null Beeld

Tom Lanoye over het sanatorium buiten Aalst: 'Opéra Bouffe à la Flamande'

Vergeef me mijn vorige revue, over de schijterigheid waarmee Aalst zijn aangebrande carnavalswagen probeert weg te bluffen en te blaffen. De onbehaaglijke stiltes buiten de provincialistische wallen zijn eigenlijk veel interessanter.

Tom Lanoye

'Mijn burgemeester gaat tegenwoordig gekleed in kostuums die niet anders omschreven kunnen worden dan als een stemmig mantelpakje voor middelbare heren'

Waar bleef om te beginnen het wild gedaas van de professionele reljood Michael Freilich? Wie tot voor kort het woord jodenkoek nog maar in de mond durfde te nemen, werd door hem al beticht van steun aan Hitler en Hamas. Wie een jodenkoek verorberde, ontkende volgens hem het bestaan van Auschwitz én van Israël. Al is hij lang niet de enige die de tragedie van het eerste misbruikt om de bezettingsmisdaden van het tweede uit het gezichtsveld te wurmen.

Natuurlijk overdrijf ik schromelijk, en uiteraard wil ik me direct in duizend excuserende haarspeldbochten wringen, en vanzelfsprekend loop ik niettemin het gevaar te worden geboekstaafd als een antisemiet – wat mijn punt net zou bewijzen – maar goed: waarom klonk de woede van de ex-hoofdredacteur van Joods Actueel opeens zo gesmoord? Droeg hij uit protest zelf drie maskers tegelijk – Jan Haas, lulletje rozenwater en Floere het Fluwijn?

Het is erger: hij heeft zich laten temmen. Hij wel. Hij is kamerlid geworden, met navenant loon, voor de Nieuw-Vlaamse Elite. Gezien het volksverleden van menige oprichter, alsook het feit dat menig nog levend lid zijn adhesiekaart al heeft moeten inleveren na fascistische tot ronduit antisemitische praat, had ze zich evengoed de Nieuw-Vlaamse Orde kunnen noemen, maar daar gaat het nu niet om. Het gaat hierom: Freilich is lid geworden van dezelfde partij als de burgemeester van Aalst.

Sindsdien, schreef De Standaard, ‘neemt de joodse gemeenschap zijn lijdzame rol op de korrel’. Vooral zijn opvolger bij Joods Actueel geeft van jetje. Ze heet tante Terry en ze is Michaëls moeder, wat een aanduiding mag heten van het professionele draagvlak van hun familieblad. ‘Pathetisch, arrogant en een klein kind.’ Terry heeft het dan niet over haar zoon, maar over zijn partijgenoot in Aalst.

‘Ik kon haar niet tegenhouden,’ zuchtte Michaël. ‘Ik zit tussen twee vuren.’ Daarin weerspiegelt hij meteen partijgetrouw zijn nieuwe voorzitter, Bart De Wever. Die is ook parttimeburgemeester van Antwerpen en hij staat in ons land tevens bekend als de Dzjengis Khan van de franc-parler, wat meer zegt over ons land dan over hem.

Akkoord, De Wever, die men een buitenmenselijk tactisch vernuft toeschrijft, is soms kraakhelder tot grof in de bek. Aan de vooravond van de verkiezingen noemde hij zijn opposant ter extreemrechterzijde op tv een ‘paljas’. Een correcte politieke analyse, die ’s anderendaags weliswaar een paar procentpunten verlies opleverde. Tijdens een debat leunde hij als een vadsige pad achterover, zijn opposant ter linkerzijde uitdagend om inderdaad de pensioenplannen op te lezen uit het programma van zijn bloedeigen Nieuw-Vlaamse Elite. Zijn smalende grijns verdween zodra het voorlezen begon.

De dag daarna moest de Koning van de Communicatie met een dozijn haastige campagneclipjes de perceptie proberen te keren, waardoor hij ze alleen maar versterkte: hij had zijn kiezers de vorige keer belazerd, dus waarom ook niet de volgende keer? Weer een paar procentpunten kwijt! Echt vintage tactisch vernuft.

Over de smalende haakneuzen en geldkoffers van Aalst liet De Wever nog geen campagnefilmpjes maken. Hij – de machtigste spin in het web, de bestuurder van de stad met de grootste en oudste joodse gemeenschap, de houwdegen van het rijkste particratische bolwerk – hij betreurde het gebeurde wel degelijk, hij begreep alle geschokte reacties, maar voor de rest bijt hij al maanden op zijn kiezen en in het zand, jegens een partijgenoot en collega-burgemeester van een klein gehucht met grote pretenties. De Standaard meldde: ‘Een mogelijke bemiddeling tussen hen beiden haalde niets uit.’ Let op dat ‘mogelijke’. De overtreffende trap van discretie heet lafheid.

Het enige wat sindsdien naar buiten sijpelde, waren varianten op een zuchtend: ‘Je krijgt dat aan de wereld niet uitgelegd, het onbedachte gebruik van zulke beladen karikaturen.’

Laat mij het eens proberen. Als die karikaturen bij ons minder beladen zijn dan in de rest van de wereld, hebben we dat te danken aan de bulk van de Vlaamse Beweging vóór, tijdens en vooral na Wereldoorlog II. De flamingantische collaborateurs en hun vele vergoelijkers zijn erin geslaagd om zichzelf op een voortoneel te wurmen dat toebehoort aan hun slachtoffers – verzetslui en gedeporteerden. In Nederland staat Anne Frank symbool voor de wreedheid van de nazi’s, wij hebben straatnamen die enkele van hun hardnekkigste handlangers eren. Hoeveel Vlamingen kunnen namen opsommen van weerstanders? Het handjevol zwarthemden dat na de Bevrijding werd opgesloten in de Antwerpse leeuwenkooi is beroemder en wekt nog altijd meer verontwaardiging dan de duizenden anonieme stakkers die werden weggeranseld uit de wijken rónd de Zoölogie.

Zestig jaar is er politieke energie verspild aan – godbetert – de onbeschaamde eis van amnestie. Kwijtschelding van alle schuld… Niet alleen voor wie onterecht geblameerd werd voor zijn Vlaamsgezindheid, maar ook voor iedereen die zulke gezindtes heeft misbruikt als een schaamlap om in het nest te kruipen met den Duits, ideologisch én militair.

Die massale verwisseling van slachtofferschap moet één van de meest geslaagde pr-campagnes aller tijden zijn. Met maar één doel, hoe dan ook en te allen prijze: de Godsvrede der Vlaamsvoelenden, die moet leiden naar hun Heilige Republiek. Voor dat ideaal moet letterlijk alles wijken. Ogen dicht en kwabben op nul.

Kon de vorige eeuw worden overgedaan, in Vlaanderen zou ze exact hetzelfde verlopen. Eerst datzelfde onbesuisde, gretige samenspannen. Vervolgens datzelfde tranerige zelfbeklag en zelfbedrog. Tot slot die hernieuwde dadendrang, de drijfolie van iedere gekrenkte dupe van imaginair onrecht.

Een dankbare zelfgeselaar, een gelukzalige flagellant: dát is de allerindividueelste impressie van iedere flamingant.

Wie goed kijkt, ziet overal carnaval. Mijn burgemeester gaat tegenwoordig gekleed in kostuums die niet anders omschreven kunnen worden dan als een stemmig mantelpakje voor middelbare heren. Iets Oostenrijks, iets uit een remake van ‘The Sound of Music’. Die gaat over een kroostrijke, zingende familie, en ook dat klopt – zouden de deelnemers aan het Nationaal Zangfeest zichzelf niet zo omschrijven?

Niet alleen de soundtrack, ook de intrige van de film is bekend, zelfs voor wie niet begiftigd is met roze genen. Herr Von Trapp leidt zijn familie al vele, vele lange jaren, en nu moet hij plots onderhandelen over een Anschluss met mensen die hij ‘paljassen’ noemt. In de echte film wijst de vader des huizes dat kartel af en vlucht hij met zijn gezin jodelend de bergen over. In onze werkelijkheid hebben we het raden naar wat er zal gebeuren. Maar we hebben alvast geen bergen. En op zijn minst schrikt De Wever er niet voor terug om te dreigen met zo’n Heilig Vlaams Kartel, paljassen ondereen.

Volgende week probeer ik u uit te leggen waarom hij dat doet. Ik ben inmiddels wel benieuwd wat tante Terry van Joods Actueel van zo’n historisch beladen Anschluss denkt. Van haar zoon zullen we het niet snel meer horen.

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234