The Ponys - Turn the Lights out
Branie, noise en soul: The Ponys, vier bevlogen retrorockers uit Chicago, hébben het - maar het blijft wachten op de eerste Ponys-plaat die het heeft. Ook na 'Turn the Lights Out', hun derde langspeler in evenveel jaar.
Na Moeilijke Tweede 'Celebration Castle' stapte gitaarwhizz Ian Adams op, nam Brian Case zijn plaats in en werd er op de tourbus gretig geluisterd naar diens uitgebreide collectie lp's van lawaaiverenigingen genre Sonic Youth en The Jesus and Mary Chain, invloeden die op 'Turn the Lights Out' als manna uit de hemel komen vallen.
undefined
Prodjoeste, samen met de groep: John Agnello, oudgediende van onder meer Dinosaur Jr. en de man achter de knoppen bij Sonic Youths 'Rather Ripped'. Agnello nam de teugels een stuk steviger in handen dan zijn voorgangers, wat resulteert in een gepolijste, gestroomlijnde klank - technisch is 'Turn the Lights Out' een reuzensprong voorwaarts. De groep spéélt ook beter; trefzeker, minder punk, meer puntjes op de i. En de songs, tja, die schieten weliswaar niet langer panisch alle kanten tegelijk uit, maar - en daar knelt het hoefje - de Ponys leunen nog te vaak op hun sound (en op een héél ruim assortiment goedkope fuzzpedaaltjes) om van a naar b te gaan, en te weinig op hun craft .
Dat die craft ten overvloede aanwezig is bewijzen ze nochtans in het donderende openingssalvo 'Double Vision' / 'Everyday Weapon' (korte, krachtige freak-outs) en nummers als 'Small Talk' (een kolkend mengsel van Joy Division en Echo & the Bunnymen) of de tweelingbroertjes 'Poser Psychotic' en 'Pickpocket Song' (Sonic Youther dan Sonic Youth). 't Is jammer: wanneer ze een versnelling terugschakelen of een lichte toets aanslaan, raken The Ponys het spoor bijster. In 'Shine', een veredelde Oasis-demo, gaat Jered Gummere (boomlange voorman, zet op z'n best een straffe Richard Hell neer) er zowaar vals van zingen.
Wij besluiten zoals we begonnen: deze jonge veulens moeten hun beste plaat nog maken.