Tips voor een gelukkig 2013
Nu we de rigide onheilslogica van een crisisjaar en de wankele rekenkunde van de Maya's overleefd hebben, kunnen we de blik overmoedig in de toekomst werpen.
Volgens Herman Van Rompuy is het ergste van de crisis voorbij. Bovendien wordt 2013 in ons land een jaar zonder verkiezingen, blijven technologieën met reuzensprongen evolueren, en koppelen de Rode Duivels onvervaard karakter aan elan. Is het dan geen tijd voor voorzichtig optimisme? Voor een aarzelend aftasten van de horizon op zoek naar voortekenen van een gelukkiger leven? Om te durven hopen dat het licht aan het eind van de tunnel niet afkomstig is van de koplampen van een aanstormende trein? Humo ontkent, fluitend in het donker, de aanwijzingen voor een perfecte storm en onderzoekt, neuriënd in het zonnetje, de mogelijkheid van een helend lentebriesje.
New York is bezet gebied: kerstshoppers haasten zich van megalomane megastore naar hippe boetiek, van coole verrassing naar exclusief cadeau. De wind snijdt, maar de solidariteit verwarmt de harten: op iedere straathoek zamelen vrijwilligers onder kerstmutsen fondsen in voor wie dakloos is, al dan niet ten gevolge van Sandy. Het zou tot mild optimisme kunnen inspireren, ware het niet dat ik met 'Tegengif' (Uitgeverij Ambo) van Oliver Burkeman onder de arm loop. Negativisme is het nieuwe positivisme, zo betoogt de Britse Amerika-correspondent in een koffiehuis in de East Village, een oase te midden het eindejaarsgeweld.
Eerst was er de Guardian-column 'This Column Will Change Your Life', waarin Burkeman zonder vooroordelen en met kritische zin allerhande zelfhulpmethodes onder de loep neemt. De columnist, iel en spichtig spiedend, doet niet moeilijk over de bron van zijn rubriek: 'Waarschijnlijk was ik zelf op zoek naar hulp. Bij lezingen kom ik om de zoveel tijd iemand tegen die met enige stelligheid beweert dat schrijven voor mij een vorm van therapie is, want dat ik duidelijk met één en ander zit. Dan kan ik niet anders antwoorden dan met een schouderophalend 'tja'. Als ik perfect gelukkig was, zou dit onderwerp me niet interesseren. Los daarvan is het ook gewoon een intrigerend genre. Omdat het zo overduidelijk bestaat uit een hoop kwalijke nonsens, oplichterij en charlatanerie, maar ook omdat er hier en daar iets waardevols tussen al die troep blinkt. Als ik de beloftes op de flappen van die boeken bekijk, denkt altijd een klein stukje van me: waw, zou het niet geweldig zijn als het zou werken?'
Toen zijn column een jaar of drie liep, begon Burkeman patronen te zien in zijn wekelijkse onderzoek naar de ware weg naar mentaal evenwicht: 'De gelukstheorieën die je dwingen uiterst positief in het leven te staan, doen exact het tegenovergestelde van wat ze beloven: ze maken je ongelukkig. Doorgedreven positief denken leidt tot regelrechte rampen: juist al de moeite die we doen om gelukkig te worden maakt ons ongelukkig. Onderzoek wijst dan ook uit dat mensen meestal weinig aan zelfhulpboeken hebben.' Dat is nogal wat, want de meeste handleidingen tot een gelukkiger leven prediken onversneden positief denken: wie het bij gelukkige en succesvolle gedachten houdt en de spoken van verdriet en mislukking uitdrijft, zal geluk en succes ten deel vallen.
Burkeman trekt parallellen met het onderzoek van de hoogleraar psychologie Daniel Wegner: 'Als je je voorneemt om tijdens een gesprek een bepaald pijnlijk onderwerp te vermijden, stel je vaak tot je eigen verbijstering vast dat net dat onderwerp het eerste is waar je over begint. Of nog: als je voorzichtig 'niet morsen!' herhalend met een vol glas door de kamer loopt, mors je geheid op het tapijt.' Zo leert onderzoek ook dat onze voortdurende pogingen om onveiligheid, onzekerheid en verdriet uit te bannen maken dat we ons juist onveilig, onzeker en verdrietig voelen. Dat impliceert niets minder dan het failliet van de zelfhulpgoeroe. Maar in plaats van de hele (goed draaiende) zelfhulpindustrie te begraven, ging Burkeman op zoek naar een alternatief: 'Bij het schrijven van de column bleek dat de methoden waar ik iets mee kon allemaal een soort van negativiteit aanvaarden en zelfs opzoeken. Het ging dan om het genieten van onzekerheid, het omarmen van onveiligheid, het vertrouwd raken met mislukking... Allemaal vreemd en ongemakkelijk, want ingaand tegen wat ons gezond verstand en onze intuïtie dicteren. Maar ik zag er steeds meer brood in en vatte die familie van benaderingen onder de noemer 'het negatieve pad naar geluk'.'