TV-review: Danni Lowinski
Dwarskijker bekijkt voor u het tv-seizoen, zo hoeft u dat niet meer te doen. Of misschien wél? Deze keer voor u besproken: Danni Lowinski op vtm.
‘Danni Lowinski’ zou een feelgoodserie zijn. Al wat met feelgoodte koop loopt, stoot op mijn argwaan, behalve Dr. Feelgood, het strakke rhythm-and-bluescombo van Canvey Island, dat in mijn jeugd van betekenis was. Nog steeds dus.
Straks even ‘Down by the Jetty’ spelen en de veel te vroeg overleden zanger LeeBrilleauxgedenken, met iets pittigs in een tumbler, en ondertussen, doorheen dat glas, cool in het ijle staren. De kans op zeer tijdelijk geluk zal niet gering zijn.
Maar wat televisiedrama betreft, klinkt feelgoodme te zeer als een nogal dwingende gebruiksaanwijzing, terwijl ik er nog het liefst op eigen kracht achter kom hoe goed ik me voel bij het zien van een tv-serie. Of bij een blik uit het raam.
‘Danni Lowinski’ is een bezinksel van ‘Legally Blonde’ en ‘Erin Brockovich’ met een scheut Eliza Doolittle eroverheen, het personage uit ‘Pygmalion’ van George Bernard Shaw, niet het zangeresje. Dat bezinksel is niet erg, want alles en iedereen is de drab van een ratjetoe.
Aangezien ik kennelijk in een stemming ben waarin ik bijna niets erg vind, kan het me ook weinig schelen dat ‘Danni Lowinski’ oorspronkelijk van Duitse makelij is. Aardig zijn voor Angela Merkelen heur langenoten lijkt me bovendien aangewezen in deze tijd. ‘Tweede wereldoorlog, gnädige Frau?Wélke Tweede Wereldoorlog, met uw welnemen?’
Danni Lowinski is een kapster van Poolse origine die het ter hoogte van de gewezen mijnstad Genk na succesrijk tweedekansonderwijs ook tot advocaat heeft geschopt. Zo’n beetje het levensverhaal van Jef Vermassen, in brede trekken, en ver van Genk.
Ze solliciteert bij een plaatselijk advocatenkantoor, waar topadvocaat Olivier Smets, gespeeld door Kürt Rogiers– fijne umlaut, nietwaar mevrouw Merkel? -, haar wel als secretaresse wil aannemen, maar niet als advocate. Dat is het begin van een conflict dat heel goed zal aflopen, want feelgoodbetekent ook: geruststellend voorspelbaar.
Nathalie Meskens, die de meeste mensen kennen als een sterk staaltje van zaalpersoneel in restaurant Yam Thai in Antwerpen, is in haar vrije tijd een actrice die ik graag mag lijden – ik denk zelfs dat deze vaardige en wendbare comédienne een algeheel prettige meid is, naar schatting.
Haar Danni Lowinski is een bierdrinkend, om zich heen boerend typetje, dat altijd wel iets te krabben heeft op plekken die volgens de etiquette tot het mijdgebied behoren. Ze beweegt zich voort in een grensoverschrijdende, op een blaasontsteking preluderende minirok, en is zich van geen sexappeal bewust, terwijl ze er toch uitziet als een groteske stoephoer in Amerikaanse tv-series die de werkelijkheid van Los Angeles willen verbeelden. En dat allemaal in Genk. Ik wist niet dat Genk zó opwindend was.
Wij, de argeloze kijkers, een stel idioten dat aan tweedekansonderwijs toe is, voor zover dat in ons geval helpt, wij moesten geloven dat een advocate bij gebrek aan werk bereid is om in een winkelcentrum een soort kraampje op te stellen vanwaaruit ze juridisch advies verstrekt, tegen betaling van één euro per minuut. En dat allemaal in Genk.
Nu ja, ’t is crisis. We kwamen in de eerste aflevering ook te weten dat zwartwerkers juridisch niet onverdedigbaar zijn – een staaltje van feelgood,neem ik aan. Danni Lowinski woonde samen met haar vader Roman Lowinski, een rolstoelgebruiker met stoflong, gespeeld door Michel Van Dousselaere, die in zijn heel eigen stijl, en na gebruikmaking van een inhalator, de boel bij elkaar schreeuwde, als zag hij doorlopend vreemde honden op zijn erf.
‘Danni Lowinski’ is ook gekenmerkt door humor waar ik niet om moet lachen. En voorts vond ik de cast nogal onevenwichtig, en dus erg ongelijk van talent, of getekend door een verleden in soaps en herinneringen aan ouderwets jeugdtheater.
’t Is niet omdat het productiebedrijf Sultan Sushi het voortreffelijke en ondergewaardeerde ‘Red Sonja’ mogelijk heeft gemaakt, dat we evenveel moeten verwachten van ‘Danni Lowinski’. Maar aangezien ik altijd wel meer van acteurs dan van journalisten zal houden, heb ik nog even geduld.