Tim Krabbé - Een goede dag voor de ezel
Tim Krabbé kickt op gedachtespelletjes. In zijn grootste bestseller, 'Het gouden ei', leidt het bedenken van de perfecte moord tot het dwangmatig uitvoeren ervan: de finale - weten ten koste van je eigen leven - is even filosofisch als luguber. In de novelle 'Een goede dag voor de ezel' (Prometheus) slaagt Krabbé er niet in even trefzeker naar een climax toe te werken, al is het uitgangspunt origineel.
Mischa Koreman wil zijn ex-lief Lydie voorgoed het zwijgen opleggen en schaft zich een pistool aan, maar tijdens een onhandige schietoefening in een godverlaten uithoek van Nederland besluit Mischa zijn plan te laten varen. Hij bedenkt dat minstens een paar miljoen vrouwen even slecht zijn als Lydie: moet hij hen dan allemaal vermoorden? Misschien zou het zelfs 'nobeler, meer in de geest van Mischa zijn om een ander uit te kiezen'. Op de terugweg naar huis schiet hij in een impuls toch nog iemand neer: een wildvreemde scholier die op de bus een meisje had uitgescholden voor 'viskutje'. Het toeval wil dat die jongen zijn dood meer verdient dan Mischa ooit heeft kunnen vermoeden.
Helaas kunnen alleen de eerste twee hoofdstukken overtuigen. De ontknoping is onwaarschijnlijk, en matig uitgewerkt bovendien. Mischa begint een nieuw leven in Australië, twijfelend tussen wroeging en geluk, terwijl hij in Nederland bijna als een nationale held wordt vereerd - Krabbé laat de lezer bijna geloven dat de dood van de scheldende jongen gerechtvaardigd was. Ondanks die flauwe tweede helft maakt 'Een goede dag voor de ezel' zeker kans om, naast 'Het gouden ei', een ereplaats te versieren op menig schools leeslijstje: helder geschreven, spannend en vooral kort.