'The Night Of': de seizoensmarathon
‘De waarheid zal je niet helpen, en als je dat niet begrijpt, mag je vaarwel zeggen tegen de rest van je leven.’ Dat krijgt de jonge Pakistaans-Amerikaanse student Nasir Khan (Riz Ahmed) te horen in de tweede aflevering van de HBO-miniserie ‘The Night Of’. Nasir zit in een politiebureau in New York nadat hij opgepakt werd op verdenking van moord.
'Nasir Khan wordt vals beschuldigd van moord: een afschrikwekkende blik in het Amerikaanse rechts-systeem.'
Nasir zit in een politiebureau in New York nadat hij opgepakt werd op verdenking van moord. Een paar uur voordien was hij met de taxi van zijn vader op weg naar een feestje, en onderweg heeft hij een jonge vrouw, Andrea, een lift gegeven. Ze zijn samen in haar appartement geëindigd, namen drugs en hadden seks, en toen Nasir ’s ochtends vroeg wakker werd, lag Andrea dood naast hem, badend in het bloed.
Door de drugs herinnert Nasir zich niets van wat er gebeurd is, maar hij schreeuwt zijn onschuld uit. Alleen maakt dat weinig uit voor de politie, die enkel een jongeman ziet die in paniek is weggelopen van een crime scene en bovendien het moordwapen – een mes – in zijn zak had zitten. Maar ook John Stone, een verlopen advocaat (een schitterende John Turturro) die
’s nachts de politiebureaus afschuimt op zoek naar klanten en zo bijna als bij toeval Nasir mag bijstaan, zit niet te wachten op de waarheid. Voor hem is het belangrijker dat het verhaal dat je in de rechtbank voor de jury vertelt, overtuigender is dan dat van de tegenpartij – de rest is bijzaak.
Omdat Nasir van Pakistaanse afkomst én moslim is, zit er aan de hele zaak in ‘The Night Of’ een racistisch kantje. Van de twee kerels die hem, wanneer hij samen met de blanke Andrea haar appartement binnengaat, een terrorist noemen, tot de rechercheurs die hun vooroordelen laten meespelen in hun onderzoek: het is meteen duidelijk dat het leven in de VS ook voor moslims zónder baard, uit een goede buurt van New York, niet gemakkelijker is geworden. Dat PRIME de acht afleveringen van ‘The Night Of’ in één lange marathon uitzendt op de 15de verjaardag van de aanslagen van 11 september, past dus wel. Toch is het racisme maar één aspect van de manier waarop het Amerikaanse juridische systeem Nasir in de steek laat. Net zoals de Netflix-documentaire ‘Making a Murderer’ is ‘The Night Of’ vooral een verhaal over hoe de politie haar eigen waarheid construeert en koppig najaagt, zonder te letten op de blinde vlekken en de tegenstrijdigheden. En over hoe een jongeman door het systeem opgevreten en uitgespuwd wordt: door de tijd die hij in de beruchte gevangenis van Rikers Island moet doorbrengen, in afwachting van zijn proces, verandert Nasir pas echt in een misdadiger. Door een bizarre wending van het lot werd halverwege augustus, enkele weken voor de finale van ‘The Night Of’ op televisie kwam, Brendan Dassey vrijgesproken. Dassey was één van de hoofdverdachten in ‘Making a Murderer’ en werd op zijn 17de veroordeeld voor de moord op Teresa Halbach, nadat hij eerst bekend had en daarna zijn bekentenis weer had ingetrokken. Een rechter oordeelde nu dat de manier waarop de rechercheurs die bekentenis uit de zwakbegaafde jongeman hadden gehaald, niet helemaal koosjer was, een vonnis waarmee iedereen die de ondervragingsscène in ‘Making a Murderer’ heeft gezien het wel eens zal zijn.
‘The Night Of’ is van de hand van misdaadauteur Richard Price en werd uitgezonden door HBO. Vandaar dat vaak de link gelegd werd met ‘The Wire’, de veelgeroemde serie over de politie van Baltimore waar Price ook aan meeschreef. Zeggen dat beide reeksen op dezelfde hoogte staan, zou echter te veel eer zijn voor ‘The Night Of’. In de kern is deze miniserie nog steeds een zoektocht naar wie Andrea vermoord heeft, terwijl ‘The Wire’ vanaf het begin veel breder ging – een simpele whodunit heeft daar nooit op tafel gelegen. Maar Price heeft met ‘The Night Of’ wel acht uur meeslepende televisie afgeleverd, een afschrikwekkende blik in de duistere dieptes van het Amerikaanse rechtssysteem.