U2 (Sportpaleis)
Moet je U2 vergelijken met mindere goden, met het peloton, met de toppers van recentere generaties van wie geen enkele groep hun peil haalt? Dan was dit een schitterend concert. Of moet je U2 beoordelen volgens hun eigen hoge normen, en hun concert in Antwerpen toetsen aan hun vorige Belgische passages of hun beste liveopnamen? In dat geval was dit een wisselvallig concert en heb ik Bono en co. al vele keren veel beter gezien.
Ik heb me altijd afgezet tegen criticasters die Bono afdoen als een hypocriete miljonair die op vele manieren langs diverse kassa’s passeert en belastingen ontduikt dan wel vermijdt, en, bedwelmd door het aura van macht, iets te gretig aanschurkt tegen de paus en de president du moment. Ik heb me tegen die cynici afgezet omdat ik vind: Bono doet tenminste íéts, en die criticasters doen niets. Maar er is natuurlijk wel iets van aan.
'You can't return to where you never left'
Er waren behoorlijk wat storende factoren in Antwerpen. Details - mischien is het muggenziften - maar toch: het geblondeerde haar, de clichématige zwarte leren jas, die eeuwige zonnebril, de manier waarop de groep, zoals boksers in Las Vegas en foute dictators dat doen, de zaal betrad - een viermansparade die zich een weg leek te banen door de mensenmassa (als je de security even weg denkt). De goedkope stunts: met water gooien, water spuwen zelfs. Het feit dat ook de honderden plaatsen áchter het podium in de verkoop gegooid waren. Meestal blijven zulke plaatsen leeg, tenzij een groep echt tot op de allerlaatste stoel winst wil maken.
En dan was er de manier waarop Bono & co. ons een geweten wilden schoppen. Ben ik de enige die concerten bezoekt uit gezond escapisme, om even wég te zijn van het nieuws en het leed in de wereld? Waarom zouden wij Belgen dertig, vijftig jaar na de feiten om de oren geslagen moeten worden met het leed van de Ierse godsdienstoorlog? Wie zit er na een harde werkdag en uren in de file écht te wachten op beelden van bombardementen en oorlogszones? Als de vluchtelingen en asielzoekers dan toch zo welkom zijn, en Bono ons herhaaldelijk aanmaant dat Europa de keuze heeft tussen ‘een open hart of gesloten grenzen’, waarom vangt hij dan niet zélf een paar honderd vluchtelingen op, in zijn riante huizen in Dublin, in Londen, in Brighton, in New York en aan de Franse Rivièra? Plaats genoeg, zou ik denken. Ik vind Bono nog steeds de sympathiekste demagoog ter wereld, maar hij is wél een demagoog.
De harde waarheid is dat het heel, heel lang duurde voor het dak eraf ging. Eigenlijk pas bij de laatste drie songs: ‘Where the Streets Have No Name’, ‘Pride (In the Name of Love)’ en ‘With or Without You’. Eerder waren ‘I Will Follow’, ‘Elevation’, ‘Mysterious Ways’, ‘Bullet the Blue Sky’ en ‘Vertigo’ natuurlijk uitschieters. Maar vaak werden songs te lang gerokken, of werden klassiekers niet gespeeld en minder goeie, recentere en zeer oude songs wel. ‘The Miracle (of Joey Ramone)’, ‘The Electric Co’, ‘Raised by Wolves’, ‘Song for Someone’ (eerder en beter gezegd door The Smiths in ‘There Is a Light That Never Goes Out’)… Is het onredelijk om van een supergroep te verwachten dat ze (bijna) ál hun beste songs spelen? En is het onredelijk om te verwachten dat ze iets als ‘Sunday Bloody Sunday’ in de hyperpotente, originele versie spelen, en niet in een soort lofi semiakoestische demoversie?
De korte (korter dan elders) monologen van Bono waren dikwijls raak en soms ontroerend, maar haalden ook de vaart uit het concert. Hij wijdde uit over zijn straat Cedarwood Road (‘You can’t return to where you never left’), over z’n jeugd (‘Het uitzicht vanuit mijn slaapkamertje leek de hele wereld’), over z’n moeder (‘Iris stierf toen ik 14 was. Muziek is bijna groot genoeg om het gat te vullen dat haar heengaan in mijn hart sloeg’), over Dublin en Belfast (‘Er was te veel wij en zij. There is only us.’) Over ‘I Will Follow’ zei hij: ‘Songschrijvers zijn vaak de láátsten die beseffen en begrijpen waar hun song over gaat. Het heeft jaren geduurd voor ik besefte dat deze song over onvoorwaardelijke liefde gaat.’ Over z’n eerste song: ‘Ik probeerde indruk te maken op een meisje, Alison Stewart. Dat probeer ik nog steeds.’ (Bono en Ali zijn al honderd jaar een hecht koppel).
Ik begrijp dat het onbegonnen werk is om de ‘Achtung Baby’- en ‘Zooropa’-tournees te overtreffen. Niet alleen de techniek en de impact ervan, maar ook de kick van toen, de verrassing wegens nog nooit eerder vertoond. Maar nu waren er te veel gimmicks. Het is allemaal goed en wel om een zwevende loopbrug te maken en daar clips op te projecteren, maar dat baat niet als de songs middelmatig zijn. Het intermezzo waarbij Ellen uit Brussel het publiek mocht filmen en Bono beloofde dat die beelden ‘wereldwijd’ zouden worden uitgezonden, was charmant. Maar ik dacht dat de kern, de bestaansreden, de ziel en de kracht van een concert net was: hier en nu. Het gebeurt hier en nu! Live! Wat leveren al die pauzes en projecties en links met de sociale media op? En Bono aan de piano? Sorry, maar ik zit er niet op te wachten. En als je je publiek de volle zes minuten (en da’s verdomd lang midden in een concert) laat wachten terwijl je een bandopname laat horen en op een fake Berlijnse Muur onzinnige slogans projecteert, dan moet wat je daarna brengt wel fenomenaal zijn. Onzinnige slogans, ja. ‘Everything you know is wrong’. Nee, dat is het niét. ‘Evolution is over’. Neen, ook dat is onzin, de evolutie stopt nooit. Enzovoort.
Nee, sorry, maar van een supergroep verwacht ik een superset met de allerbeste versies van hun allerallerbeste songs. Geen enkele minuut van dit concert was benedenmaats, en elk afzonderlijk wegen mijn minieme bezwaren niet zo door. Maar alles samen was het te veel en te weinig.
De liefde tussen België (‘A small but perfectly formed country’) en U2 uit Ierland (‘Also a small but perfectly formed country - that’s why we get along so well.’) is nog niet bekoeld. Maar toch: we verdienden beter. Waarom dan toch het maximum van vier sterren? ’t Is wel U2, hè, mannen, op hun beste momenten spelen ze nog steeds iedereen naar huis.