Tsotsi
'Tsotsi', de kersverse winnaar van de oscar voor beste buitenlandse film, valt nog het best te pitchen als de Zuid-Afrikaanse versie van 'L'Enfant'. In beide films is een jong boefje tegen de achtergrond van een gore grootstad op de hort met een baby (de townships van Johannesburg zijn blijkbaar nog een stuk meedogenlozer dan de Luikse cités) en in beide films verandert het boefje in kwestie op het eind in een Fatsoenlijker Mens.
Toch heeft 'Tsotsi' een totaal ander voorkomen dan 'L'Enfant': terwijl de broers Dardenne geen enkele noot muziek gebruiken, alle sentiment mijden als de pest, en voor het overige volledig vertrouwen op het inlevingsvermogen en de intelligentie van de toeschouwer (het léf!), valt regisseur Gavin Hood schaamteloos terug op een opdringerige soundtrack, een overnadrukkelijke symboliek (Tsotsi die de baby zijn eigen naam geeft), en een reeks verklarende flashbacks waarin we zien hoe Tsotsi's boosaardige vader, met de whiskyfles in de hand en het kwijl op de kin, de lievelingshond van zijn zoontje doodschopt. Nu is een dode hond natuurlijk wel een brave hond, maar toch vinden wij dat de radicale, uitgebeende, onopgesmukte stijl van de broers Dardenne sterkere cinema oplevert dan de ordinaire en-janken-zal-u!-aanpak van Gavin Hood, te meer omdat wij de psychologische ommezwaai van Tsotsi niet bepaald geloofwaardig vonden. Tsotsi? Flopsi!