Uit de platenkast van Mauro: 'Mauro Pawlowski'
Elke week diept Mauro één plaat uit zijn uitgebreide verzameling op. Deze week : ‘Kill City’ (1977) van Iggy Pop en James Williamson.
Aan de ene kant heb je popgoden als Prince, Bowie en Madonna, voor wie het een fulltimejob is (of was) om zichzelf op prikkelende en provocatieve wijze uit te vergroten. Wat we te horen en zien krijgen, is een gecorrigeerde versie van henzelf. En da’s mooi zo. Aan de andere kant zijn er de popgoden die ons naakt en stinkend tegemoet treden, als kwetsbare giganten. Misschien omdat ze niet anders kunnen? Lou Reed. James Brown. Amy Winehouse. Of onze ultieme rockgod: Iggy Pop. Hij is dé man – nog steeds. De Mick Jagger zonder marketing-brevet. De Anthony Kiedis zonder Anthony Kiedis.
Toen het met The Stooges helemaal over en uit was, en sir Pop van zichzelf afkickte in een psychiatrische instelling, kwam hij af en toe weleens buiten om toch wat muziek te maken, godzijdank. Met de hulp van ex-Stooges gitarist James Williamson nam hij een aantal demo’s op die na wat extra geplooi en gesleutel resulteerden in ‘Kill City’: één van de beste, meest soulvolle, glorieus onaffe rockplaten ooit, en een plaat die niemand echt is opgevallen. Omdat Iggy Pop toen de persoon was die hij was en omdat de rest van de wereldbevolking toen idioten waren. ‘With any luck I’m sure you will soon rise from slut to prostitute’, zingt hij op het wonderschone ‘Sell Your Love’. En alleen hij kan het zo vals verleidelijk laten klinken. Zelfdenigrerend én snerend naar u daar, klootzak van een luisteraar. ‘Kill City’: naar het schijnt noemen de massaal ondergedoken marsmannetjes onze planeet zo.
undefined