Uit de platenkast van Mauro: ‘Psonic Psunspot’ van The Dukes of Stratosphea
Elke week diept Mauro één plaat uit zijn uitgebreide verzameling op. Deze week: ‘Psonic Psunspot’ (1987) van The Dukes of Stratosphear.
Iedereen weet dat Britten allesbehalve lachen met het begrip humor. Being silly wordt er zeer ernstig genomen. Waarvoor hulde. Het verschil tussen een geslaagde onnozeliteit en de totale afgang kan in pakweg Duitsland of Spanje misschien niet zo opvallen, maar in Groot-Brittannië blijft het óf staande ovatie, óf met een enorme katapult de stadsmuur over geschoten worden. De volksaard zal er wel voor iets tussen zitten, maar toch, hoe lappen ze het telkens weer? ‘Yellow Submarine’, ‘House of Fun’, ‘Girlfriend in a Coma’, ‘Out of Space’, ‘Bohemian Rapsody’: enkel Britse bands slagen erin daarmee foutloos uit te pakken. De rest van de wereld zou met krek dezelfde gekkigheden ongetwijfeld een subtiele nuance of honderd over het hoofd zien en alleen maar fronsende blikken oogsten. Tenzij dat net de bedoeling was, waar ik niet zeker van ben.
100 procent Brits en uiterst gesofisticeerd silly was ook XTC, aka de Swindon Beatles, naar hun provinciestad van herkomst, ergens tussen Londen en Bristol. Hoofdman Andy Partridge is het hoogbegaafde probleemkind uit samengesteld DNA van Ray Davies en Nero’s zoon Adhemar, aangelegd met een mespuntje postpunk. Tja, iemand moest het vroeg of laat worden. XTC nam ook twee platen op als The Dukes of Stratosphear, die tot hun allerbeste werk behoren. Vermomd als obscure psychedelische band, met aliassen als Lord Cornelius Plum en E.I.E.I. Owen, bleken ze zelfs meer te verkopen dan XTC. ‘Psonic Psunspot’ is een masterclass in pastiches en uiteraard zo Brits als Thomas de Trein. Bloody marvellous, sir!