Triggerfinger - By Absence of the Sun
De hoes zegt: aristocraten. Ruben Block, Mario Goossens en de LangstePolle die ik ken, zetelen in een adellijk blauw kitschpaleis. Overdag drinken ze trotse bellen cognac, en na zonsondergang, wanneer ze de dienstmeid een extra herpesblaasje bezorgen, rimpelen hun pakken. En voor het zingen de kerk uit, want een beetje kasteelheerklootzak doet niet aan conceptie beneden z’n stand.
Het is het puntje ironie dat Triggerfinger de afgelopen jaren toevoegde. ’t Zijn neurotische straathonden, maar ze dragen kostuums en balzaalschoenen. Ze spelen door alle wereldgodsdiensten verboden gitaarrock, maar lokken beugelmeisjes naar hun concerten door een aardige Lykke Li-cover te tingeltingelen. Ze hebben een frontman die een jaar van slag is als hij ‘Bonita Avenue’ van Peter Buwalda leest, maar op het podium met zijn heupen vrouwen tot katzwijm vouwt. U keek het de afgelopen jaren vergenoegd aan, en riep dat het fantastisch was. Ik ook.
Nu is er ‘By Absence of the Sun’, een plaat veel minder goth dan haar titel. Het is de vierde, de tweede geproducet door Greg Gordon, en er is wel wat veranderd. Méér groove en méér song. Melodieën die hun rijbewijs gehaald hebben. Goossens en Lange Polle met meer geil en goesting dan ooit. Plus: Ruben Block is vijf zangers geworden. In ‘There Isn’t Time’ en in de strofes van ‘Big Hole’ doet hij een goeie Dan Auerbach. Of neem ‘Off the Rack’: lome, poppy geilheid, en Block die zijn stem richting gevorderde player plooit.
‘Perfect Match’ kent u al: de single. ’t Is een popding, eigenlijk, de op plaat gestanste versie van de minirok. ’t Is het tweede nummer op de plaat, en het antwoordt perfect op opener ‘Game’: stem en stonerrockriff dagen uit, en het spelletje waaraan vriendelijk tot deelname wordt verzocht is er geen met monopolygeld.
Triggerfinger is verpopt, maar niet verflauwd. Het blijft rock-’n-roll die zonder mantelpakje de wereld in catwalkt.‘Trail of Love’ had op de recentste van QOTSA gemogen, het refrein van de titelsong eigenlijk ook. De lichte overacting van vroeger zit in ‘Black Panic’. En ‘Halfway There’ is sinister spul van sinistere boeven.
In de afsluiter worden overal in de stad de honden losgelaten. Er druipen klodders agressie langs hun muilen, ik hoor ze tuberculeus hoesten, en ze slissen iets in het hondenchinees. Triggerfinger zal gelukkig nooit ‘Master of All Fears’ worden.