The Shins - Port of Morrow
Je volledige band de laan uitsturen in de hoop een frisse doorstart te maken: het blijkt zelden een gouden idee. Billy Corgan kan ervan meespreken. En is James Mercer zo veel beter af nu hij nieuwe Shins gevonden heeft?
‘Port of Morrow’ is geen sléchte plaat. Daar is het bezwerende openingsnummer ‘The Rifle’s Spiral’ (bloedmooie vertwijfeling en misnoegde droompop) te sterk voor, en we begrijpen perfect waarom single ‘Simple Song’ (The Posies aan een eighties-infuus) zo vaak op de radio komt.
‘September', vlot verpakt hartzeer, duwt de vinger dik drie minuten in de juiste wonde, en ook bij ‘Bait and Switch’ bleef ons gemoed nog even haken, maar te veel andere nummers kabbelen te vrolijk voorbij. ‘It’s Only Life’ en ‘No Way Down’ hebben meer van mindere Milow dan van ‘Oh, Inverted World’, het Shins-debuut uit 2001.
Mercer schrijft wél nog steeds fantastische teksten: van het faux-melige ‘Is it all so very simple and horribly complex / You’re suffering and there’s nothing coming next’ (’40 Mark Strasse’) tot het heelder filmscenario’s in zich dragende ‘Rise, rise from your burning Fiat / And go, go get my suitcase, would you?’ (‘The Rifle’s Spiral’).
Kort: ‘Port of Morrow’ is niet de beste Mercer, maar hopelijk wél goed genoeg voor zachte lente-avonden, terwijl de langpootmuggen zich in je nek nestelen, en je toekijkt hoe de schaduwen steeds korter worden.