Toy Story 3 - 3D
Sla op de vreugdetrommel, ontsteek Bengaals vuurwerk en blaas op de vuvuzela: Woody, Buzz Lightyear, Mr. en Mrs. Potato Head, Jessie en Hamm het snoezige spaarvarkentje zijn terug!
't Is een even plezierig als weemoedig weerzien: net alsof onze eigen Playmobil-mannetjes, 'Star Wars'-popjes en 'Masters of the Universe'-actiefiguurtjes (Skeletor! Man-At-Arms! Beastman!) ineens met uitgestoken armpjes op het voeteinde van ons bed springen en ons nog één keer dag komen zeggen. Brok in de keel.
Na het briljante 'Toy Story 2' had Pixar-boss John Lasseter nochtans verkondigd dat het sprookje uit was. Nóg beter doen was immers onmogelijk, meende hij. Maar toen Lasseter in 2006 aan het hoofd kwam te staan van de Disney-studio's (die Pixar intussen hadden opgeslorpt) hoefde hij niet lang na te denken over zijn eerste beleidsdaad: 'Toy Story 3' kreeg hardgroen licht. Wat zijn we blij dat de chef op zijn beslissing is teruggekomen!
In aflevering drie trekken zich stikdonkere wolken samen boven onze vrienden. Nu hun baasje Andy naar de universiteit trekt, dreigt Woody in een kartonnen doos op zolder te belanden; voor de anderen wenkt de vuilnisbak. Na een reeks dolle verwikkelingen verzeilen Buzz en compagnie in een kinderdagverblijf waar de plak wordt gezwaaid door Lotso, een gemoedelijke, met een vuistdik Alabama-accent sprekende teddybeer. Onder diens pluizige vacht blijkt evenwel een sinistere dictator schuil te gaan. Aan Woody om de bende uit de broei te helpen.
Omdat hij het net wat te druk had met het runnen van zijn studio, vertrouwde Lasseter het scenario toe aan Michael Arndt (de scribent van 'Little Miss Sunshine') en de regie aan Lee Unkrich , en die twee heren schrikken er niet voor terug om een volle emmer duisternis in het 'Toy Story'-universum te kletsen.
De angst om te worden afgewezen; het genadeloze voorbijtikken van de tijd; de vaststelling dat vriendschappen misschien niet eeuwig blijven duren: onder de fun voel je behoorlijk serieuze thema's borrelen. Maar gelukkig zie je ook veel gags - en die zijn als vanouds geniaal. Buzz die na een foute reset in Spaanse modus springt: om je kapot te lachen.
Let wel: dit is níét de beste 'Toy Story'. Het frisse is er toch wat af; de betovering pakt wat minder; je voelt aan je eksterogen dat de batterijen aan het leeglopen zijn. Voor de volledigheid dienen wij ook te vermelden dat die vermaledijde 3D-brilletjes - ze horen dezer dagen bij een bioscoopbezoek als schurft bij een hond - alweer geen enkele meerwaarde bieden, wel integendeel.
Wie het brilletje tussendoor heel even naar het topje van z'n neus laat glijden, zal met eigen ogen kunnen vaststellen dat de naakte beelden veel helderder ogen. Maar genoeg over 3D: verzet lijkt zinloos.
Het meest prijzenswaardige aan de 'Toy Story'-films is, uiteindelijk, dat ze ons laten zien dat onze speeltjes hun eigen leventjes leiden. Dat we niet zonder hen kunnen, en zij niet zonder ons.
En als u ons nu even wilt excuseren: wij gaan op kousenvoeten de trap naar de zolder opsluipen. Als we geluk hebben, zien we misschien nog net hoe onze Matchbox-autootjes terug in hun dozen glippen.
Bekijk de trailer: