Trainer van Standard, Yannick Ferrera: God in de hel van Sclessin
Precies zestig jaar nadat zijn grootvader uit Sicilië in Charleroi was neergestreken om in de mijnen te werken, begon Yannick Ferrera er aan zijn carrière als trainer in eerste klasse. Hij was 31 en had nog nooit op het hoogste niveau gevoetbald.
'Mijn leven bestaat alleen uit voetbal: ik wist pas zes maanden na zijn troonsbestijging dat Filip onze nieuwe koning is'
We zijn op de Académie Dreyfus, het beroemde opleidingscentrum van Standard de Liège dat op een beboste heuvel boven de Maas ligt. Hier trok Yannick Ferrera (35) zich in oktober wekenlang terug om dag en nacht te werken. Terwijl de spelers en de technische staf naar huis trokken, bleef hij in het spelershotel en zocht hij naar een oplossing om zijn zwalpende ploeg, die naar de laatste plaats van de rangschikking was gezakt, terug tot leven te wekken. Met resultaat: Standard is opnieuw springlevend, heeft uitzicht op Play-off 1 en staat met één been in de bekerfinale.
Yannick Ferrera «Hier kon ik me afzonderen en geconcentreerd mijn ding doen. Ik ken ook maar één manier van werken: totale toewijding. Dat is niet altijd makkelijk voor mijn familie, en zij proberen me wel oog te doen hebben voor andere dingen. Mijn leven bestaat enkel uit voetbal, ik moet meer evenwicht proberen te vinden. Het leven ontgaat me: ik wist pas zes maanden na zijn troonsbestijging dat Filip onze nieuwe koning is. Als het tijdens een etentje niet over voetbal gaat, verlies ik ook een pak van mijn zelfvertrouwen.
»Die eerste weken waren wel heel frustrerend: ik vond niet wat ik moest vinden om de ploeg terug op gang te krijgen.»
HUMO Tegen OHL, thuis op 26 september, zei je tegen je spelers dat ze zich hadden gedragen als des gamins de merde arrogants, verwende rotjochies.
Ferrera «De spelers dachten met de vingers in de neus te kunnen winnen, maar aan de rust stond het al 0-2. We hadden nochtans een duidelijk wedstrijdplan, maar iedereen op het veld heeft dat genegeerd. Ik was woest: ‘Wie denken jullie wel dat jullie zijn? Jullie spelen als een bende rijkeluiszoontjes.’ Zoiets kun je je bij Standard niet veroorloven: de tribunes zitten vol mensen die hard moeten werken voor hun boterham. Na eerdere nederlagen zoals de 7-1 tegen Club Brugge hadden ze voortdurend zitten schermen met flauwe excuses: ‘Sorry, supporters, voor deze offday.’ Maar dat bleef duren, en nu konden ze zich niet meer verschuilen: de club zou hen niet langer beschermen.»
HUMO Moet je spelers durven te beledigen?
Ferrera «We zijn geen kinderen meer en we willen allemaal hetzelfde: winnen. Dan moet je al eens zeggen: ‘Tu te fous de ma gueule ou quoi? Denk je dat ik achterlijk ben?’ Maar ik laat mijn emoties meestal overwaaien, die zijn er al genoeg in het voetbal. Gisteren hebben we zwaar verloren van Gent (0-3, red.). Wel, dan wacht ik enkele dagen om te debriefen. Anders zou ik misschien te verwijtend kunnen overkomen, en daar help ik niemand mee.»
HUMO Tegen Westerlo zette je al je belangrijkste spelers op de bank of in de tribune. Moest je hen niet net achter jou zien te krijgen?
Ferrera «Iedereen focuste op Jelle Van Damme, die toen naast de bank ging zitten. Maar bij hem lag het anders: we dachten lang dat hij door een schorsing niet zou kunnen meespelen. Anderen, zoals Anthony Knockaert, hadden zaken niet gerespecteerd en dan zet ik ze op de bank. Uiteindelijk hielp het om spanning te creëren en hebben we er ons voordeel mee gedaan als groep. Maar ik heb het niet bewust gedaan om te tonen dat ik de baas was, zo zit ik niet in elkaar. Ik wil mijn spelers niet choqueren, ik doe alles in functie van de ploeg. Nu ja, we verloren die match en stonden toen op de laatste plaats in de rangschikking.»
HUMO Een vechtpartij onlangs tijdens de oefenpartij tegen Mainz was voor jou het signaal dat je de groep op de rails had. Is voetbal dan toch oorlog?
Ferrera «Hier moet ik nuanceren, mijn woorden werden verkeerd geïnterpreteerd. Nog voor de wedstrijd deden die van Mainz al uit de hoogte, ze zouden ons even laten zien wat voetbal was. Nadat ze een smerige fout hadden begaan en iemand van ons op de enkel hadden getrapt, pakte Corentin Fiore iemand van hen hard aan. Die gast komt overeind en grijpt hem meteen bij de keel – we waren op oefenkamp, iedereen zat al een week zonder vrouw en werd wat prikkelbaar (lacht). Enfin, iedereen vliegt op die speler van Mainz af en er vallen klappen. Van beide kanten, hè! Daar kan ik als trainer onmogelijk mee akkoord gaan, vechten hoort niet op een veld. Maar met de onderlinge solidariteit was ik wel blij: ‘Als je aan iemand van ons raakt, krijg je met ons allemaal te maken.’»
HUMO Jouw mediterrane temperament past wel bij Standard.
Ferrera «Ik voelde me al een hele tijd klaar om deze club te trainen, maar ik zat met Sint-Truiden in tweede klasse. De media zien er niet naar je om, tenzij je kampioen speelt – wat ook is gebeurd. Ik hou van Standard, van die intense sfeer. De mensen komen massaal naar het stadion en de emoties die ze beleven, wil ik ook. Als ze juichen na een goal, krijg ik kippenvel. En mijn temperament: ik heb in het heetst van de strijd weleens ‘Enculé!’ (klootzak, red.) geroepen naar Mbaye Leye. Maar daar heb ik dan meteen spijt van, ik bied altijd mijn excuses aan. Hij stond toen wel op de keel van onze speler, moet ik er even bij zeggen. En hij heeft me zeker nog tien keer ‘fils de pute’ genoemd. Tja, een voetbalveld is niet voor watjes.»
HUMO Doorgaans gedraag je je bijzonder beleefd en voorkomend.
Ferrera «Dat ben ik ook. Ik had thuis ook niet zulke woorden moeten gebruiken (lacht).»
Gevlucht uit Spanje
In een wijk even buiten het centrum van Vilvoorde thuis bij Yannicks hoogst charmante ouders, vertelt Cisco Ferrera (61) hoe hij in 1962 samen met zijn moeder, broer en zus in Andalusië de trein naar België nam.
Cisco Ferrera «Het werd een slopende reis van vier dagen, onzeker waar we terecht zouden komen. We komen uit El Cerro de Andévalo, een dorpje vlak bij de Portugese grens. Mijn vader was al eerder afgereisd. In Spanje werkte hij in de kopermijnen langs de Río Tinto, tot die op een dag allemaal dichtgingen. Franco’s dictatuur maakte de situatie onhoudbaar en er heerste grote armoede: we moesten wel op de vlucht. Mijn moeder kon lezen noch schrijven, alleen tellen had ze zichzelf aangeleerd. In België streken we neer in Schaarbeek en werd ik profvoetballer bij Crossing Schaarbeek, al moest je dat destijds met een job combineren.»
undefined
'Zodra voetballers een beetje geld verdienen, gedragen ze zich plots als Amerikaanse rapsterren'
Zijn moeder kent een soortgelijk verhaal: zij is afkomstig uit Sicilië.
Janine Gurrieri «Mijn familie kwam begin jaren 50 al naar België, ik ben geboren in Charleroi. Onze ouders spraken geen Frans, dat hebben wij hen moeten leren. Onze families hebben zich geleidelijk aan kunnen opwerken, en onze kinderen doen het nu nog beter.»
Cisco Ferrera «Yannick maakt het nu als trainer, hij heeft een gave meegekregen. Het verbaast me niets, als kleine jongen nam ik hem mee naar de clubs die ik trainde en toen gaf hij me al tactische opmerkingen. Hij moet een jaar of 12 geweest zijn, maar ik dacht: ‘Tiens, hij zegt echt wel zinnige dingen’ (lacht).»
‘Ik zou het niet aandurven om niet hard te werken,’ vertelt Yannick Ferrera. Hij is zich sterk bewust waar hij vandaan komt.
Ferrera «Mijn grootvader langs moederskant kwam in 1952 naar Charleroi om er in de mijnen te werken en exact zestig jaar later werd ik er trainer: die symboliek betekent veel voor mij. Mijn grootouders hadden niks en konden ternauwernood overleven: zonder hun moed en opoffering stond ik hier niet. Ik ben hen dankbaar omdat ik van hun werk kan profiteren. Ze zijn alle vier overleden, maar ik heb ze nog horen vertellen hoe ze al vanaf hun 8ste moesten gaan werken. Ik was nog een kind op mijn 18de! Daarom begrijp ik het niet wanneer sommige spelers vergeten waar ze vandaan komen. Zodra ze een beetje geld verdienen, gedragen ze zich plots als Amerikaanse rapsterren.»
undefined
undefined
'Vader Cisco, naast moeder Janine: 'Ik nam Yannick op zijn 12de mee naar de clubs die ik trainde, en toen gaf hij me al tactische opmerkingen.'
HUMO Wanneer besefte je dat je het in jou had om een goede trainer te worden?
Ferrera «Toen ik een jaar of 14 was. Ik voetbalde bij de jeugd en gaf voortdurend aanwijzingen aan mijn ploegmaats. Ik ben een leidersfiguur, zonder dat ik me beter voel dan iemand anders. Ik hield als kind al van analyses en maakte notities tijdens de wedstrijden. Ik ging telkens mee met mijn vader, ik zag hem in de kleedkamer bezig met zijn spelers. Eigenlijk breng ik daar al mijn hele leven door. Ik vind het een bijzondere plaats: dáár voel je de magie. Soms voel je vóór een match dat er iets in de lucht hangt, of weet je door de uitdrukking op de gezichten: ‘Wij winnen vandaag. We maken ze gewoon af’ (lacht).
»Als kind verzamelde ik Panini-stickers en was ik ervan overtuigd dat ik zou meespelen op het WK ’98 in Frankrijk. Toen ik besefte dat ik het niet zou halen, heb ik meteen het roer omgegooid.»
HUMO Hoe hoog ben je als speler geraakt?
Ferrera «Een opwarming in eerste klasse, met de eerste ploeg van SK Beveren. Mijn oom Emilio was er trainer en ik speelde er bij de jeugd. Ik was blij dat ik niet moest invallen, het veld lag er bevroren bij en ik zou geen goede beurt gemaakt hebben. Maar ik deelde wel in de winstpremie: 22.500 frank (lacht). Later heb ik nog in derde klasse gespeeld, maar een voetbalcarrière in de lagere afdelingen interesseerde me niet. Daarom heb ik meteen alles op mijn trainerscarrière gezet. Omdat ik er zo jong mee ben begonnen, had ik ook meer tijd om op de materie te studeren.»
HUMO Aad de Mos zei eens smalend: ‘Ferrera moet niet denken dat hij Van Gaal of Mourinho is.’
Ferrera «Ik leer soms uit De Mos zijn analyses. Maar wat ze van me denken, vind ik niet belangrijk. Ik ben niet slecht in mijn vak, maar dit is nog maar mijn vierde jaar als proftrainer: ik zal nog veel beter worden. Ik voel nu al dat ik veel beter ben dan vijf maanden geleden, toen ik nog bij Sint-Truiden zat.»
undefined
'Het leven in Saoedi-Arabië is saai, en mijn vriendin mocht niet overkomen omdat we niet getrouwd waren'
HUMO Waaraan merk je dat?
Ferrera «De kennis die ik hier opdoe. Bijvoorbeeld door elke dag met Daniel Van Buyten te spreken, of met mijn assistent Yann Danielou. Ik leer ook van de oudere spelers: van Jelle Van Damme heb ik bijvoorbeeld veel opgestoken over tactiek en hoe hij naar matchen toeleefde. Ook van Víctor Valdés zal ik veel leren: hij heeft bij Barcelona jarenlang met Pep Guardiola gewerkt, ik heb een uitgebreide vragenlijst over zijn manier van werken (lacht). Ik probeer met mijn leergierighed mijn gebrek aan ervaring te compenseren.»
HUMO Bij Anderlecht was je ook de chauffeur van de spelersvrouwen. Heb je daar ook veel uit geleerd?
Ferrera «Ik was trainer bij de jeugd en maakte ook deel uit van de sociale cel van de club. Ik spreek veel talen en zo moest ik Matías Suárez en Cheikhou Kouyaté begeleiden. Ik ging met hen op zoek naar een woonst, ik hielp ze meubels en elektro kopen en liet ze Brussel zien. Het zijn twee supergasten, echt waar, maar de job was niets voor mij. Al was ik blij dat ik in het professionele voetbal zat en geen leraar lichamelijke opvoeding meer moest zijn. Op een vergadering zei Anderlecht-manager Herman Van Holsbeeck dat iemand de spelersvrouwen naar de uitwedstrijden moest brengen. ‘Mag ik dan de match zien?’ vroeg ik. Dat was geen probleem en vanaf dan reed ik om de veertien dagen met een bestelwagen vol vrouwen naar die wedstrijden. Toen ik bij Anderlecht niet meer hogerop kon als jeugdcoach, ging ik naar AA Gent en daarna ben ik Michel Preud’homme gevolgd naar Al-Shabab in Saoedi-Arabië, als videoanalist en veldtrainer.»
HUMO Waar je al na één jaar je contract afkocht voor 60.000 euro, om bij Charleroi aan te slag te gaan. Je vader begreep er niks van: ‘Waarom koos hij niet voor financiële zekerheid?’
Ferrera (lacht) «Het was er goed betaald, maar nu ook weer niet zo uitzonderlijk goed. Ik verdiende er 75.000 euro netto per jaar, en ik had er een huis en een auto. Het werk was er super, maar ik voelde me daar in een gouden kooi. Het leven in Saoedi-Arabië is saai, en mijn vriendin mocht niet overkomen omdat we niet getrouwd waren. En in de restaurants zitten families en mannen gescheiden. Tja, dan breng je als single je dagen aan het zwembad en met je PlayStation door. Ik wisselde tien keer per dag van stemming: ‘Ik hou het niet meer uit, ik móét hier weg.’ En een uur later: ‘Het zal wel gaan, ik moet positief denken.’ De eenzaamheid maakte me gek. En vooral: was ik daar gebleven, dan zou ik waarschijnlijk nooit trainer in eerste klasse geworden zijn.
»Ik heb veel geld betaald om bij Charleroi te kunnen beginnen, en iedereen verklaarde me gek. Het risico was héél groot dat ik er al na drie weken zou buitenvliegen – de club was toen een echt trainerskerkhof. Maar ik durf risico’s te nemen in het leven, zeker als ze me dichter bij mijn droom brengen.»
HUMO Hoever reiken je dromen?
Ferrera «Het hoogst bereikbare in het voetbal: werken en emoties beleven bij de grootste clubs van Europa.»
HUMO Je bent er rotsvast van overtuigd dat het zal lukken.
Ferrera «Dat weet ik niet, maar ik zal er alles aan doen. Het kan van details afhangen, in het voetbal moet je geluk hebben. Als je als trainer een bekerfinale verliest met één penalty verschil, heb je al een titel minder op je cv. En misschien is met het succes van de Rode Duivels de tijd van de Belgische trainers aangebroken? Hein Vanhaezebrouck zal zeker kansen krijgen in het buitenland.»
HUMO Waar zie je jezelf over tien jaar?
Ferrera «Eerst wil ik titels winnen met Standard, en dan graag naar de Premier League. Ik hou enorm van het Engelse voetbal, vooral door de beleving errond, met de supporters die zo dicht tegen het veld zitten. Spanje of Italië mag ook, natuurlijk (lacht).»
undefined
Neus tegen neus
HUMO Sta je als jongere trainer dichter bij je spelers?
Ferrera (knikt) «Ik kan één van hen zijn, maar als het moet, sta ik boven de groep. Enkel als ze zich niet matuur gedragen, laat ik zien dat ik de baas ben.»
HUMO Je begrijpt ook de jongerencultuur: je stapt zelf van de bus met zo’n grote koptelefoon.
Ferrera «Beschouw het niet als arrogantie: ik wil liever met niemand spreken tot ik in de kleedkamer ben, anders ben ik uit mijn concentratie. Mij maakt het ook niet uit welk kapsel mijn spelers hebben en of ze vol tatoeages staan. Het kan me ook niet schelen als ze hun pet ophouden tijdens het eten. Respect betekent voor mij: je volledig geven op training en tijdens de match. Bij Charleroi was er een speler die altijd zijn pet afnam als hij me begroette. Heel hoffelijk allemaal, tot hij op een dag heel kwaad was op mij en in een wedstrijd een penalty bewust over het doel schoot. Ik stond zwaar onder druk bij Charleroi en hij wilde me op die manier dat laatste duwtje geven, zodat ik buitenvloog. Tja, dan heb ik liever dat ze hun pet ophouden, hè.»
HUMO ‘Met de grootste talenten is het soms het moeilijkst werken,’ zegt men.
Ferrera «Ik vertel hen altijd hetzelfde: ‘Je bent supergetalenteerd en op je 18de verdien je al veel meer dan ik. Als je gewoon stoer wilt doen met je geld, zeg ik: daar is de deur. Maar wil je winnen en iets betekenen voor het voetbal, dan is mijn antwoord: volg mij. Ik probeer elke jonge speler uit te leggen dat als je goed speelt, het geld automatisch zal komen. Maar het mag nooit de reden zijn waarom je het doet. Trouwens, ik heb bij Anderlecht met Adnan Januzaj, Michy Batshuayi, Charly Musonda jr. en de Lukaku’s gewerkt. Nooit heb ik hen als moeilijk ervaren, integendeel. Iedereen zei ook dat Junior Edmilson onhandelbaar was: niks van gemerkt.»
HUMO Met enfant terrible Anthony Knockaert heb je wel eerst neus tegen neus moeten staan.
Ferrera «Ja, maar daarna is hij helemaal gedraaid. Hij speelt nu in Engeland, maar we hebben nog wekelijks contact. En met alleen maar schapen win je geen wedstrijden. Ik heb geen probleem met iemand die tegen de stroom ingaat. Hij moet alleen de ploeg respecteren.»
HUMO Moet Romelu Lukaku de diepe spits van de Rode Duivels worden op het EK?
Ferrera «Mijn hart zegt natuurlijk Romelu, omdat ik hem goed ken en graag heb. Hij speelt bevrijd in Everton, maar elk land dat nu tegen België speelt, gaat met twéé bussen voor het doel staan. Probeer dan maar eens ruimte te vinden als spits. Vooral daar zal hij nog aan moeten werken.»
HUMO Worden we Europees kampioen?
Ferrera «Op papier maken we een kans. We hebben alleen weinig ervaring op grote toernooien. Maar dat kun je compenseren met talent en harder en slimmer werken.»
HUMO Jij bent er een levend bewijs van.
Ferrera (knikt) «Vorig jaar won Sint-Truiden de titel met een ploeg van gemiddeld 21 jaar oud. We hadden zelfs 9 punten voorsprong. Zonder ervaring moet je je maar één vraag stellen: hoe compenseer ik dat?»
HUMO Bij zijn debuut dacht jouw oom Emilio ook voorbestemd te zijn voor Real Madrid.
Ferrera «Als je jong bent en succes hebt, dan denk je: ‘The sky is the limit.’ Dan denk je dat Real Madrid op je 50ste haalbaar is. Dat de realiteit anders is, weten we ook.»
HUMO Wordt het een blij weerzien tegen OHL, waar hij trainer is?
Ferrera «Het is een publiek geheim dat we niet meer met elkaar spreken. We zullen elkaar de hand schudden, omdat dat nu eenmaal de regel is. Maar we verkiezen niets meer met elkaar te maken te hebben en dat willen we allebei zo houden.»
HUMO Tot slot: Waar doe je het voor?
Ferrera «Voor die vijf seconden na het fluitsignaal bij een overwinning. Voor de emotie die ik dan voel. Vorig seizoen moesten we wachten op een verlossend telefoontje voor we wisten dat Sint-Truiden kampioen zou zijn. Het resultaat van een andere match was bepalend. Wel, de euforie die volgde op het nieuws, was niet te beschrijven. Als dat unieke gevoel er niet was, zou ik meteen stoppen. En vooral dat je dat kunt delen met de mensen van wie je houdt, maakt het bijzonder. Bij de titel van Sint-Truiden zijn mijn vader en ik elkaar huilend in de armen gevallen.
»Weet je, gedurende die vijf seconden waan ik me op een andere planeet. Als ze me dan zouden slaan, zou ik niks voelen.»