The Rhythm Junks - It Takes a While
Het zal u niet ontgaan zijn: de Rock Rally is weer bezig. Honderd Vlaamse groepen kunnen nog dromen van een plekje in het pantheon van de Belgische muziek – u kent het lijstje van winnaars wel. Maar, wat ook gezegd mag worden: de wedstrijd brengt te vaak acts voort die enkel bestaan uit twee gitaristen (waarvan er één zingt), een bassist en een drummer. De missionarishouding van de muziek, kortom. Het mag al eens diverser zijn, dames en heren muzikanten én juryleden. De meerwaarde daarvan wordt deze week bewezen aan de hand van een kwartet releases.
We beginnen met de beste van het pak: BRZZVLL , de groep rond topsaxofonist Vincent Brijs. Het collectief dropt zijn vijfde plaat (First Let’s Dance ,★★★½) en doet dat samen met het heerschap Amir Sulaiman. Dat is een spoken word-artiest uit New York, en hij beantwoordt aan alles wat je daarmee associeert – übercool en gewapend met twee vuisten vol woorden. Zijn behoorlijk associatief neergezette vocals houden je bij de les op deze plaat, maar het zijn toch de muzikanten die voor het feestje zorgen. Want jongens, dat BRZZVLL is me toch wel een groepje, hoor. Ze spelen (afro)jazz, nu-soul, fusion en nog een dozijn andere vormen van ‘zwarte’ muziek en doen dat briljant. Het zijn bovendien virtuoze rasmuzikanten die niet de vermoeiende aandrang voelen om dat constant te tonen. Ondenkbaar dat er een coolere plaat dan deze zal verschijnen dit jaar. BRZZVLL klinkt als de grote stad op haar best: onweerstaanbaar.
Dat het helaas ook anders kan bewijzen The Rhythm Junks (‘It Takes a While’ , ★★). Ook bij hen geen gitaar te bekennen, maar een aparte opstelling van harmonica, bas en drums. En zang. The Junks kunnen zeker spelen, en een song als ‘Why Would I Worry’ willen we best een tweede keer horen. Maar: waar de songs van BRZZVLL in de regel twee keer zo lang duren, is de gevoelslengte drie keer korter. Bij Brijs & Co willen we steeds meer, bij The Rhythm Junks zitten we na een minuut ongeduldig op ons horloge te kijken. Ze werken wat op de zenuwen. Nog een puntje van kritiek: het Engels van de heren is subtiel gezegd wat onderhevig aan een accent. Wij kunnen veel hebben, maar blues als ‘bloes’ zingen: neen.
Meer standaard uitgerust is Frederik Sioen , die vijftien jaar Sioen viert met de compilatie ‘Too Good To Be True’ (★★½). Opmerkelijke titel, overigens. Bedoelt de Gentenaar dat hij het ongelooflijk vindt dat hij al anderhalf decennium op ’s lands podia mag staan? We hopen in elk geval niet dat hij zijn muziek bedoelt. Niet om lullig te doen, maar: Sioen lijkt wel wat op Ben Folds, toch verhoudt hij zich tot hem als OH Leuven tot Anderlecht. Dat is niet noodzakelijk jammerlijk – deze cd bevat een pak mooie liedjes, voor het gemak chronologisch gerangschikt. Wel een probleem: heel veel progressie zit er niet in Sioen. Zijn eerste singles zijn van driesterrenniveau, en de middelste en de laatste ook. De hoop op een meesterwerk hebben wij inmiddels opgegeven.
We sturen u richting platenzaak (om BRZZVLL aan te schaffen) met nog een aanrader vanjewelste. Het duo Eriksson-Delcroix heeft een nieuw plaatje uit, en ze mogen ons daar altijd mee komen lastigvallen. ‘Heart Out of Its Mind’ (★★★) geeft ons de zachte, maar zeker niet impotente alt-country die we al kenden van debuut ‘For Ever’. Luister eens naar iets wonderlijks als ‘Big Black Is Coming’ en verbaas u over het feit dat deze mensen níét uit Wyoming komen. Handsome Family mag wereldwijd bekend zijn: bij hen is het een trucje. Eriksson-Delcroix geloven wij. Hulde voor het echtpaar!