Tinder-tips: ‘Poepen?’ is een betere ijsbreker dan ‘wat doe jij zoal in het leven?’

Wordt er eigenlijk nog geflirt op café, of spaart elke single nu zijn moves voor Tinder? Een nieuw boek leert je hoe het moet, en vooral: hoe niet. ‘Poepen?’ is bijvoorbeeld een betere ijsbreker dan ‘wat doe jij zoal in het leven?’

Wie pakweg na 1990 geboren is, kan zich nauwelijks voorstellen dat er ooit een tijd was waarin je je lief gewoon op café tegen het lijf liep. Het lijkt dan ook het mantra van Generation Z: wie niet digitaal op zoek gaat naar liefde, bestaat niet langer. Redactrice Julie Vranckx en illustrator Laura Janssens maakten er met (Over)leven op Tinder een bijzonder vermakelijk en openhartig boek over.

Want wie de magische Tinder-wereld binnenstapt en hoopt er de liefde van zijn/haar leven – of voor een nacht – te vinden, laat zich het best leiden door een paar simpele codes en gedragsregels.

Wat is een goede profielfoto?

Dat de eerste foto de belangrijkste is, is logisch. Daarop word je immers al dan niet naar rechts – de goeie kant – geswipet. Maar wat maakt een foto nu eigenlijk tot een winnaar? Een ­ontbloot, afgetraind bovenlijf of een decolleté tot aan de navel lijken misschien een uitstekend idee – ‘zien ze meteen welk vlees ze in de kuip hebben’ – een beetje subtiliteit en mysterie blijken toch beter te scoren. Julie: «Spontaan lachende foto’s worden het meest naar rechts geswipet, in tegenstelling tot geforceerde selfies en foto’s waarop je gezicht niet goed zichtbaar is. Je kan tot negen foto’s uploaden, maar beheers je, en hou het beter op vier à vijf. Met een close portret, een foto van je hele lichaam en eentje genomen bij vrienden geef je een goed beeld van jezelf.»

Vooral belangrijk, in real life en dus ook op Tinder: blijf jezelf en probeer er niet schattiger of meer macho uit te zien dan je al bent. ‘Filters die je een kattenneus en dito oortjes geven, vinden mannen maar niks. Zo lijkt het alsof je een masker opzet. Foto’s met schattige diertjes scoren dan weer wel goed.’ Schattige diertjes, daarmee bedoelt Julie voor alle duidelijkheid geen pas gevangen karper van tien kilo. Waarom zoveel mannen – of beter: jager-verzamelaars – met zo’n beest in de armen poseren, is en blijft een raadsel.

Een foto zegt meer over je levenswijze dan je zou denken. Wie alleen maar foto’s met vrienden post, geeft onwillekeurig het idee dat hij of zij opgaat in de groep en niet te hard wil opvallen. Sta je op elke foto te poseren op een feestje, dan lijkt het alsof je hele leven is opgebouwd rond party’s. Foto’s waarvan je overduidelijk je ex knipte of, nog erger, waar je ex mee op staat, zijn ook geen super idee.

Bio of niet?

Ja, op Tinder word je vooral op je foto’s beoordeeld. Het tegendeel beweren is hetzelfde als zeggen dat je Playboy koopt voor de boeiende reportages. Maar toch, onderschat de waarde van een korte introductie niet. Je kan dat serieus opvatten en letterlijk een gebald cv schrijven, of – beter – iets origineler en grappiger uit de hoek komen. Wat je ook schrijft, het helpt meestal om de interesse te wekken en een deftig gesprek op gang te krijgen. Zelfs een duidelijke ‘enkel hier voor de seks’ is beter dan niks. En dan is een gesprek niet eens meer nodig.

Julie: «Ik heb gemerkt dat mensen minder geneigd zijn om iets te sturen als je niks schrijft. Een klein zinnetje of een geestige vraag kan het voor de ander makkelijker maken om een gesprek aan te gaan. Zo zette iemand ooit in zijn bio dat hij graag bergwandelingen maakt. Een vrouw reageerde met ‘wanneer vertrekken we?’, en die hebben dat gewoon gedaan.»

Hoe start je een gesprek?

Laten we wel wezen: ‘hey’, ‘hoe gaat het?’ of ‘wat doe jij zoal in het leven’, zijn dooddoeners waarmee een ­potentieel goed gesprek in de kiem gesmoord wordt. Dan is ‘Poepen?’ grappiger en gewaagder, al is die perceptie nogal subjectief en slaat die oneliner doorgaans beter aan als hij van een vrouw komt. Julie: «‘Hoe was je dag of je weekend?’ werkt doorgaans heel goed al openingsvraag. Iemand kan daarop inpikken en het gesprek verderzetten.» Een dilemma als opener – ‘aardbeien of whisky?’ – is ook leuk, maar blijf niet te lang in zo’n conversatie hangen, anders komt het gesprek ook weer niet op gang. Vermijd in ieder geval dubbelzinnige vragen als je elkaar nog niet kent. ‘Ik heb net in mijn broek gedaan, kan ik nu in die van u?’, is uit den boze. Ook: ‘Is je vader een groenteboer? Want hoe kom je aan die mooie meloenen?’, kan zelden charmeren.

Let er wel een beetje op dat je jouw perfecte opener op het juiste moment stuurt. ’s Avonds is ideaal, dan zit de ander tenminste niet op het werk en kan hij of zij meteen antwoorden. Maar ga er daarom niet meteen van uit dat je match in dezelfde mood als jij verkeert. ‘Ik ben met mezelf aan het spelen, zin om mee te doen?’, las een vriendin ooit, terwijl ze thuis in de zetel een diepvriespizza naar binnen zat te werken. ‘Ben je zeker dat je de match wilt opzeggen?’ ‘Yes! Delete!’

Welke types moet je vermijden?

Laura: «Als je louter voor de seks op Tinder zit en dat ook duidelijk laat merken, moet je niet schrikken als iemand je expliciete berichtjes stuurt. Maar de ergste types vind ik de betweters. Je legt uit dat je net een appartement kocht, maar je date breekt je nieuwe buurt volledig af. Ook meegemaakt: iemand die zei dat hij enorm van films houdt en me absoluut The Lord of the Rings aanraadde. In welke wereld leef je als je denkt dat je me daarmee een tip geeft?» (lacht)

Ook de emotionele allesdeler blijkt geen cadeau. Zo iemand is nogal snel met het uiten van zijn of haar emoties, en iets te gretig om zich te binden. Julie: «Vaak zijn ze erg pushy en sturen ze na één date al liedjes met I love you.» Te mijden dus, net als types die op de eerste date de historie met hun ex uitgebreid uit de doeken doen. Voor de hand liggend, maar ook de zogenaamde cheaters moet je vermijden. Julie: «Zulke mannen of vrouwen ­hebben een relatie en zitten enkel op Tinder om hun ego te boosten.»

Wanneer maak je de move van online naar offline?

Je had een leuke chat, wanneer is de tijd dan rijp om elkaar in levenden lijve te ontmoeten? Moeilijk om daar een exacte termijn op te zetten, want dat is voor iedereen uiteraard anders. Wacht vooral niet te lang. Julie: «Sommigen willen bijna onmiddellijk afspreken om te kijken of die persoon wel de moeite waard is. Ooit wachtte ik te lang, bleek hij intussen al een vriendin te hebben. Na een maand chatten stappen ondernemen, is doorgaans wel goed. Langer hoeft het zeker niet te duren.» Laura: «Een maand vind ik eigenlijk al lang. Je ziet het, het is heel persoonlijk.» Wat er ook van zij, al na één conversatie de vraag krijgen om af te spreken, wordt doorgaans niet zo geapprecieerd. En na een paar berichten bij iemand thuis uitgenodigd worden ‘om wat fun te hebben’, is behoorlijk vrijpostig. Maar ook dat is natuurlijk persoonlijk.

Hoe vermijd je de ‘friendzone’?

Wacht dus niet te lang om offline af te spreken. Maar wacht ook niet te lang om – als je een zekere chemie voelt – tot actie over te gaan. Het zal je maar overkomen: heb je een klik met iemand, blijf je zo lang chatten tot je intiemste details eraan moeten geloven. En dan kom je onvermijdelijk in de alom gevreesde friendzone, waarbij de ander je ziet als een maatje in plaats van als potentieel relatiemateriaal, terecht.

Laura: «Ik heb het met mijn laatste Tinder-date meegemaakt: we spraken verschillende keren af, maar er gebeurde nooit eens iets. Op den duur voelde het gewoon ongemakkelijk om nog actie te ondernemen, ook al hadden we echt wel gevoelens voor elkaar.» Helpt ook niet: verkleinwoorden.
Julie: «Mensen die me met Julieke aanspreken, vind ik echt niet meer aantrekkelijk. Zoiets komt meteen vriendschappelijk over.»

Moraal van het verhaal: als je met iemand een paar goede dates hebt, wacht dan niet te lang om hem of haar te kussen, of raap toch minstens je moed bij elkaar voor een subtiele aanraking. Kwestie van toch wat seksuele spanning te creëren.

Catfishing: doe het gewoon niet

Laten we eerlijk zijn: natuurlijk gaan we onze allerbeste foto online zetten en onszelf wat beter voorstellen dan we zijn. En dat mag gerust. Catfishing (een valse identiteit aannemen) daarentegen is liegen, of het nu gaat over je uiterlijk of je job. Mensen die een andere foto gebruiken, die zichzelf als CEO voorstellen terwijl ze achter een bar staan, noem maar op.
Julie: «Dat kan echt heel ver gaan. Een lesbische vrouw die zich voordoet als man zodat ze met vrouwen kan chatten… superfout natuurlijk.»

Als je echt zeker wilt zijn dat je date zich niet voor iemand anders uitgeeft: jaag de foto even door Google Images. Of tik zijn of haar naam in op sociale media of op Google, zo kom je waarschijnlijk wel iets te weten.

Sexting: do or don’t?

Het gebeurt in de beste families: de chat is gezellig, er wordt een dubbelzinnige opmerking gemaakt en voor je het weet, komt de stoom uit je oren en worden er pikante fotootjes verstuurd. Te mijden? Laura: «Een moeilijke vraag, want het is iets heel persoonlijks. Aan sexting doen met iemand die je nog nooit hebt gezien, vind ik persoonlijk een beetje gevaarlijk want je weet uiteindelijk niet of je die persoon kunt vertrouwen.»

Julie: «Anderzijds wil je wel seksuele spanning opbouwen, dus ik begrijp wel dat mensen het doen. Maar zet je hoofd er dan tenminste niet op en doe het al teasend. Een foto van je blote borsten hoeft niet per se - ook woorden kunnen hun effect hebben.»

Weet vooral: als een pikante foto uit het niets komt, is het altijd fout. Er moet wat ‘voorspel’ zijn, anders komt het heel vreemd - om niet te zeggen intimiderend - over. «We hadden een hele leuke conversatie, krijg ik ineens een dickpic met als commentaar: ‘Hij heeft er zin in, jij ook?’»

En ten slotte…

Vergeet niet dat, ondanks de horrorverhalen die over Tinder de ronde doen, er ook positieve anekdotes te rapen vallen. Er zijn al meer Tinder-baby’s geboren dan je zou denken. Julie: «Wees in ieder geval zo eerlijk mogelijk over waarom je op Tinder zit. Zo bereik je het makkelijkst je doel. Neem het ook niet al te serieus en ­verwacht er niet te veel van: het feit dat je matcht met iemand, hoeft niet meteen heel veel te betekenen. Toon respect voor de ander en laat nooit iemand anders voor je swipen, dat werkt toch niet.»

(Over)leven op Tinder van Julie Vranckx en Laura Janssens is verschenen bij Van Halewyck, 128 p’s, 17,50 euro

(DM)