk voor echt.»
Dirk Da Davo «De beslissing is dik anderhalf jaar geleden gevallen, toen we onze verzamelbox ‘Time Capsule’ aan het samenstellen waren. Nog één keer iets tastbaars voor de fans, en dan: klaar.
»Op mijn 15de had ik twee dromen: muzikant worden en naar Spanje verhuizen. Die eerste heb ik redelijk snel kunnen waarmaken, en na dertig jaar keihard werken kan ik nummer twee ook afvinken: in augustus verkas ik naar het eiland Fuerteventura. ’t Is er altijd zomer, en héél erg chill. Ik kijk er verschrikkelijk naar uit.»
TB Frank «Ik heb mijn voornaamste doelen ook bereikt: ik ben popster geworden, en ik woon op een boerderij met veel beesten en kinderen.»
Da Davo «Voor alle duidelijkheid: mijn verhuis is maar één van de redenen waarom we ermee ophouden. De collega’s van Front 242 wonen ook verspreid over Europa, en bij mijn weten zijn ze nog altijd niet gesplit.»
undefined
HUMO Hebben jullie er ooit eerder mee willen kappen?
Da Davo «Nee. In die 35 jaar hebben we alleen in 1999 helemaal niet opgetreden. Soms speelden we maar drie, vier concerten per jaar, maar we spéélden. Het is altijd mijn grootste angst geweest in achterzaaltjes te moeten wegkwijnen, maar zo ver is het gelukkig nooit gekomen. Nu ja: in de jaren 90 heeft het toch niet veel gescheeld. (Tegen Frank) Weet je nog, die keer dat we op kerstdag met ons drieën – wij en een geluidsman – helemaal naar Oost-Duitsland zijn gereden?»
TB Frank «Hoe zou ik die helse rit door de sneeuw kunnen vergeten?»
Da Davo «Vervolgens opgetreden voor vijf en een halve gothic, en ’s anderendaags terug naar België gereden. Spijt heb ik daar niet van, maar ’t voelde wel een tikje belachelijk (lacht).»
TB Frank «Je moet niet vergeten dat wij fameus onderweg zijn naar de 60: ik heb gisteren in mijn eentje onze hele set gerepeteerd, en hoewel ik nog redelijk goed in vorm ben, voelt dat toch hoe langer hoe meer als een marathon lopen.»
Da Davo «Het fysiek aankunnen is één ding, maar je wil toch ook dat de magie een beetje intact blijft? Ik bedoel maar: ik ben een paar jaar geleden voor het eerst naar Wire gaan kijken, de groep die me destijds de schok van mijn jonge leven had bezorgd, en dat viel serieus tegen. De muziek stond er nog wel, maar Colin Newman droeg verdomme een leesbrilletje! En hij las z’n teksten af van papieren die een roadie op een pupiter had klaargelegd! Nee, jong: het beeld dat ik al m’n hele leven van ze had, ging compleet aan gruzelementen. Alan Vega van Suicide: idem, sinds ik hem eens het podium op zag schuifelen. Ik neem het hem uiteraard niet kwalijk, hij zal het geld vast goed kunnen gebruiken, maar zo wil ik echt niet eindigen. Wij hebben vorig jaar nog een superfijne tour gedaan in Europa: we klonken beter dan ooit, en de diehards kwamen nog altijd opdagen. Maar ik gooi de handdoek liever op tijd in de ring.»
'Muzikant zijn is geweldig: je moet aan niemand verantwoording afleggen, en die vrijheid ging ons héél goed af'
Het begin: Koot & Bie in Leuven
De motor van The Neon Judgement loopt, zeker in de prille begindagen, op een explosieve cocktail van woede, paranoia en angst. De airco van de Koude Oorlog blaast op volle toeren, kranten en televisie spuwen onheilstijdingen, de crisis tovert lange rijen aan de stempellokalen, het Systeem verplettert het individu. En in een Leuvens café probeert de jonge Frank Vloeberghs een basversterker te verkopen aan de twee jaar jongere Dirk Timmermans.
HUMO Een basversterker haalt men doorgaans niet in huis uit decoratieve overwegingen; ik neem dus aan dat je al in een groepje speelde?
TB Frank «Eentje? Ik geloof dat ik een stuk of zestien groepjes heb versleten voor ik met Dirk muziek begon te maken. Je kent dat: je begint met een paar mensen samen te spelen, maar elke twee weken wissel je van gitarist, drummer of genre. Het eerste nummer dat ik ooit live op een podium heb gespeeld was ‘The Jean Genie’ van Bowie, op een oude radio die als versterker moest dienen. Halverwege het derde akkoord ontplofte die radio – groot spektakel, maar ik was wél m’n versterker kwijt. Toen ben ik bij mijn ma gaan zagen voor een grote basversterker: ik kreeg ’m, maar niet lang daarna ben ik de Bob Dylan-toer opgegaan en had ik die kleerkast van een versterker dus niet meer nodig. En het geld had ik nodig voor een nieuwe moto. Ik heb Dirk inderdaad aangesproken op café: hij had geen interesse in mijn versterker, maar hij bleek wel bij me in de buurt te wonen. Toen had ik plots een vriend om wafels mee te gaan eten, met de moto te gaan rijden en euh, met drugs te experimenteren.»
Da Davo «De muziek is inderdaad pas later gekomen.»
TB Frank «We speelden allebei gitaar, en na verloop van tijd begonnen we wat dingetjes op te nemen met een bandopnemertje. Die dingetjes waren geen muziek, eerder ‘Het Leugenpaleis’-achtige sketches.»
Da Davo «We waren ook grote fans van Van Kooten en De Bie: we dachten daar eerst mee verder te gaan, maar ’t is anders uitgedraaid: we zijn tegen de rock-’n-roll aangebotst.»
Aangevuurd door oudere helden als Pink Floyd, The Stooges, Jimi Hendrix en The Velvet Underground en jonger geweld als Suicide en Cabaret Voltaire tovert Agnosis, zoals de groep van TB (naar de ziekte, jawel) en Da Davo (een verbastering van ‘the devil’) dan nog heet, felle vonkenregens in het repetitiehok tevoorschijn. Of wordt er in die jaren nog vooral geknoeid?
undefined
TB Frank «Toch wel een beetje. Dirk had een synthesizer gekocht, en daar staan best veel knoppen op. Het duurt dan ook een tijdje voor je daar iets uit krijgt dat op muziek lijkt. Maar we amuseerden ons wel rot.»
Da Davo «Rare soundscapes zijn toch óók muziek? (lacht) Maar ’t klopt dat we niet meteen nummers zijn beginnen te schrijven met strofes en refreinen en zo.
»Ons eerste optreden was tijdens een rockconcours in Leuven, vlakbij de Oude Markt. Veel vaart zat er niet in onze set. Dat lag aan de vele effectpedaaltjes waarmee we toen werkten, en die we uitgestald hadden op een behangerstafel: elk nummer had z’n eigen specifieke sound, maar daardoor moesten we wel voortdurend alle kabeltjes uittrekken en versteken. Kortom: tussen elk nummer zat een pauze van een paar minuten, en het publiek had geen idee of het nu wél of niet bij onze act hoorde.»
TB Frank «Ik geloof niet dat we toen gewonnen zijn. Maar in het concours van Leo Caerts in Tremelo waren we wel mooi tweede.»
In 1982 brengt de groep, die voortaan door het leven gaat als The Neon Judgement, haar eerste single uit: ‘Factory Walk’, een herwerking van een nummer dat ook al op hun cassette ‘Suffering’ stond. In Humo gewaagt ene (MaG) van ‘fabrieksellende op het tempo van de ritmebox (...). Er zit meer dan de stereotiepe doem in Neon Judgement (...), maar de mogelijke kracht van de song wordt genekt door de automatiek. Toch een aanzet.’
Beluister 'Factory Walk'
undefined
'Als student heb ik plecht ig gezworen, nadat ik twee dagen aan de band had gestaan in de Stella-fabriek: ‘Dit nooit meer'' TB FRANK
Terwijl The Neon Judgement de lokale jeugdhuizen in het Leuvense platspeelt met zijn mix van new wave, disco en funk, blijven Da Davo en TB songs componeren en opnemen met producer Ludo Camberlin. In 1983 verschijnt op diens label Anything But Records de maxisingle ‘Cockerill-Sombre’: vier songs, waaronder het tijdloze ‘The Fashion Party’.
Beluister 'The Fashion Party'
undefined
Da Davo «De Humo-recensie van die plaat – nota bene door Marc Mijlemans – kan ik na al die jaren nog woordelijk opzeggen: ‘Ik heb niks tegen synthesizers, maar ze moeten niet komen zagen.’»
TB Frank «Ik heb toen een lezersbrief naar Humo gestuurd die eindigde met ‘Ik heb niets tegen mensen die hun brood verdienen door naar muziek te luisteren, maar ze moeten niet me(M.M.)en.’ Als je behalve je ziel ook je laatste dopgeld in zo’n plaat hebt gestopt, dan stéékt zo’n recensie.»
undefined
De Doorbraak: met Roy Orbison op tournee
Op de compilatie ‘1981-1984’ uit 1985 treft diezelfde Mijlemans naar eigen zeggen muziek aan ‘die ergert, afstoot en bevreemdt. Het is geen plaat om aan te bevelen. Maar het heeft iets. Het laat niet onverschillig.’ En vanaf de ep ‘MBIH!’ is hij helemaal mee: ‘De eenzame wolven hebben hiermee bewezen dat groepen hun lot in eigen handen dienen te nemen, dat het lonender is om vastberaden een geluid op te bouwen en een visie te ontwikkelen dan in cafés te zitten afgeven op de domheid van de media en de onverschilligheid van de wereld. ‘MBIH!’ is de overwinning van de eigenzinnigheid. Een mooie overwinning.’
Da Davo «Mijlemans is overstag gegaan door ‘I Wish I Could’.»
Beluister 'I Wish I Could'
HUMO ‘Eén van de allerbeste songs ooit op plaat gezet in dit land,’ zo schreef hij, ‘een donkere draaikolk van verlangen en een mogelijke hit, verbazende internationale klasse.’ Toen hij jullie later interviewde, vroeg hij zich wel hardop af waarom ‘die perfecte hit’ nooit op single is uitgebracht. Waarop Frank antwoordde: ‘Wij houden er niet van om dingen te doen die voor de hand liggen. Vooral Dirk gaat dan dwarsliggen.’
TB Frank «Ik geef toe dat we veel foute singles hebben uitgebracht (lacht). Anderzijds: ‘Tomorrow in the Papers’ was wél een single van diezelfde plaat.»
Beluister 'Tomorrow in the Papers'
undefined
HUMO In de begindagen deden jullie alles zelf, maar halverwege de jaren 80 tekenden jullie bij Play It Again Sam, een jong label in steile opmars. Waarom daar?
Da Davo «Hoe bedoel je? We hadden geen andere keuze (lacht). Serieus: bij de majors – EMI, Warner of Universal – konden we met onze weinig radiovriendelijke muziek helemaal niet terecht, en de Belgische muziekindustrie stond verder nog zo’n beetje in zijn kinderschoenen. Wij hadden ook geen management met wie we daarover konden overleggen.»
TB Frank «Behalve Paul Severs had ongeveer níémand een echte manager. T.C. Matic, ja – een zekere Herman Schueremans trouwens.»
Da Davo «PIAS was nog niet het bedrijf dat we vandaag kennen, maar hun distributiearm reikte wél tot in het buitenland. En die insteek was broodnodig voor The Neon Judgement, want in België lustten ze ons veel minder dan in de rest van de wereld.»
TB Frank «We zijn jaren later wel eens gaan praten met EMI, maar veel is daar niet uitgekomen.»
HUMO Jullie maakten vier platen voor PIAS, onder anderen met Jean-Marie Aerts aan de knoppen. Maar echt helemaal vlot liep dat niet: ooit lieten jullie vallen dat ‘The Insult’ zo heet vanwege een behoorlijk teleurstellend voorstel van de platenfirma.
TB Frank (kijkt naar Da Davo) «Misschien moeten we het daar maar niet over hebben.»
Da Davo «Beter van niet.»
TB Frank «Ik zal dat verhaal nogmaals bevestigen en er vervolgens netjes het zwijgen toe doen. ’t Gaat over geld, en dan is dit niet de geschikte tafel om het uit de doeken te doen.»
HUMO Feit is dat jullie in de stal van PIAS wél konden groeien, en vooral: andere wegen inslaan.
Da Davo «Dat is zo: vanaf ‘Horny as Hell’ maakten we platen waarop rocknummers werden gevolgd door een streepje industrial, en waar zowel country, pop en blues de revue passeerden. Wij dachten: het dwingt de mensen om aandachtig te luisteren. Fout gedacht, zo bleek. Maar hadden we dan vijf keer dezelfde plaat moeten maken? Puur commercieel gezien was dat een betere zet geweest. Maar je moet nog in de spiegel kunnen kijken zonder je te schamen, hè?»
'We tourden in een piepkleine aftandse bestelwagen. Acht of tien man binnenin, en onze volledige backline 3 meter hoog gestapeld op de bagagedrager op het dak. Beestige tijden!' DIRK DA DAVO
TB Frank «De vrienden van Front 242 zijn wél trouw gebleven aan hun concept – overigens een wreed straf concept, met die podiumkostuums en dat strakke artwork en zo. Dat zagen wij niet zitten: wij wilden liever met andere stijlen experimenteren. Helaas sloeg dat niet meer zo aan.»
Eén lichtpunt: weinig Belgische groepen die halverwege de jaren 80 en begin jaren 90 zo veel kilometers hebben gevreten op de Europese, Amerikaanse en Canadese snelwegen als The Neon Judgement.
TB Frank «Heb je dat tourschema uit ’87-’88 gezien dat we in het krantje bij de ‘Time Capsule’-box hebben afgedrukt? Zestig concerten in amper een jaar tijd lijkt misschien goed te doen, maar als je ’t verdeelt over de hele wereld – een week Canada hier, anderhalve week Duitsland daar – dan was dat behoorlijk crazy.»
Da Davo «Vooral omdat we niet met een comfortabele tourbus reden, zoals groepen tegenwoordig doen, maar in een piepkleine aftandse bestelwagen. Acht of tien man binnenin, en onze volledige backline 3 meter hoog gestapeld op de bagagedrager op het dak. Beestige tijden!»
HUMO Oorlogscameraman en televisiemaker Daniel Demoustier – toen naar eigen zeggen ‘lichtman, tourmanager, groupieversierder, drugszoeker en algehele pretaanstoker’ voor de groep – herinnert zich vooral heftige discussies over welke muziek tijdens de urenlange ritten gespeeld moest worden.
TB Frank «Klopt. Zo’n tournee is een heksenketel, dus onderweg luisterde ik het liefst naar rustige muziek: Elvis Presley of Roy Orbison of zo. Maar Dazzle verkoos Throbbing Gristle of Crash Course In Science, en daar had ik dan meestal geen zin in.»
Da Davo «Op een gegeven moment was Daniel het echt kotsbeu dat hij wéér naar Roy Orbison moest luisteren. Hij drukt op eject, neemt die tape uit de radio en – ‘Dát doe ik met uw cassetteke, zie!’ – smijt ’m uit het venster. Waarop Frank, compleet verbouwereerd: ‘Maar allee, jong!’»
TB Frank «Een mens zou denken dat er leukere dingen bestaan dan zeven uur aan een stuk in een gammele bestelwagen geprangd zitten, maar toch waren die tournees heerlijk. Soundchecken, in de mood geraken, optreden, nog een feestje bouwen, drie uur slapen en weer de baan op – je leeft in een roes, maar ik heb me daar toch vaak heel gelukkig in gevoeld.»
Da Davo «Ik ook, ook al was ik dan constant stikkapot. Er was gewoonweg nooit tijd om eens bij te slapen. Na ons optreden kwamen we daverend van de adrenaline weer in de backstage, en als iemand dan zei ‘Hey guys, I know this great club, wanna join us?’ dan was het antwoord uiteraard: ‘Waarom niet?’ En zo ging het elke dag.
»Muzikant zijn is geweldig: je moet aan niemand verantwoording afleggen, en die vrijheid ging ons héél goed af. Financieel was het niet altijd simpel: nu is er zoiets als een muzikantenstatuut, maar toen was je als muzikant een echte outlaw. Maar dat neem je er allemaal bij. We hebben in de jaren 80 geen schatten verdiend, en een spaarboekje zat er ook niet in, maar we konden wel onze huur betalen en een pint gaan drinken: dat volstond.»
TB Frank «Een vet pensioen zit er alleszins niet in. Ik heb vorig jaar eens een voorlopige raming gekregen: 270 euro per maand.»
Da Davo «Maar geen nood: daar komen onze inkomsten van Spotify nog bovenop (lacht).»
Het einde: tegen de bodem gekwakt
HUMO ‘Ik wil nooit meer gaan werken,’ zo verklaarde Frank in ’86 in Humo. Stak het toen jullie in de jaren 90 plots veel minder platen verkochten en het voltijdse rock-’n-rollleven vaarwel moesten zeggen?
TB Frank «Niet echt. Als student had ik plechtig gezworen, nadat ik twee dagen aan de band had gestaan in de Stella-fabriek: ‘Dit nooit meer.’ Toen het wat minder ging met The Neon Judgement ben ik als freelanceklankman voor televisie gaan werken, en dat was best een fijne job: ik heb massa’s leuk volk ontmoet en heb de halve wereld gezien. En sindsdien baat ik een café uit in Leuven: ’t is vast werk, maar zo voelt het niet.»
Da Davo «Ik ben in de jaren 90 wél onzacht tegen de bodem gekwakt. Ik had eerst geprobeerd om van de muziek te leven, dus zonder dop en zonder OCMW, maar dat was niet vol te houden. Ook al omdat ik te vaak dingen moest doen die me maar half interesseerden: een béétje geld is nog altijd beter dan helemaal géén geld. Maar goed: ik wilde ook weleens wat zekerheid, dus ik ging aankloppen bij interimkantoren. Toen ik daar zei wat ik voordien had gedaan, trokken ze zulke grote ogen: ‘Twaalf jaar in een tourbus, meent ge dat?’ ‘Euh, ja hoor.’ Tot ik ergens aanschoof bij een juffrouw die zei: ‘Maar... ik ken u, ik heb al uw platen!’ Heel leuk om te horen, maar daarmee had ik nog geen werk. Die juffrouw heeft me dan een kans gegeven: bij Danone, aan de lopende band, in de ochtendploeg. Ging ik dus van het wilde rock-’n-rollleven naar het bestaan van een arbeider: om halfvijf uit mijn nest, en van zes tot twee aan de band. Geloof me: dan ben je nog zo groot.
»In de jaren daarna heb ik als magazijnier voor een platenfirma gewerkt en voor een firma van designverlichting, en nu werk ik al een tijdje deeltijds voor een vzw die evenementen voor kinderen organiseert. ’t Is een heel ander leven dan wanneer je heelder dagen in je studio zit te cocoonen, maar ik kan niet zeggen dat ik dit niet leuk vind. En ik maak nog altijd muziek, hè: ik heb in februari nog een plaat uitgebracht met Neon Electronics.»
HUMO Wie van jullie heeft het eerst geweend nadat de beslissing om te stoppen was gevallen?
TB Frank «Tot nog toe hebben we niet geweend, maar ik sluit niks uit.»
Da Davo «In september spelen we ons allerlaatste concert in de AB: dat lijkt me het geschikte moment. Trouwens: toen we in 2007 ons ‘Rewind’-concert in de AB speelden, heb ik fans echt tranen met tuiten zien huilen. En achteraf kwamen ze ons omhelzen en ons bedanken voor wat onze muziek in hun jeugd voor ze heeft betekend. Kippenvel kreeg ik er van! Geloof me: als iemand je dat komt vertellen, dan heb je als groep je doel bereikt en kun je met een gerust hart stoppen.»