Uit de platenkast van Mauro: '‘Colonialist Nature And Misanthrophy’ van Prurient'
Elke week diept Mauro één plaat uit zijn uitgebreide verzameling op. Deze week: ‘Colonialist Nature And Misanthrophy’ (2007) van Prurient
Het zou een typische kwelling kunnen zijn uit één of andere mythologische onderwereld: dat alle concrete geluiden vervangen zijn door een melodietje. Een krakende traptrede. Do, mi, sol, fa! Een kokhalzende bejaarde. Mi, fa, mi! Motregen. Fa, si, re! Inademen. Do, do, fa, sol! Anthony Kiedis. La, fa, fa! Helaas staat dit idee niet zo gek ver van de sowieso al pesterige werkelijkheid. Zowat 99,999 procent van alle muziek is melodieus. Zo voelt het tenminste aan. Ware terreur, zeg ik je. Na bewustwordingscampagnes rond vlees of vliegreizen wordt het hoog tijd om de melodie eens aan te pakken. Zie het als een achterhaalde gewoonte die zijn tijd heeft gehad. Zoals gedwongen kindhuwelijken of kattenverering. Nochtans is het alternatief vrij beschikbaar, breder van spectrum, minder manipulatief en dichter bij de ongerepte natuur. Ik heb het over de Engelse verzamelnaam van lawaai, geluid en ruis: noise. Noise is er altijd al geweest en zal blijven bestaan. Bij het einde van het heelal zal noise de soundtrack voorzien. Niet Wagner, Tiësto of een beiaardier. Noise heeft zelfs zijn eigen rock-’n-rollvariant. Het heet noise. Dominick Fernow aka Prurient was begin 2000 één van de interessantere muzikanten in het genre. Het was een opwindende tijd voor noise, met een nieuwe generatie experimentalisten. Waaronder Fernow met zijn spectaculair intense performances, die soms maar enkele minuten duurden. Hij zou het journaal perfect kunnen voorzien van een eerlijkere begintune. Eentje met de boodschap: ‘Goedenavond, verdoemde kijkers.’ Wij zijn geen melodie maar noise. Aanvaard het maar.