Tv-review: 'Gabbers' op Ned 3
Of ik niet eens naar zijn nieuwe cd van Thunderdome wou komen luisteren. Ik was tien en de twee jaar oudere buurjongen had duidelijk nog geen kaas gegeten van meisjes versieren.
Al intrigeerde de gabbercultuur me wel. Nu ja, intrigeren. Het afgeschoren haar, de Air Maxen, die spastische dansbewegingen waar menig epilepsieaanval een minderwaardigheidscomplex aan heeft overgehouden: het spreekt alleszins tot de verbeelding. Want wanneer verwordt een groep mensen tot een subcultuur? Waar staan ze voor? Hoe komt het dat de gabbers van toen ‘Gabber4Life’ nu nog steeds zonder een greintje ironie over de lippen krijgen?
De documentaire beloofde een antwoord te bieden op al deze existentiële vragen, en een uniek beeld te geven van de van oorsprong Nederlandse gabbercultuur. De begingeneriek – beelden van een hakkende gabber, verkapt door de stroboscoop, op de tonen Iggy Pops ‘Lust for Life’ – deed de hoop opflakkeren dat documentairemaker Willem van der Aar op een veilige afstand ging blijven van clichés en stereotypen.
Helaas pindakaas. Dertigers van nu blikten terug op hun gabberjaren van toen. Mensen die nu nog even gepassioneerd zijn door 'hun' muziek als in de prille jaren 90, dat is mooi om te zien. Passie is altijd mooi om zien. Het is tegelijk ook zo moeilijk uit te leggen. Waarom net gabberen? ‘Het was hartstikke leuk, natuurlijk!’ en ‘De bas doet je je zorgen vergeten’. Maar ‘hartstikke leuk’ en een vlucht van het leven maken toch nog geen subcultuur?
Wat blijkbaar ook hielp om zorgen te vergeten: speed, pillen en coke. Archiefbeelden toonden tieners met wijd opengesperde ogen en malende kauwgomkaken. Stuiterende botsballen in bonte trainingspakken. Eén stem beweerde dat hij geen drugs deed maar het cliché van snuivende ravers was tegen dan al lang bevestigd. Ook de uitweiding over die eerder genoemde trainingspakken, hielp niet om het stereotiepe denken tegen te gaan, integendeel.
Die archiefbeelden waren tegelijk ook de sterkte van de docu. Die overvolle dansarena’s als de Energiehal, Parkzicht of de Ahoy, met daarin duizenden mensen die samen de explosieve kracht van een kleine atoombom hadden: met open mond naar zitten kijken. Ook die flitsende tussenstukjes van hakkende gabbers die doorheen de documentaire waren gemonteerd, waren op zijn minst fascinerend te noemen. En bewonderenswaardig, want probeert u het maar eens.
De gabbercultuur trok in de loop der jaren steeds meer foute figuren aan, mensen die gabber begonnen te misbruiken voor politiek. Daar werd jammer genoeg niet verder op in gegaan. De commentaarstem slaagde erin elke neiging naar diepgang vakkundig kort te sluiten: ‘Politiek, dat was net wat we niet wilden: wij wilden gewoon uit de bol gaan, en helemaal niet nadenken.’ Tegen dat de documentaire op zijn laatste benen liep, associeerde ik de gabbercultuur meer met leeghoofdig gefeest dan ervoor. En dat was niet wat die documakers me beloofd hadden.
Ik twijfelen ook sterk aan de affiniteit van de makers voor het onderwerp. Niet dat je je onderwerp moet verafgoden, verre van, maar ‘Sorted for E’s & Wizz’ van Pulp onder après-ravetaferelen monteren, is wel érg cheecky:
“And this hollow feeling grows and grows and grows and grows
And you want to phone your mother and say
‘Mother, I can never come home again,
Cause I seem to have left an important part of my brain somewhere’ ”
Quote
"In de media werden we afgeschilderd als aan drugs verslaafde, kaalgeschoren mafkezen met idiote danspasjes in gekke trainingspakken. Nou ja, misschien was het ook wel zo."
Tweet
Gelukkig investeren wij de laatste tijd alleen nog in Vlaamse schlagers. Christoff4Life!