null Beeld

Tony Corsari overleden: lees het laatste Humo-interview

Tv-legende Tony Corsari is op 84-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van darmkanker. In december vorig jaar sprak hij voor de laatste keer met Humo. U kunt dat interview hier nog eens herlezen.

Diederik Van den Abeele

Verschenen in Humo 3668/51 op 21 december 2010.

'Ik ben klaar om te sterven'

Tony Corsari: het definitieve interview

Hij ontvangt ons in zijn appartement op de twaalfde verdieping aan de rand van Tienen, de stad waar hij geboren en getogen is, en schenkt ons een lekkere Sancerre, terwijl hij honderduit praat. Aan niets is te merken dat Tony Corsari (84) aan kanker lijdt en waarschijnlijk niet erg lang meer te leven heeft.

De legendarische peetvader van de Vlaamse tv-presentatoren, die in de jaren vijftig en zestig op de BRT populaire quizprogramma's als '100.000 of niets' en 'Eén tegen allen' presenteerde, en met hits als 'Het minirokje' en 'Waarom zijn de bananen krom?' ook als zanger veel furore maakte, behoort een halve eeuw later nog altijd tot het collectieve geheugen.

Tony Corsari was de populairste en meest veelzijdige tv-vedette die Vlaanderen ooit gehad heeft. Hij kon alles: presenteren, entertainen, zingen, goochelen, grappen maken, cartoons tekenen, acteren en musiceren.

Tien jaar lang, van 1955 tot 1964, was heel Vlaanderen aan het scherm gekluisterd als hij op de televisie verscheen. Maar in 1964 zette hij geheel onverwacht een punt achter zijn tv-carrière en verdween hij uit de schijnwerpers om onder zijn echte naam, André Parengh, een anoniem leven te leiden, ver weg van de camera's.

De BRT probeerde hem jarenlang op alle mogelijke manieren terug op het scherm te krijgen, maar vergeefs. Eén keer, in 1998, verscheen hij nog eens bij Luc Appermont in de vtm-show 'Het mooiste moment', en enkele weken geleden dook hij opnieuw op, bij Steven Van Herreweghe in het Eén-programma 'De jaren stillekes'. Sindsdien raakte bekend dat Tony Corsari aan darm- en leverkanker lijdt en de behandeling heeft stopgezet.

Tony Corsari: het definitieve interview

HUMO Het is bijna niet te geloven dat u kanker hebt: u ziet er kerngezond uit.

undefined

Tony Corsari «En zo voel ik me ook, hoewel ik nu toevallig een verkoudheid heb - iets wat me gemiddeld één keer om de tien jaar overkomt. Dat is het verraderlijke aan kanker: je voelt je goed, maar binnenin woekert de ziekte. Ik merk op dit moment aan niets dat ik kanker heb, maar ik weet ook dat dat niet zal blijven duren. Alleen: ik weiger om me daar op dit moment zorgen over te maken, want zorgen leiden tot stress, en stress verkort het leven. Ik profiteer van de tijd die mij nog rest, dat heb ik altijd gedaan.

»Twee jaar geleden ben ik geopereerd aan darmkanker. Ik had veel te lang gewacht om naar de dokter te gaan, de tumor in mijn dikke darm was daardoor al vrij groot geworden. Ik had al jaren last van een onregelmatige stoelgang, soms met bloed erbij, maar ik maakte mezelf wijs dat dat een onschuldig probleem was, dat ik ontstoken aambeien had of zo. Tot Estella, mijn vriendin, me op een dag verplichtte om naar de dokter te gaan. Die heeft me onmiddellijk naar een specialist doorverwezen, die een colonoscopie heeft uitgevoerd. Drie dagen later kreeg ik het verdict.»

HUMO Was dat een grote schok voor u?

undefined

Corsari «Niet echt: ik had het verwacht. Veel mensen die te horen krijgen dat ze kanker hebben, raken in paniek: hun wereld stort in. Ik ben heel kalm gebleven, zeker nadat de dokter me had verteld dat de tumor in mijn darm relatief eenvoudig weg te halen was. Daardoor hoefde ik na de operatie geen stoma te dragen. De vrouw van onze conciërge is een tijdje geleden ook aan darmkanker geopereerd, en zij heeft negen maanden met een stoma rondgelopen. Ik ben blij dat dat mij bespaard is gebleven.

»Nadat de chirurg de tumor uit mijn darm had verwijderd, stelde hij vast dat er uitzaaiingen in mijn lever waren. Ik heb toen in Gasthuisberg vijf chemobehandelingen gevolgd, en hoewel er nadien niets meer van die uitzaaiingen op de scans te zien was, kreeg ik van de oncoloog te horen dat ik beter toch nog een bijkomende chemokuur zou volgen, 'voor alle zekerheid'. Uiteindelijk heb ik achttien behandelingen gekregen, in anderhalf jaar tijd. Gelukkig heb ik daar niet zoveel last van gehad, ik kreeg alleen zware diarreeaanvallen - 'laattijdige diarree', in het medisch jargon - die me zonder enige waarschuwing overvielen. Heel vernederend.

»Na die achttien chemobehandelingen werd er opnieuw een scan van mijn lever gemaakt, en daarop waren twee kleine kankervlekjes te zien. De dokters konden me niet zeggen of dat nieuwe vlekjes waren, of dat ze die op eerdere scans misschien gewoon gemist hadden. Maar ze waren wel ongerust, omdat de chemo blijkbaar niet sterk genoeg geweest was om die uitzaaiingen de baas te kunnen. Daarom stelden ze voor om met een veel krachtigere chemokuur te beginnen. Daar zou ik wél veel last hebben, zeiden ze, omdat het de zwaarste medicijnen waren die ze tot hun beschikking hadden.

»Ik heb daar een paar dagen over nagedacht, en ik heb toen een brief naar die mensen geschreven om hen te melden dat ik die nieuwe kuur niet zou ondergaan. Ik heb een goed leven gehad, ik voel me voorlopig nog heel gezond, en ik ben niet van plan de laatste maanden of jaren van mijn leven constant in een ziekenhuis door te brengen. Ik wil niet aan buisjes liggen, ik wil geen chemische producten in mijn lichaam waardoor ik me heel slecht ga voelen, ik wil niet afhankelijk worden van andere mensen. Dat noem ik geen kwalitatief leven, toch niet op mijn leeftijd.

»Vóór ik die brief naar Gasthuisberg stuurde, heb ik hem aan mijn huisdokter laten lezen, en die gaf mij volkomen gelijk. Hij vond dat ik het recht had zelf te bepalen hoe ik wou leven en sterven. Hij stelde me wel voor om mijn bloed om de twee maanden te laten onderzoeken, om te kijken hoe de kanker verder evolueert. Dat heb ik vorige week de eerste keer laten doen, en voorlopig ziet alles er nog heel goed uit: mijn huisdokter zei dat ik de bloedwaarden van een twintigjarige had. Zo voel ik me ook. Ik ben vorig weekend drie keer op restaurant gegaan: zo slecht zal mijn lever er dan wel niet aan toe zijn, zeker?

»Mijn hoge leeftijd is een voordeel: ik ben 84, en bij mij zaait kanker veel minder snel uit dan bij jonge mensen. Ik weet dat de kankercellen mijn lever verder zullen aantasten - dat is onherroepelijk - maar dat zal traag gebeuren, en de kans bestaat dat ik aan iets anders sterf vóór mijn lever het begeeft. Ik ken trouwens mensen met kanker die tien jaar geleden met hun behandeling zijn gestopt en nog altijd leven.»

HUMO Wat vonden de mensen in uw omgeving ervan dat u de behandeling stopzette?

undefined

Corsari «Sommige van mijn vrienden zeiden: 'Dat je dat dúrft. Ben je dan niet bang om te sterven?' Maar die mensen zijn over het algemeen een pak jonger: zij willen nog niet dood. Als ik geen 84 maar zestig was geweest, zou ik waarschijnlijk wél nog een chemokuur hebben ondergaan, en daarna nog één, en nog één... Zestig is te vroeg om te sterven. Maar hoe lang zou ik nog te leven hebben als ik géén kanker had? Een jaar? Drie jaar?

»Compleet verzwakt en verziekt door chemotherapie in het ziekenhuis liggen: dat wil ik niet, óók niet als ik daardoor misschien een jaar langer zou leven. De oncoloog in Leuven zei tijdens onze eerste ontmoeting: 'Genezen kan ik u niet, maar ik kan er wel voor zorgen dat u waarschijnlijk een paar jaar langer leeft.' Hij was oprecht verbaasd dat ik niet enthousiast reageerde. Maar wat interesseren mij die paar jaar extra als ik me te slecht voel om uit mijn bed te komen?

»Bijna alle jongens met wie ik op school heb gezeten, zijn al dood. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik er nog ben en dat ik voorlopig nog goed uit de voeten kan. Ik heb een interessant, rijkgevuld leven geleid, zonder veel tegenslagen. Alles is mij altijd voor de wind gegaan, ik heb geen reden tot klagen. Ik ben klaar om te sterven.»

HUMO Hoe lang geven de dokters u nog als u bij uw beslissing blijft en u zich niet meer verder laat behandelen?

undefined

Corsari «Dat hebben ze mij niet gezegd, maar ik zou hen hoe dan ook niet geloofd hebben. Geen enkele dokter kan voorspellen hoe lang een mens nog zal leven. Iedereen heeft een ander gestel en een ander karakter: daar kun je geen voorspellingen over doen. Gewoonlijk schatten dokters de overlevingskansen van hun patiënten te klein in, zodat ze achteraf, als hun patiënt bijvoorbeeld een halfjaar langer heeft geleefd dan zij hadden voorspeld, tegen de familie kunnen zeggen: 'De behandeling heeft goed gewerkt.' Dat noem ik truken van de foor.

»Ik hóéf niet te weten hoe lang ik nog heb. Ik ben daar heel gerust in: als mijn tijd gekomen is, zal ik mij daarbij neerleggen. Ik zal niet vechten.»

Tony Corsari: Euthanasie

HUMO U bent echt niet bang om te sterven, hè?

undefined

Corsari «Nee. Natuurlijk hoop ik dat ik niet te veel zal afzien als mijn lever het begeeft. Als de pijn te erg wordt, wil ik een spuitje. Daar heb ik met mijn huisdokter afspraken over gemaakt, want ik wil niet dat er aan mijn ziekbed, als ik niet meer in staat ben om mijn gedachten helder te verwoorden, gediscussieerd wordt van: 'Gaan we hem nu laten inslapen of niet?' Ik wil die beslissing zelf kunnen nemen.

»Ik denk dat veel mensen die bang zijn om te sterven misschien niet alles uit hun leven hebben gehaald. Maar ik heb wat dat betreft geen enkele frustratie: alles wat ik in mijn leven heb geprobeerd, is tot op zekere hoogte gelukt. Ik heb nooit één tekenles gevolgd, maar nadat ik in het atheneum van Tienen was afgestudeerd, heb ik in mijn vrije tijd als cartoonist voor alle grote Belgische kranten en tijdschriften gewerkt.

»Ik ben nooit naar het conservatorium gegaan, maar ik heb als conferencier zes muziekinstrumenten bespeeld. Ik heb nooit acteerlessen of dictie gevolgd, maar ik ben één van de populairste artiesten en tv-gezichten van mijn tijd geweest. Ik ben als eenvoudige kassier bij het COO (Commissie voor Openbare Onderstand, de voorloper van het OCMW, red.) begonnen, maar ik heb mezelf opgewerkt tot directeur-generaal van het OCMW. Ik heb het allemaal gehad, voor mij is het goed geweest.»

HUMO Hoe zou u het liefst willen sterven: bij volle bewustzijn, zodat u afscheid kunt nemen van uw geliefden, of in uw slaap?

Corsari «Dat maakt me niet uit. Maar ik zou wel graag in een ziekenhuis willen sterven, waar ik hulp krijg en verzorgd word, zodat ik in alle rust en sereniteit kan heengaan. Ik zou het erg vinden om thuis ten val te komen en twee dagen op de grond te moeten liggen, zonder dat iemand weet wat er gebeurd is. Gelukkig zal dat mij niet overkomen, want ik heb een vriendin die mij een paar keer per dag belt: als ik mijn gsm een paar uur niet opneem, weet ze dat er iets aan de hand is.

»Als ik bij bewustzijn ben, zou ik graag hebben dat mijn vriendin en mijn zus Georgette erbij zijn. Dat zijn de mensen die ik het liefste zie. En mijn nichtje mag er ook bij zijn. Voor de rest hoef ik niemand aan mijn sterfbed. Ik wil niet dat mijn dood een evenement wordt waar kijklustigen op afkomen. In mijn testament staan de instructies voor mijn begrafenis: ik wil zo vroeg mogelijk op de dag begraven worden, zodat er niet veel mensen naar de kerk en het kerkhof komen; ik wil geen bloemen, geen muziek en geen preek; en ook geen koffietafel achteraf. Geen Bob Davidse-toestanden voor mij. En op mijn doodsprentje moet staan: 'Eenvoudig geboren. Eenvoudig geleefd. Eenvoudig gestorven.'»

HUMO Bent u nu niet een beetje te bescheiden? Zo'n eenvoudig leven hebt u toch niet geleid? U was een supervedette in uw tijd.

undefined

Corsari «Ik heb veel glamour en glitter gezien, maar dat had niets met het echte leven te maken. Als mijn optredens voorbij waren, maakte ik dat ik wegkwam. Vaak stond mijn orkest op het podium nog de laatste noten te spelen terwijl ik al in mijn auto op weg naar huis was, want ik moest de volgende ochtend vroeg op om te gaan werken. Thuis en bij het OCMW bestond Tony Corsari niet: daar was ik André Parengh, een eenvoudige ambtenaar. Ik vond het goed om twee beroepen te hebben: het hield mij met mijn beide voeten op de grond.»

HUMO Uit een recente enquête blijkt dat zowat de helft van de mensen die aan kanker lijden een beroep doet op alternatieve geneeswijzen. Hebt u dat ook gedaan of overwogen?

undefined

Corsari «Daar ben ik te nuchter voor. Als artsen die tien of twaalf jaar hebben gestudeerd me niet kunnen helpen, dan kan ik me niet voorstellen dat één of andere kwakzalver met een wonderdrankje of een rare oosterse massagetechniek dat wel kan.»

HUMO Hebt u gezond geleefd?

undefined

Corsari «Ik ben altijd heel vaak op restaurant gegaan, soms vier of vijf keer per week, maar ik ben nooit echt dik geworden. Veel gedronken heb ik ook nooit, tenzij af en toe een glas goede witte wijn.

»Ik heb wel twintig jaar gerookt, zeker veertig sigaretten per dag. Ik ben ermee begonnen op mijn veertigste, omdat ik als directeur-generaal heel veel stress had. Ik rookte vaak twee sigaretten tegelijk: de ene hield ik tussen mijn vingers, terwijl de andere al klaarlag in de asbak. Ik ben ermee gestopt toen ik op mijn zestigste een hartinfarct kreeg - ik heb toen zeventien dagen in het ziekenhuis gelegen.»

HUMO U zei daarnet dat u euthanasie zou overwegen als de pijn te erg zou worden. U zou er geen ethisch probleem mee hebben om op die manier uit het leven te stappen?

undefined

Corsari «Als het leven niet meer waard is om geleefd te worden, vind ik dat iedereen het recht heeft om eruit te stappen. Ik vind het ook de plicht van een arts om daarbij te helpen. De katholieke kerk, met de paus voorop, beweert dat alleen God over leven en dood mag beslissen, maar daar ben ik het niet mee eens. Ook al ben ik gelovig.»

HUMO Wat betekent uw geloof voor u?

undefined

Corsari «Het geeft me hoop. Ik ga zelden naar de kerk, tenzij voor een begrafenis van iemand die ik heb gekend, maar ik ga 's avonds nooit slapen zonder eerst een litanie te bidden voor alle gestorven mensen die ik graag heb gezien - eerst voor mijn vrouw en mijn ouders, en daarna voor familieleden, vrienden en collega's. Die litanie zeg ik op terwijl ik me uitkleed en mijn pyjama aantrek.

»De lijst is ondertussen zo lang geworden dat ik er toch wel een kwartier mee bezig ben, en af en toe moet ik opnieuw beginnen omdat ik de tel kwijt ben. Ik vraag God nooit iets voor mezelf, ook niet toen ik aan mijn dikke darm geopereerd moest worden. Dat hoeft niet: ik weet dat ik bij God in goede handen ben. Als ik bid, is het voor mijn dierbaren in de hemel: ik vraag dat God hun de eeuwige rust geeft.»

HUMO Gelooft u dat u hen na uw dood zult terugzien in het hiernamaals?

undefined

Corsari «Ik hóóp het. Ik kan moeilijk geloven dat een mens na zijn dood zomaar in het niets verdwijnt. Wij hebben allemaal een ziel, en volgens mij blijft die verder leven. Dat geloof geeft mij een zekere aanvaarding.»

HUMO Wilt u begraven of gecremeerd worden?

undefined

Corsari «Gecremeerd. Waarom zou ik mijn vriendin of de paar familieleden die me nog resten opzadelen met de taak mijn graf te onderhouden? Dat zou egoïstisch zijn, en totaal zinloos. Mijn moeder is gestorven en begraven in Brussel, en samen met mijn zus heb ik haar graf vijftien jaar lang onderhouden en schoongemaakt, tot de concessie afgelopen was en haar graf werd weggehaald. Dat gaf me heel erg het gevoel dat ik vijftien jaar lang voor niks had gewerkt.»

HUMO Hoe zou u graag hebben dat de mensen na uw dood aan u terugdenken?

undefined

Corsari «Ik hoop dat ze zich mij zullen herinneren als een gemoedelijke, joviale man, want dat heb ik heel mijn leven proberen te zijn. Maar eigenlijk vind ik het niet belangrijk dat mensen na mijn dood aan mij terugdenken: ik ben er dan toch niet meer. Daarom hoeven er tijdens mijn afscheidsdienst ook geen gedichten of lofredes te worden voorgelezen. Voor mijn part spelen ze 'Waarom zijn de bananen krom?' op het kerkorgel (lacht).»

HUMO Uw vrouw is vijf jaar geleden gestorven. Denkt u nog vaak aan haar terug?

undefined

Corsari «Ja.

»Jacqueline is op een rustige, pijnloze manier gestorven, maar op het eind van haar leven was ze snel afgetakeld, en dát vond ik erg. Ze was compleet onverschillig en levensmoe geworden. Ze had jarenlang elke dag 'The Bold and the Beautiful' gevolgd, maar op het einde interesseerde zelfs dat haar niet meer. Meestal zat ze gewoon wat op de bank voor zich uit te kijken.

»Op een ochtend is ze thuis drie keer na elkaar flauwgevallen. Onze huisdokter heeft haar toen laten opnemen in het ziekenhuis, maar daar wisten de dokters niet wat er met haar aan de hand was. 'Dit is een raar geval, meneer Parengh,' zeiden ze tegen mij. 'Uw vrouw kijkt ons aan, maar ze lijkt dwars door ons heen te kijken.' Ik ben vier dagen bij haar in het ziekenhuis gebleven, zonder dat ze één woord zei. Op de vijfde dag zei ze opeens: 'Ga maar naar huis, dan kun je wat slapen.' Die avond om tien uur ben ik naar huis gegaan. De volgende ochtend om acht uur belde het ziekenhuis: ze was die nacht in haar slaap gestorven.»

Tony Corsari: Slippertjes

HUMO U bent bijna zestig jaar getrouwd geweest. Hoe erg mist u haar nog?

undefined

Corsari «Ik ben geen man van grote emoties, dat ligt niet in mijn aard: ik houd mijn verdriet vanbinnen. Maar uiteraard vind ik het heel spijtig dat mijn vrouw er niet meer is. Ik denk niet dat wij in die zestig jaar één keer ruzie hebben gemaakt. Dankzij haar kon ik me op mijn twee carrières concentreren: ik zorgde voor het inkomen, en zij zorgde voor mij. Als ik thuiskwam van mijn werk, stond het eten klaar en lagen mijn kostuums gestreken op het bed.

»Jacqueline was ook zeer trouw, wat van mij niet kon worden gezegd. Ik heb, zeker in het begin van mijn loopbaan als artiest, heel wat slippertjes gemaakt. Dat was volkomen normaal, in die stiel. Na mijn optredens stonden de meisjes mij vaak op te wachten als ik van het podium kwam. Dan vroegen ze of ik hen met mijn auto naar huis wilde brengen - in de jaren vijftig was het nog vrij uitzonderlijk om een eigen auto te hebben, en de meeste meisjes waren zot van auto's. Dan reed ik samen met zo'n meisje naar een donker plekje, waar we wat zoenden. Veel meer gebeurde er meestal niet.»

HUMO Dat heeft uw huwelijk nooit in gevaar gebracht?

undefined

Corsari «Nee. Als ik thuiskwam, was ik de naam van die meisjes al lang vergeten.

»Eén keer was er meer aan de hand: met Estella, mijn huidige vriendin. Ik heb haar leren kennen in 1954, toen ik 28 was. Ze werkte als ballerina voor het ballet van de opera van Gent, en we waren samen op een tournee van achttien dagen in Duitsland. We voelden ons meteen tot elkaar aangetrokken, en we hebben daar een passionele romance beleefd. Dat is nog even blijven duren toen we weer thuis waren, maar toen heb ik tegen Estella gezegd dat het voorbij was, en dat ik niet van plan was bij Jacqueline weg te gaan. Ze vond dat erg, maar ze legde zich erbij neer.»

HUMO Wanneer hebt u haar voor het eerst weer teruggezien?

undefined

Corsari «Vijftig jaar later! Een week na de dood van mijn vrouw kreeg ik een lieve brief van Estella waarin ze haar innige deelneming betuigde. Ik heb meteen een briefje teruggestuurd om haar te bedanken, met mijn telefoonnummer erbij. Twee dagen later belde ze me op, en kort daarna zijn we samen iets gaan eten in Brussel. Ze vertelde dat ze getrouwd was geweest, haar man had verloren aan kanker, en mij nooit was vergeten. Ik zei dat ik haar ook nooit was vergeten. Het was een prachtige avond, alsof al die jaren nooit voorbij waren gegaan. We waren blij dat we elkaar hadden teruggevonden.»

HUMO Sloeg de vonk onmiddellijk over, zoals vijftig jaar eerder?

undefined

Corsari «Zij had vrij snel opnieuw gevoelens voor mij. Bij mij duurde het iets langer: ik word niet zo snel overrompeld door emoties.

»Ik heb Estella wel vrij snel duidelijk gemaakt dat ik niet wilde gaan samenwonen. Op mijn leeftijd heb je vaste gewoontes die je niet meer zomaar kan of wil afleren. Ik lees bijvoorbeeld elke dag twee kranten, Le Soir en De Standaard. Estella is altijd een beetje gepikeerd als ik bij haar op bezoek kom en de krant opensla. 'Je komt toch niet helemaal naar hier om je krant te lezen?' zegt ze dan. Ik moet ook altijd mijn schoenen en zelfs mijn pantoffels uitdoen als ik in haar living op het tapijt loop.»

HUMO Hoe vaak zien jullie elkaar?

undefined

Corsari «Zij woont in Nevele, dat is ongeveer 120 kilometer van Tienen, en ik ga elke week van vrijdagmiddag tot dinsdagmorgen op bezoek. Meestal neem ik de trein, maar soms ga ik met de auto. We gaan vaak wandelen aan zee, en daarna gaan we altijd goed eten. We gaan ook geregeld op reis: we zijn samen al naar Venetië, Djerba en Parijs geweest.»

Tony Corsari: Niet grappig

HUMO Hoe vult u uw dagen als u alleen thuis in Tienen bent?

undefined

Corsari «O, ik verveel mij nooit. Ik sta op, ontbijt, doe de afwas, lees mijn kranten... Ik was mijn kleren zelf, en één of twee keer per week ga ik naar de supermarkt. Meestal koop ik diepvriesmaaltijden, die ik thuis opwarm in de oven. Dan haal ik eerst geld af bij de bank, want ik heb geen betaalkaarten - ik ben nog van de oude stempel, ik betaal al mijn aankopen cash. Ik heb ook geen computer, gps of digitaal fototoestel, dat heb ik allemaal niet nodig.

»Onlangs heb ik wel een gsm aangeschaft, zodat Estella en mijn zus mij altijd kunnen bereiken, en omgekeerd. En één keer per week, meestal donderdagmiddag, ga ik met vrienden iets drinken in ons stamcafé op de Grote Markt. Voor de rest lees ik veel - ik ben op dit moment bezig in 'Sprakeloos' van Tom Lanoye. En om mijn geest te trainen, los ik kruiswoordraadsels op, bij voorkeur die in Humo, omdat die zo moeilijk zijn.»

HUMO Kijkt u veel televisie?

undefined

Corsari «Elke avond. Vooral naar Canvas en National Geographic, zeker als er documentaires over de Tweede Wereldoorlog worden uitgezonden. Ik ken ondertussen zowat alle veldslagen vanbuiten, maar toch blijft die oorlog mij mateloos boeien.

»Als ik in Frankrijk, Duitsland of Nederland op vakantie ben, kijk ik in mijn hotelkamer veel naar de televisie, en elke keer opnieuw stel ik vast dat wij in Vlaanderen de beste tv maken die er is: boeiend, interessant en onderhoudend. Nu, ik moet wel zeggen dat ik toch ook wel wat uitgekeken was geraakt op 'De laatste show'. En van 'De pappenheimers' ben ik ook niet zot; ik snap niet waarom er zoveel wordt gelachen in dat programma, want zo grappig vind ik het niet.

»Wat mij vooral opvalt, is dat de Vlamingen veel mondiger zijn geworden. Als ik vroeger in '100.000 of niets' kandidaten interviewde, moest ik de vragen én de antwoorden voorbereiden, anders kwam er niks uit die mensen. Nu babbelen ze je half gek. En ze praten ook veel te rap. Dat geldt ook voor sommige tv-figuren - zoals die jongen die het publiek opwarmt in 'De laatste show', Sven De Leijer. Ik vind hem best wel grappig, maar de helft van de tijd versta ik hem niet. Hetzelfde met al die stand-upcomedians: die ratelen er ook maar op los.»

HUMO Welke tv-presentator van deze generatie vindt u het meest getalenteerd?

undefined

Corsari «Steven Van Herreweghe vind ik heel goed. Als hij in mijn tijd presentator was geweest, zou hij een grote concurrent voor mij zijn geweest - dat heb ik ook tegen hem gezegd toen ik te gast was in 'De jaren stillekes'. Hij is alleen wat stouter dan ik. In dat programma liet hij een fragment uit één van mijn shows zien waarin een groep van twaalf danseressen, de befaamde Hiller Girls, allemaal samen een grand écart uitvoerden.

»Zijn commentaar was: 'Zo, en nu wordt de vloer van het Amerikaans Theater nog eens grondig met nat gedaan.' Dat vond ik erover. Je moet toch oppassen dat je geen mensen choqueert. Als je jong bent, voel je dat niet zo aan, dan ben je al blij dat er mensen lachen. Als ik het in mijn tijd had gewaagd om zo'n grap te maken, was ik buitengevlogen.»

HUMO Kijkt u eigenlijk graag naar oude opnames van uzelf?

undefined

Corsari «Wel integendeel. Ik heb vooral quizzen gepresenteerd: dat is toch niets om trots op te zijn? Veel meer dan de kandidaten naar hun naam, beroep en hobby's vragen, deed ik niet. Er zijn momenten waar ik met plezier aan terugdenk, maar die zijn niet talrijk. Ik heb tien jaar voor de televisie gewerkt, en het overgrote deel van die tijd vond ik oninteressant. Als ik op mijn sterfbed lig en terugkijk op mijn leven, zal mijn carrière bij de televisie zeker geen belangrijke plaats innemen.

»Ik heb altijd beseft hoe vergankelijk populariteit is. Ik ben zes maanden op tournee geweest met Ray Franky: toen was dat een zeer bekende Vlaamse charmezanger, maar wie kent Ray Franky nog? Ik ben twee keer op tournee geweest met Johnny Jordaan, de gevierde Amsterdamse volkszanger. Wie spreekt er nu nog over Johnny Jordaan? Ik ben vier keer op tournee geweest met Helmut Zacharias, de beroemde Duitse violist.

»Niemand die ooit nog een plaat van Helmut Zacharias opzet. Succes is als stof in de wind: here today, gone tomorrow. Veel mensen die even wat succes hebben gehad, blijven zich daar voor de rest van hun leven aan vastklampen. Ze praten over niks anders, en heel hun huis hangt vol foto's en memorabilia. In mijn appartement hangt geen énkele foto van Tony Corsari.»

HUMO Voor veel mensen hebt u nochtans heel veel betekend.

undefined

Corsari «Dat weet ik. Ook andere tv-makers, zoals Luc Appermont en Bart Peeters, hebben hun bewondering voor mij nooit onder stoelen of banken gestoken. Dat doet mij plezier, maar ik heb mijn bekendheid altijd goed kunnen relativeren.»

HUMO In 1964 zette u, geheel onverwacht, een punt achter uw tv-carrière. Voor de Vlaamse tv-kijkers was dat een ramp: zij waren plotseling hun geliefde presentator kwijt. Waarom brak u zo resoluut met de televisie?

undefined

Corsari «Er kroop enorm veel tijd in al dat tv-werk, en dat kon ik op den duur niet meer combineren met mijn job bij het OCMW - ik wilde daar carrière maken. Ik werkte graag voor de televisie, maar ik was me er scherp van bewust dat ik van de ene dag op de andere op straat kon worden gezet, en daar was ik bang voor.

»Die angst had mijn vader er bij mij ingepompt. Hij is één keer in zijn leven afgedankt, tijdens de crash van 1931. Hij was technisch tekenaar bij een groot bedrijf in Tienen, en dat ging failliet als gevolg van de Grote Depressie. Ik weet nog goed dat hij wenend thuiskwam en dat mijn moeder en mijn zus ook begonnen te wenen. Als jongen van vijf begreep ik niet wat er aan de hand was, maar omdat al de rest weende, deed ik maar mee (lacht).

»Ik ben dat tafereel nooit vergeten, vooral omdat mijn vader me er later voortdurend aan herinnerde. Dan zei hij: 'Ik weet dat je graag zingt en toneelspeelt, jongen, maar zorg ervoor dat je overdag vast werk hebt, dan kun je 's avonds doen wat je wilt.' Dat heb ik jaren gedaan, tot het niet meer te combineren viel. En toen heb ik onherroepelijk voor mijn job bij het OCMW gekozen.

»Ik heb er geen seconde spijt van gehad dat ik de televisie vaarwel heb gezegd. Ik heb ook nooit heimwee gehad.»

Tony Corsari: Jonger dan je denkt

HUMO Zijn er dingen waar u wel spijt van hebt? Gemiste kansen, verkeerde keuzes, misstappen?

undefined

Corsari «Als kind droomde ik ervan om in een groot circus te werken, als muzikale clown. Die droom ben ik mijn hele leven blijven koesteren. Elke keer als ik onderweg een circustent zag staan, stopte ik om de sfeer op te snuiven en een praatje te slaan. Maar het is geen frustratie dat ik geen circusartiest geworden ben, hoor.»

HUMO Stel dat u de klok kon terugdraaien, wat zou u dan anders doen?

undefined

Corsari «Niets, denk ik. Ik ben tevreden over het leven dat ik heb geleid.»

HUMO U hebt geen kinderen. Is dat geen gemis?

undefined

Corsari «Nee. Ik weet niet hoe het is om kinderen te hebben, dus kan ik dat ook niet missen.

»In het begin van mijn carrière had ik het veel te druk om aan kinderen te denken. Mijn vrouw had bovendien een vrij zwakke gezondheid - als wij kinderen hadden gehad, had ik mijn optredens moeten laten vallen om haar te helpen, en dat wou ik niet. Later, toen ik de dertig al lang voorbij was, was ik wel klaar om vader te worden, maar toen is mijn vrouw geopereerd aan een baarmoederfibroom en kon ze geen kinderen meer krijgen.

»Ik heb het nooit erg gevonden dat we geen kinderen hadden, maar mijn vrouw wel. Zij zat heel vaak alleen thuis, terwijl ik op tournee was of aan de andere kant van het land een feest opluisterde. Ze heeft me dat nooit verweten: ze begreep dat ik voorrang gaf aan mijn carrière. Maar toen ik uiteindelijk klaar was voor het vaderschap en zij geen kinderen meer kon krijgen, had ze het daar wél lastig mee. Dat heeft haar veel verdriet gedaan.

»Mijn vriendin heeft ook geen kinderen, en zij vindt dat ook erg. Ze is bang dat er niemand voor haar zal zorgen als ze hulpbehoevend wordt. Maar ik vind niet dat je van je kinderen mag verwachten dat ze voor je zullen zorgen op je oude dag. Daarvoor heb je ze toch niet op de wereld gezet? Trouwens, misschien wonen ze wel aan de andere kant van de wereld als jij oud en versleten bent. Of misschien hebben ze het te druk met hun werk of hun gezin om voor hun ouders te zorgen.»

HUMO Als u terugkijkt op uw lange en rijkgevulde leven, wat vond u dan de mooiste leeftijd?

undefined

Corsari «Ik vind dat alle leeftijden iets hebben. Als je jong bent, bruis je van energie en denk je dat de wereld aan je voeten ligt. Dat heb je niet als je bejaard bent, maar daar staat tegenover dat je de dingen dan gemakkelijker aanvaardt zoals ze zijn. Dat is ook weer een voordeel.

»Jean Cocteau schreef ooit: 'Je moet al vele jaren geleefd hebben om je jong te voelen.' Sinds ik kanker heb, weet ik wat hij bedoelde. Ik voel me pas écht jong sinds ik te horen kreeg dat ik misschien zou gaan sterven. Vroeger kon ik mij opwinden over kleine tegenslagen - een deuk in mijn auto, een herziening van mijn belastingaangifte. Maar dat laat mij nu allemaal siberisch. Ik herhaal wat ik in het begin van dit gesprek zei: ik heb een goed leven achter de rug. Ik heb geen drama's meegemaakt, ik heb niemand bewust pijn gedaan, ik heb een gelukkig huwelijk gehad, en ik heb professioneel een mooi parcours afgelegd. Ik ben een gelukkig man.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234