Trainers, analisten en boezemvrienden: Franky Van der Elst en Gert Verheyen
In het immer uitdijende universum der voetbalanalisten zijn ze een verademing: weinigen die zoveel kennis van zaken met zo weinig ego weten te combineren als Gert Verheyen en Franky Van der Elst. Lang geleden een levenslange vriendschap gesloten bij Club Brugge, samen door diepe teleurstellingen gegaan op het wereldkampioenschap van 1998 in Frankrijk – en nu samen aan het roer bij de nationale min 19-jarigen. ‘Wij gunnen iedereen zijn succes.’
'Als coach is het vaak eenzaam. Het helpt als je dan je beste maat naast je hebt – op de bank, maar ook 's avonds in het hotel om alles door te spoelen'
Ergens aan de rand van de Vlaamse Ardennen gaat Gert Verheyen (46) in zijn recent gekochte jezuïetenhoeve door een stapel voetbaltruitjes die hij op het punt staat te verkopen. ‘Hier, Glasgow Rangers. Twee keer alleen voor de keeper. Twee keer gemist.’ Naast hem staat Franky Van der Elst (56) – de Fox, zoals zijn voormalige ploegmaat bij Club Brugge en de Rode Duivels hem noemt. Van der Elst lacht: de zelfironie van zijn vriend is hem niet onbekend. Beide mannen zijn pas terug uit Finland, waar de Belgische min 19-jarigen een toernooi hebben afgewerkt. Verheyen is de bondscoach, Van der Elst zijn assistent.»
Franky Van der Elst «Weet je dat ik me tijdens een bespreking soms moet omdraaien, omdat ik mijn lach niet kan inhouden? Dat is iets wat Gert heel goed doet. Hoe hij die jongens benadert: de goeie dingen zeggen, maar ook kritisch zijn, én hen loslaten.»
Gert Verheyen «Ik ben al content als ze allemaal naar hun club terugkeren en zeggen: ‘Het was een goede week, we hebben daar iets geleerd.’ En ook: ‘Het was plezant,’ want dat vind ik erg belangrijk. Die mannen moeten zich amuseren.»
HUMO In een eerder Humo-interview zei je: ‘Als ik een week met die mannen op toernooi ben geweest, ben ik steendood.’
Verheyen «Dat is deze keer niet anders: ik ben stikkapot. Je hebt op zo’n toernooi geen minuut rust. Om het met de woorden van al die andere trainers te zeggen: ‘Ik werk dag en nacht! Vierentwintig uur!’ (lacht) Onze resultaten waren oké: twee keer gewonnen, één keer verloren. Alleen hebben we moeten constateren dat Nederland betere spelers heeft dan wij, en Portugal ook. Moet je dan blij zijn met de zes op negen, of moet je je ongerust maken omdat twee landen met evenveel inwoners meer individueel talent hebben?»
Van der Elst «Je moet door het resultaat heen kunnen kijken.»
HUMO De Rode Duivels van Roberto Martínez hebben zich voor het wereldkampioenschap volgend jaar in Rusland geplaatst. We staan nummer 5 op de wereldranking en gaan er al bijna van uit...
Verheyen «… dat we daar altijd zullen blijven staan? Vergeet dat maar.»
Van der Elst «Dat is alleen voor de Duitsers en de Spanjaarden weggelegd. In 2014 werden de Nederlanders nog derde op het WK. Het was een voetballand waarvan we dachten dat het altijd in de top zou meedraaien. En kijk nu.»
Verheyen «Dat klinkt negatief, maar wij zijn kritisch: dat móét als je met jeugdspelers bezig bent. Wij hebben al met verschillende generaties tegen Portugal gespeeld, en altijd verloren. Dan is de vraag: hoe slagen zij er jaar na jaar in om hun jeugdselecties op datzelfde niveau te houden, zich altijd te kwalificeren voor de eindrondes en er vaak ook halve finales en finales te spelen? Volgens mij gaat het om snel volwassen worden, en om keihard zijn. Die gasten hebben op jonge leeftijd harder moeten werken om er te geraken – het zijn overlevers. Ik wil onze selectie ook wel hard maken, maar als ik ze te hard maak, hou ik geen spelers meer over.»
HUMO Wat komen ze tekort?
Verheyen «Een combinatie van maturiteit en techniek. Als ze opgesteld staan voor de Brabançonne, zie je het probleem al: min 19-jarigen moeten volwassen mannen zijn, geen kinderlichaampjes meer.»
HUMO Je ziet zelden internationals die uit de nationale jeugdselecties zijn doorgestroomd naar de A-ploeg.
Verheyen «Van 1995, het geboortejaar waarmee wij begonnen zijn, heb je Denayer, Dendoncker en Origi – drie, dat is al heel goed. Van het geboortejaar 1998, de generatie die brons haalde op het WK vorig jaar in Chili, speelt er niemand bij zijn club in de eerste ploeg. Alleen Louis Verstraete is bij AA Gent even komen piepen. Dat is niet normaal.»
HUMO Waar halen jullie voldoening uit?
Verheyen «Origi op het WK zien scoren en een transfer naar Liverpool versieren. Dimata naar Wolfsburg zien gaan. Zinho Vanheusden (Belgisch talent bij Inter Milaan, red.) bij de U21 zien spelen. Allemaal spelers die bij ons hebben gezeten.»
HUMO Waarom heb jij deze job in 2013 aanvaard?
Verheyen «Omdat ik, na vijf jaar in een kledingwinkel te hebben gestaan, goesting had om weer iets in het voetbal te doen, maar dan zonder de spotlights. Dan zijn de min 19-jarigen ideaal: je werkt met jongvolwassenen, en het niveau is behoorlijk. Ik wil niet stoefen, maar veel van de dingen die wij op tactisch vlak met hen doen, maken ze voor het eerst mee.»
Van der Elst «De manier waarop Gert een match fileert: dat maken die jongens niet mee bij hun clubs.»
HUMO Zag je het zwarte gat voor je opdoemen?
Verheyen «Ik ben altijd bezig geweest: die vijf jaar in die winkel, dat was hard werken. Maar je leidt een vlak leven, terwijl je voordien constant ups en downs had: alles werd bepaald door winst en verlies. Met de min 19-jarigen ervaar ik die momenten weer. Daar ben ik blij om.
»Alles hangt af van toevalligheden. Mocht ik niet gescheiden zijn, dan stond ik misschien nog altijd met mijn vrouw in die winkel. Mensen vragen mij nu of het mijn ambitie is om hoofdtrainer te worden in eerste klasse. Misschien, ooit. Misschien ook niet. Ik ben niet iemand die dingen najaagt. Ik ben ook niet iemand die, als hij content is, op zoek gaat naar méér of beter.»
HUMO Waarom heb je Franky vorig jaar gevraagd om je assistent te worden?
Verheyen (lacht)
Van der Elst «Zal ik proberen te antwoorden? Ik zat thuis, en had niets. Ik denk dat je dat vervelend vond voor mij.»
Verheyen «Iemand die zoveel voor het Belgische voetbal betekend heeft als Franky, die kun je toch niet zomaar thuis in zijn zetel laten zitten? Dat gáát gewoon niet! In Finland is Jari Litmanen (ex-speler van Ajax, red.) verantwoordelijk voor alle nationale jeugdploegen. Mensen als hij en de Fox kunnen iets betekenen voor jonge voetballers. Hij had geen zin meer om hoofdtrainer te worden, dus ik zei: ‘Kom eens mee, en zie of je het plezant vindt.’ Daar komt bij dat hij voor mij een dankbaar klankbord is. Hij was al hoofdtrainer geweest, ik nog nooit.»
Van der Elst «Gert mag dan wel zeggen dat hij niet weet of hij ooit hoofdtrainer wordt, maar we hebben het er wel al vaak over gehad: ‘Wat doet dat met een mens, afgerekend worden op resultaten?’»
Verheyen «Als trainer is het vaak eenzaam. Het helpt als je dan je beste maat naast je hebt – op de bank, maar ook ’s avonds in het hotel om alles door te spoelen (lacht).»
Poepsimpel
HUMO Franky liet vorig jaar een prachtige liefdesverklaring optekenen in Humo: ‘Ik amuseer me goed met Gert. We hebben al twee keer punten gehaald door een doelpunt in de blessuretijd: als ik zie hoe gelukkig hem dat maakt, word ik emotioneel.’
Van der Elst (lacht) «Is dat zo ongewoon? Als ik iemand die ik door en door ken zo gelukkig zie, dan kan ik inderdaad emotioneel worden.»
HUMO Je voegde eraan toe: ‘Gert is een heel fijn mens.’
Van der Elst «Ik zie het ook aan andere mensen dat ze graag in Gerts gezelschap vertoeven. Door de manier waarop hij met iedereen omgaat, door zijn humor ook. En hij ziet het voetbal bijzonder goed. Iedereen die er die negen dagen in Finland bij was, heeft dat zo ervaren.»
undefined
'Iemand die zoveel voor het Belgische voetbal betekend heeft als Franky, die kun je toch niet zomaar thuis in zijn zetel laten zitten?'
HUMO Is het niet ironisch dat jij, die graag nog ergens als hoofdcoach aan de slag was gegaan, de assistent bent van iemand die die ambitie níét heeft?
Van der Elst «Het zou onnozel zijn om te denken dat er morgen nog een eersteklasseclub belt, gelet op het parcours dat ik heb afgelegd. Hoe langer je erin zit, met wisselend succes dan nog, hoe kleiner de keuze wordt. Dat is de realist in mij die spreekt. Tussen mij en Gert is het poepsimpel: Gert bepaalt wat er gebeurt en hoe we gaan spelen, we praten er eens over, en dan begint de match (lacht).»
HUMO Toen Marc Wilmots jou als zijn assistent vroeg, Gert, moest je niet lang nadenken: ‘Nee!’
Verheyen «Ik zag dat niet zitten.»
Van der Elst (gedecideerd) «Gert heeft te veel kwaliteiten om assistent te zijn.»
Verheyen «Ik ben liever hoofdtrainer op een lager niveau dan assistent op hoog niveau. Die vraag kwam ook op een moment dat ik nog niet in het voetbal was teruggekeerd. En dan vind ik: een assistent van de nationale ploeg pluk je niet weg uit een kledingwinkel, toch? Dan kun je ook de bakker om de hoek vragen.»
HUMO Na je spelerscarrière heb je één seizoen de beloften van Club Brugge gecoacht. Toen je daarna stopte, werd gezegd dat er een groot trainer aan je verloren ging.
Verheyen «Goed, maar mag ik daar zélf over beslissen? Mijn keuze om geen hoofdcoach te worden is geen beroepskeuze, maar een levenskeuze. Er is te veel dat je niet in de hand hebt. Een trainer vliegt na twee speeldagen buiten, zijn opvolger wordt aangesteld en nog een week later verkopen ze zijn spits. Dan denk ik: ‘Daar gaan we weer.’ Eigenlijk wil ik daar niet aan meedoen. Dan wordt het moeilijk, hè? (schaterlacht) Ik zeg niet dat ik het nooit zal doen, maar het plaatje moet kloppen.»
Van der Elst «Het slorpt je helemaal op. Ik zie dat ook aan jou, Gert: de dag van de wedstrijd zit er ’s ochtends aan het ontbijt toch een ander mens voor me.»
Verheyen «En dat gaat dan nog om niks, eigenlijk. Kijk, ik héb al een carrière gehad, als voetballer. Ik hoef niet zo nodig nóg een carrière om te bewijzen dat ik een goede trainer ben. Maar als Franky naast mij zit, dan ben ik op mijn gemak – dat was als speler al zo.»
Van der Elst «Gert had het moeilijk toen hij als jonge speler bij Club kwam. Hij is toen ongelooflijk gesteund door Hugo (Broos, op dat moment trainer van Club Brugge, red.). En tussen hem en mij klikte het. Waarom, dat is moeilijk uit te leggen. Misschien omdat onze karakters dicht bij elkaar liggen.»
HUMO Er zit bij jullie geen ego in de weg.
Verheyen en Van der Elst (in koor) «Dat is waar!»
Van der Elst «En dat in een wereld vól ego’s: we lachen daar weleens mee. Wij zeggen ons gedacht, maar laten ook ruimte voor anderen.»
Verheyen «Wij zitten daar niet met een houding van: ‘Zie eens wat wij allemaal durven te zeggen!’ Dat is onze kracht.»
HUMO Wat opvalt in jullie analyses: een groot mededogen voor trainers.
Verheyen «Ik hou altijd rekening met de moeilijkheid van het trainerschap. Ik zal nooit zeggen: ‘Waarom doet hij dát nu?’ Omdat ik weet: ‘Er is altijd wel een reden voor, vaak zelfs een góéde reden.’ Ik praat ook alleen maar over wat ik zie op het veld. Niet over hoe een trainer zich gedraagt voor de bank.»
Van der Elst «Ik heb óók onnozel gedaan voor die bank. Dan kun je er moeilijk iemand anders over aanpakken.»
HUMO Wordt er te hard geoordeeld over trainers en spelers?
Van der Elst «Dat is toch wat men het liefste doet? Leedvermaak is het grootste vermaak van de mensen. Door de sociale media is het alleen maar erger geworden.»
Verheyen «Wij gunnen ieder zijn succes. In mijn beginperiode als analist was men verbaasd dat ik ook iets goeds kon zeggen over Anderlecht of AA Gent. Maar het is toch niet omdat ik lang bij Club Brugge heb gevoetbald, dat ik niets goeds kan vertellen over andere ploegen?»
HUMO In 2007 zei je me: ‘Een trainer die pas ontslagen is uit de kleedkamer zien buitengaan, is echt niet leuk. Dat is van een hardheid waar de buitenstaander geen besef van heeft.’
Verheyen «Vooral die middag met de Caje (Jan Ceulemans, red.), en het jaar nadien met Emilio (Ferrera, red.), met jullie er allemaal bij (knikt naar Van der Elst), bij Marc Degryse thuis… Dat vergeet ik nooit. (Grijnst) We hebben toen wel hele goeie wijn gedronken bij Marc: een Rothschild van ik-weet-niet-welk jaar.»
HUMO Jan Ceulemans was met veel egards ingehaald als de nieuwe coach. René Verheyen, Dany Verlinden en Franky waren zijn assistenten. Vier oud-spelers van Club én vrienden. Een ideetje van voorzitter Michel D’Hooghe, maar al snel bleek: géén goed idee.
Verheyen «Zoiets is zelden een goed idee.»
HUMO Heb je daaraan teruggedacht, Franky, toen Gert je vroeg als zijn assistent?
Van der Elst «Dat is niet te vergelijken: bij de min 19-jarigen hebben we niet elke dag met elkaar te maken. Trouwens, het probleem bij Club was niet zozeer dat we allemaal vrienden waren, maar dat één van die vrienden (Marc Degryse, red.) sportief directeur was, en dus de baas.»
HUMO Degryse ontsloeg Ceulemans nog voor het seizoen om was. Ook René Verheyen werd bedankt. Enter Emilio Ferrera.
Van der Elst (blaast) «Hoe dat gegaan is… Ik kreeg op een zondagavond telefoon van D’Hooghe – we hadden de dag voordien verloren in Gent, helemaal dolgedraaid door Boussoufa – met de vraag of ik eens tot bij hem wilde komen. Hij zei me letterlijk: ‘We gaan Jan en René ontslaan.’ (Stilte) Dat was slikken. Toen vroeg hij: ‘Wil jij assistent worden van de nieuwe trainer? Hij zit hier boven: Emilio Ferrera.’ Nog eens slikken! Emilio was de laatste aan wie we hadden gedacht. Soit, het is lang geleden.»
Verheyen «Ik herinner me de eerste training van Emilio. We kwamen buiten en enkele supporters riepen: ‘Boe, Anderlecht-man!’ Daar heb ik toen direct op gereageerd. Ik heb veel respect voor Emilio, in dat ene jaar als beloftentrainer heb ik veel van hem opgestoken. Het is anders uitgedraaid, maar ik ben ervan overtuigd dat hij een trainer is voor de top. Hij was – bij wijze van spreken – beter bij Real Madrid begonnen dan bij Waasland-Beveren.»
undefined
undefined
'Gert Verheyen pakt rood tegen Mexico, op het WK '98. 'Na de match vroeg een journalist: 'Voel je je nu de schlemiel?''
HUMO Toen Ferrera na minder dan een jaar werd ontslagen, moesten ook Franky en Marc Degryse weg. Heeft het Brugse bloedbad jullie getekend?
Van der Elst «Ik heb toen besloten: ‘Ik wil weer hoofdtrainer worden.’ Als je dan toch mee de boter hebt gegeten, kun je maar beter ook zelf de beslissingen nemen.»
Verheyen «Ik werkte in de luwte van de beloften, maar er begon commentaar te komen van het bestuur op mijn tv-werk. Zij dachten: ‘Nu we het hebben gezegd, zal hij er wel mee stoppen.’ Maar ik heb het andersom gedaan (lacht) Ik voelde dat tv echt mijn ding was, en zo ben ik ook bij die kledingwinkel uitgekomen: ik wilde iets doen wat helemaal niets met voetbal te maken had, zodat ik ongestoord mijn commentaarwerk kon verderzetten.»
Schlemiel
HUMO Jij kreeg al vroeg, als jonge speler bij Anderlecht, met behoorlijk heftige kritiek af te rekenen.
Verheyen «Dat heeft zeer sterk bepaald wie ik ben. We hadden een zeer goede kleedkamer, maar het publiek moest me niet. Een week bestond uit vijf goeie dagen, en dan: ‘Oei, ’t is zaterdag.’ (lacht)
»Het heeft wel als voordeel gehad dat ik tot de laatste dag van mijn carrière ben blijven knokken. Ronaldo heeft niet dat lichaam omdat hij elke dag aan zijn zwembad ligt. Nee, omdat hij elke dag duizend buikspieroefeningen doet! Er zijn er die dat weleens vergeten. Bij mij heeft dat besef er altijd heel erg ingezeten.
»Wij zien ze nu ook, de jeugdspelers van wie iedereen al op hun twaalfde loopt te roepen dat ze de beste zijn. Wij zien die dan op training en denken: ‘Oei!’ Maar het kwaad is dan al geschied, want in alle boekskes heeft gestaan dat zij de toekomst van het Belgische voetbal zijn. Terwijl je vaak ziet dat zo iemand later níét de beste wordt.
»Nu ik er zelf in zit, denk ik soms: ‘Het zou helpen als je eerst de mediawereld leert kennen, en dan pas voetballer wordt. Je zou je alles minder hard aantrekken.’ Zoals wanneer een journalist je na een interland vraagt: ‘Voel je je nu de schlemiel?’ Dat was na die rode kaart tegen Mexico op het WK van ’98. Zeer pijnlijk.»
HUMO In de aflevering van ‘Belga sport’ over dat WK noem je die uitsluiting het dieptepunt uit je carrière.
Verheyen «Aan elke carrière hou je littekens over. Ik wil ze ook niet vergeten, ik heb ze altijd gekoesterd. Samen winnen, maar ook samen verliezen: dat levert sterke emoties op. Ik vind dat schoon. Iedereen verwacht dat je je sterk houdt, dus hou je je ook sterk. Maar vanbinnen ben je kapot. Dat heeft toen zes maanden geduurd. Gelukkig was ik geblesseerd: ik was blij dat ik niet moest sjotten.
»Weet je, het is voor je lánd! Jonge gasten beseffen dat niet meer, maar ik herhaal het altijd als we weer ergens naartoe vertrekken: je trekt dat trainingspak aan, met dat embleem, je reist en komt op luchthavens, iedereen kijkt naar je… Je vertegenwoordigt je land, en daar moet je je ook naar gedragen. Het gevoel dat land én mijn medespelers in de steek te hebben gelaten: dat had ik toen heel sterk.»
HUMO We zijn twintig jaar verder, maar het lijkt nog altijd niet verwerkt.
Verheyen «Nee, dat is moeilijk. Je kunt het ook niet meer goedmaken. Na mijn goal tegen Tsjechië voor de kwalificatie van het volgende WK (dat van 2002 in Japan en Zuid-Korea, red.) had ik goesting om te zeggen: ‘Ik heb het goedgemaakt, het is genoeg geweest.’ Maar goed, je kunt het ook niet maken om op zo’n moment te stoppen.
»Voor de nationale ploeg spelen, plezant is dat eigenlijk niet. Je staat altijd onder druk, en je weet dat je afgemaakt wordt als het niet goed is. Bij je club ben je per definitie geliefd, en als je eens slecht speelt, krijg je snel weer de kans om dat recht te zetten. Die kans krijg je niet bij de nationale ploeg. Dat besefte ik altijd heel goed als ik daar stond en de Brabançonne werd gespeeld. Misschien dacht ik wel te veel na. De gelukkigen zijn degenen die nergens hard over nadenken. Maar goed, je bent wie je bent.»
HUMO Wat dacht jij toen je die ‘Belga sport’ zag, Franky?
Van der Elst «Ik schrok er ook van. Net als jij dacht ik: ‘Komaan Gert, het is twintig jaar geleden.’ Het geeft aan hoe hij in elkaar zit: Gert is niet zomaar een domme sjotter.»
Verheyen «Misschien kwam het ook doordat Bram Lambert het interview deed. Hij is een maat. Mocht het iemand anders geweest zijn, dan was het er misschien niet zo uitgekomen. Het was ook voor het eerst dat ze mij daarover in een fatsoenlijk programmma een vraag stelden. De meeste interviews gaan nergens over! (schaterlacht)»
HUMO Heb jij een vergelijkbare kras, Franky?
Van der Elst «Ik heb gelukkig veel gewonnen, maar ik heb ook belangrijke momenten gerateerd. Platt die scoort in mijn rug (het doelpunt van de uitschakeling tegen Engeland in de achtste finales van het WK 1990, red.). Stéphane Demol die in 1986 de 2-2 maakt in de testmatch tegen Anderlecht (waardoor Club Brugge naast de landstitel greep, red.), waar ik er niet al te best uitzag.»
Verheyen «Dat je die momenten nu nog kan benoemen: dat zegt toch genoeg?»
Van der Elst «De vergissing die ik in 1990 in Italië heb begaan, is dat ik na de match bij de RTBf ben gaan zitten en direct zelf heb gezegd: ‘Het was mijn fout.’ Had ik dat niet gedaan, zou de nadruk veel meer hebben gelegen op de fantastische manier waarop Platt het afmaakt.»
undefined
undefined
'Waarom het tussen ons klikt, is moeilijk uit te leggen. Misschien omdat onze karakters dicht bij elkaar liggen.'
HUMO In de bewuste ‘Belga sport’ komt ook de Scifo-rel uitgebreid aan bod: in het beslissende duel tegen Zuid-Korea haalde bondscoach Georges Leekens Enzo Scifo van het veld en bracht jou in. Scifo was razend.
Van der Elst «Ik had al tegen Mexico gevraagd om er tijdens de rust af te mogen. De hitte in Bordeaux was ondraaglijk, ik was óp. Maar Georges wilde er niet van weten. Hij verving me pas diep in de tweede helft. De volgende wedstrijd, tegen Zuid-Korea, zat ik terecht op de bank. Ik had nooit gedacht dat ik er nog zou op komen, zeker omdat we op dat moment het verschil nog moesten maken.
»Weet je, de sfeer op dat WK was niet goed. Dat had er veel mee te maken dat Enzo op de bank moest zitten. Enzo was daar niet gelukkig mee en dat had een grote impact op de groep. Want Scifo op de bank: dat is wel iets. Een beetje alsof Martínez nu Hazard naast de ploeg zou zetten. Ach, Georges heeft het gewoon niet goed aangepakt. Voor mij was het over na dat toernooi: ik was 37 – eigenlijk al geen leeftijd meer om op dat niveau te gaan voetballen.»
Verheyen «Daarin zijn wij ook weer hetzelfde: van jezelf kunnen vinden dat je niet goed genoeg meer bent. Kritisch zijn voor jezelf, niet kunnen verdragen dat je fouten maakt. Ik zei ook ooit eens tegen de Caje, in de rust tegen Charleroi: ‘Haal mij er maar af!’ Er zijn weinig spelers die dat doen, de meesten moet je eraf sléúren.»
HUMO Verwachten we te veel van de Rode Duivels op het WK volgende zomer in Rusland?
Van der Elst «Wat verwachten we dan? Dat ze wereldkampioen worden? Dat is wel erg veel.»
Verheyen «Het kán, maar om het als uitgangspunt te hanteren…»
Van der Elst «Het zal er ook van afhangen hoe ze zich als ploeg zullen presenteren. Volgens mij is dat nog altijd de stap die ze moeten zetten. Wat als ze op zo’n groot toernooi weer een land tegenkomen met evenveel kwaliteiten, maar met veel ervaring en goed georganiseerd als ploeg? Hoe zullen ze daarop reageren? Dat hebben we nog altijd niet gezien. Dat kon ook niet, daarvoor was deze groep te gemakkelijk.»
HUMO Zijn de verwachtingen te hooggespannen?
Verheyen «Ik denk het niet. Omdat – en dat is on-Belgisch – de spelers zélf die ambitie uitspreken. Dan mogen de media daarin meegaan.
»Veel op zo’n toernooi hangt af van de verhoudingen in een groep. Spelers moeten elkaar heel veel willen gunnen. Dat juist kunnen inschatten is bijzonder moeilijk. Ik haalde er ooit Musonda bij, en plots veranderde de sfeer in mijn groep. Ik kan dus helemaal volgen wat Martinez heeft gezegd: ‘We zullen enkele weken met elkaar moeten samenleven. Wat zijn de verhoudingen – niet alleen op het veld, maar ook ernaast?’ Neem nu Nainggolan: wat is de impact op de groep als je hem thuis laat? Het kan dat je daardoor méér verliest dan alleen Nainggolan. Ik zeg niet dat het zo is, maar het kán.»
Van der Elst «Journalisten kijken maar op één manier naar een speler: wat kan hij?»
Verheyen «Terwijl het ook is wat Franky zei over Scifo: als je er twee, drie hebt die niet met een bankzittersstatuut kunnen leven, dan heb je een groot probleem. Eigenlijk moet je allemaal gasten selecteren die hun persoonlijke ambitie weg kunnen steken. Vroeger was dat makkelijker, de verschillen waren duidelijker: ik was als jonge gast al blij dat ik erbij was. Aan spelen dacht ik niet. Van de huidige groep van drieëntwintig kan ik me voorstellen dat er drieëntwintig denken dat ze gaan spelen.»
HUMO Welke ambities hebben jullie nog?
Verheyen (opgewonden) «Kijk, daar hebben wij het ook dikwijls over: je móét ambities hebben! Ik probeer mijn werk zo goed mogelijk te doen, dát is mijn ambitie. Ik wil niet per definitie zo snel mogelijk hogerop. Kom het, dan komt het. En komt het niet: ook goed. Nu, het is gevaarlijk om dat zo uit te spreken.»
HUMO Omdat clubs hieruit de foute conclusie kunnen trekken?
Verheyen «Ik wil niet dat ze denken dat het mij niets zegt. Maar ze moeten wel beloven hun spits niet te verkopen! (schaterlacht)»
HUMO Al telefoons gehad?
Verheyen «Ja, maar die hebben dan vijf minuten ervoor ook naar de Fox gebeld (lacht). Heel geestig altijd. ‘Hebben ze al gebeld?’ – ‘Nee.’ – ‘Dan zal het voor over vijf minuten zijn.’ Nu, ik snap dat wel. Wat mij ook nog altijd een klein beetje tegenhoudt, is mijn tv-werk. Eigenlijk zou ik alles moeten opgeven voor iets dat na twee maanden al gedaan kan zijn.»