Urbanus: 'Veel mensen vinden mij tegenwoordig politiek incorrect – dan is het plezant om dat nog wat meer op de spits te drijven'
Hij is achtenzestig en achterdochtig. ‘Een interview met de Humo? Ik ken dat. Een uur lang een tof gesprek, twee korte vragen over politiek en uiteindelijk blijkt dat drie vierde van het stuk daarover gaat en dat ik weer eens een rechtse zak ben.’ Gelukkig zitten we niet om gespreksonderwerpen verlegen. Urbanus viert een nieuwe theatertournee (‘Trecto Pnix’), een dertigste verjaardag (van ‘Hector’), een nieuwe roeping (gangsta rapper) én een nieuwe plaat: ‘De legende’.
HUMO ‘De legende’?
Urbanus «Als de mensen dat lezen, denken ze vanzelf: ‘Vindt dienen Urbanus nu echt van zichzelf dat hij een legende is?’ Ik vind het leuk om daarmee te spelen. Natalia heeft een cd met de titel ‘Wise Girl’, ik wou iets dat even gelogen klonk (lacht).»
HUMO Ik wil je niet beledigen, maar: is de hoes van ‘De legende’ met opzet zo knullig bij elkaar gefotoshopt?
Urbanus (lacht) «Maar natuurlijk! Ik daag de mensen uit met de titel, maar ik wil ook duidelijk maken dat het maar om te lachen is. Ik doe dat fotoshoppen zelf. Allee, ik geef de elementen aan, en mijn dochter zet het ineen. Ge hebt nu net haar toekomst als graphic designer om zeep geholpen, merci.»
HUMO Kúnnen de mensen jou eigenlijk nog beledigen? Je lacht al veertig jaar met jezelf.
Urbanus (onmiddellijk) «Toen ik geboren werd, stond er zoveel eczema op mijn gezicht dat mijn ouders dachten dat ze een hagedis hadden gekocht.
»Als andere mensen me op een slimme manier beledigen, kan ik er zelfs van genieten. Ik stond met Guy Mortier ooit op één of andere Pop Poll. Ik weet niet meer wanneer, maar het moet lang geleden zijn, want ik had nog geen kinderen. Kwam er ineens een bloedmooi meisje voorbij. Ze was amper 13 jaar of zo, maar al een kop groter dan ik en véél te aantrekkelijk voor haar leeftijd. Ze wou een handtekening. Achteraf zei ik al zwanzend tegen Guy: ‘Ja jong, wat ik hier nu gevoeld heb! Dat kan niet gezond zijn. Als ik zelf ooit kinderen heb, da’s incest verzekerd!’ Waarop Guy, nog geen halve seconde later: ‘Wees gerust: als uw kinderen een béétje op u lijken, gaat ge d’r vanzelf afblijven.’ (Lacht hard) Ik vond dat geniaal.»
HUMO Jezelf uitlachen is ook slim: het neemt critici de wind uit de zeilen. Is dat waarom je nieuwe show ‘Trecto Pnix’ heet?
Urbanus «Maar nee. Als ze mij willen pakken, schrijven ze toch gewoon: ‘Trekt inderdaad op niks.’
»Ik heb mezelf wel iets aangedaan met die titel. Ik tour straks ook door Nederland; hoe moet ik het daar noemen? ‘Lij Ktnergen Sop’? Dat ik mijn shows een titel geef, is trouwens iets wat ik in Nederland heb geleerd. Jaren geleden was ik daar eens gaan optreden, en drie maanden later zei de organisator: ‘Kom je nog eens terug? Veel mensen hebben de eerste keer geen kaartje kunnen kopen.’ Ik kom terug, en al na twee minuten merk ik dat de zaal vol mensen zit die er de eerste keer ook al waren. Ze dachten dat ik in drie maanden een volledig nieuwe show had geschreven (lacht). En dus riepen ze voortdurend, teleurgesteld: ‘Maar die mop kénnen we al!’ Als een show een titel heeft, weten de mensen tenminste wat ze kunnen verwachten.»
HUMO De laatste jaren word je vaak omringd door rockers die jouw zonen hadden kunnen zijn: de Fanfaar, die nu je plaat hebben ingespeeld, en zich na hun uren Fleddy Melculy noemen.
Urbanus «Je zal me niet geloven, maar dat die mannen met mij willen samenwerken, heeft mij voor de eerste keer het gevoel gegeven dat Onze-Lieven-Heer aan mijn kant staat. Het zijn toffe mannen, en ze hebben talent. En via hen ben ik een paar jaar geleden op festivals terechtgekomen. Vroeger wou ik in de zomer nooit optreden. Ik dacht: dan kom je terecht in van die lawaaierige tenten aan de kust of in Oberbayern-toestanden. Maar het was echt plezant.»
HUMO Ik heb bij hun frontman, Jeroen Camerlynck, gepolst of hij een vraag voor je had. Hij zei: ‘Vraag eens aan Urbanus wat zijn favoriete Belgische heavymetalgroep is. Hij mag kiezen tussen a) Fleddy Melculy, b) Fleddy Melculy, c) Het antwoord is niet gegeven.’
Urbanus (lacht) «Ja, maar: zo is het gemakkelijk. Ik kén geen andere metalgroepen! Nee, de meeste heavymetalbands brullen iets in het Amerikaans waar je geen hol van verstaat, bij Fleddy Melculy brullen ze tenminste iets in het Nederlands waar je geen hol van verstaat (lacht). En het is een fascinerend genre: waar anders slagen ze erin het woord ‘deur’ op ‘ananas’ te laten rijmen?»
Politiek incorrect
HUMO Eén van je nieuwe songs is ‘De krekel en de mier’. In wie van de twee herken je jezelf het meest?
Urbanus «In allebei, denk ik. Ik werk hard, en ik probeer er tussendoor ook van te genieten. In het begin van deze eeuw heb ik eens meer dan tien jaar niet opgetreden. In die tijd heb ik, naast mijn werk aan de Urbanus-strips, nog wel drie andere stripreeksen gelanceerd, én ik ben twee jaar bezig geweest met het scenario van een langspeelfilm die er nooit is gekomen. Ik heb toen hárd gewerkt. Ik ben al van mijn 15de hard aan het werken, maar in die periode moest ik in een paar interviews lezen dat ik de grootste tamzak van Vlaanderen was: da’s niet plezant.»
HUMO Waarom is die film nooit opgenomen?
Urbanus «Geen budget. De potentiële sponsors dachten: ‘Wie gaat er nu nog naar Urbanus kijken?’
»Voor ‘De krekel en de mier’ moest ik denken aan iets wat Karel Van Eetvelt van Unizo eens heeft gezegd: ‘In een samenleving met meer krekels dan mieren is er altijd wel een meerderheid die vindt dat de mieren nog wat harder moeten werken en nog wat meer moeten afgeven’ (lacht). Ik vond dat een toffe uitspraak. Het is politiek incorrect om zoiets te zeggen, maar veel mensen vinden mij tegenwoordig sowieso al politiek incorrect – dan is het plezant om dat nog wat meer op de spits te drijven.»
HUMO In ’92 zei je: ‘Soms betreur ik het dat ik de wereld doorheb: naïeve mensen zijn meestal gelukkiger.’ Je bent nu vijfentwintig jaar ouder. Wil dat dan zeggen: nog wijzer en nog ongelukkiger?
Urbanus «Neenee. Geluk is voor mij nu: overdag alle herrie van de wereld trotseren, ’s avonds kokenetentje spelen met vrouw en gezin, en daarna in de hof nog eens op den hond gaan wrijven.»
HUMO Op ‘De legende’ barsten je personages opvallend vaak in tranen uit.
Urbanus «Er staan veel gevoelige liedjes op ‘De legende’. Maar ik heb dat zelf ook maar achteraf vastgesteld. Het was vooraf geen plan.
»Ik herken mezelf nog altijd in die oude uitspraak van Kamagurka: ‘Ik word al stoned van een appel’ (lacht). Ik lach veel en voortdurend, en nog het meest van al met mezelf.»
undefined
'Mijn succes is sterk afhankelijk van het geheugenverlies van mijn publiek'
HUMO De toon wordt gezet in het openingsnummer: ‘Annie zingt een liedje’.
Urbanus «Mijn jongste dochter was 13 toen ik een artikel las over de meisjes die door Boko Haram werden ontvoerd. Hoe ze daar besneden werden. En wat ze daar allemaal wel en niet mochten doen. Stel je voor dat jij een dochtertje hebt dat wil lachen en zingen, maar terechtkomt in een systeem waar dat helemaal niet mag. Ze verbieden meisjes daar zelfs om te studeren. Ze beletten hen dus om zich te ontwikkelen en op te klimmen in de samenleving. Dat is toch het summum van discriminatie? Ik kan dat echt niet verdragen, zulke toestanden.
»Wees eens eerlijk: moeten wij nu echt verdraagzaam zijn voor zulke onverdraagzaamheid? Volgens de politiek correcten blijkbaar wel, want in De Standaard werd ik door dat nummer helemaal afgekraakt. Alsof ik godverdomme propaganda sta te maken voor het Vlaams Belang! Dat is mijn bedoeling helemaal niet: in het liedje zelf heb ik het niet eens over Afrika. Het gaat me om onrechtvaardigheid, waar die zich ook afspeelt. Maar omdat ik Bart De Wever eens een hand heb gegeven, lig ik automatisch in de verkeerde schuif bij sommige mensen. Waardoor er niet meer geluisterd wordt naar wát ik zeg. De mensen geloven mij niet, en ik trek me dat best aan.»
HUMO Gek, want tegelijk straal je al veertig jaar iets uit van ‘Laat mij allemaal gerust en blaas mijn zak op’.
Urbanus (haalt z’n schouders op) «Ik trek me dat heel erg aan, ik weet ook niet waarom. Ik ben blij dat ik niet op Twitter of Facebook zit. Als iemand iets zou schrijven waar ik het niet mee eens was, zou ik – voor ik het wist – een uur zitten tikken om dat recht te zetten. Ik wil geen slaaf van de technologie zijn, dus ik hou me er liever buiten. Misschien ben ik ondertussen al zeventien keer met de dood bedreigd zonder dat ik het weet, en denken de mensen: ‘Die blijft er koelbloedig onder. A zo nen heldhaftigen!’ (lacht)»
HUMO Heb je de indruk dat je gevoel voor humor de voorbije decennia met je méé is gerijpt?
Urbanus «Ik zeg al lang: als iemand op een dag zegt dat ik milder ben geworden, krijgt hij een shot tegen zijn milt (lacht).»
HUMO Een goede boutade, maar je kijkt nu anders naar de wereld dan toen je 30 was: het is logisch dat je er ook andere grappen over maakt.
Urbanus «Misschien. Ik ben soms wel bang dat ik te zeemzoeterig word. Daarom zet ik op iedere plaat een crapuulachtig nummer. Op ‘De legende’ is dat ‘Ugly Blind Eurbie’, over mijn poging om een gangsta rapper te worden (lacht). Daardoor doe ik dingen die tegen mijn natuur in gaan. Ik knal iemand neer, sla een ander op zijn bakkes en bespring een vrouw, die dan een flik blijkt te zijn. Het is de Louis de Funès-truc: een grote muil opzetten maar toch altijd de sigaar zijn. John Cleese doet dat ook.
»Ze zeggen soms: oude mensen zagen. Oké, maar daar is een réden voor. Ons plafond is de vloer van onze kinderen, hè. Jonge mensen die nu een auto kopen, vinden het misschien niet leuk om elke dag vast te zitten op de ring rond Brussel, maar tegelijk hebben ze nooit iets anders geweten. Ik heb de tijd nog gekend dat je daar wél vlot door kon rijden: ik heb dus een evolutie ten kwade gezien, en heb dus meer réden om te zagen.»
Visuele gags
HUMO Blijven verrassen: is dat de grootste uitdaging voor een comedian? Je wilt vermijden dat de mensen denken ‘We kénnen hem nu wel’.
Urbanus «Ik denk dat ik al mijn geheimen al honderd keer heb prijsgegeven. Ik zeg vaak: ‘Mijn succes is sterk afhankelijk van het geheugenverlies van mijn publiek’ (lacht).»
HUMO Noem eens een kant, of een hobby, die de mensen van jou niet kennen?
Urbanus «Als ik mijn hoofd wil stilzetten, speel ik ‘Petconnect’, een stom kinderspelletje op de computer. Ik móét dat doen, anders word ik te intelligent.»
undefined
undefined
'Ik lach veel en voortdurend, en nog het meest van al met mezelf.'
HUMO In je eindejaarsvraagjes in Humo verzuchtte je ooit: ‘De technologie schiet ons langs alle kanten voorbij. Nog even en je washandje zet zelf beelden op het internet als je je gat aan het wassen bent.’
Urbanus (lacht hard) «Die grap was ik al vergeten. Ik kan er weleens mee lachen dat het allemaal zo snel gaat, maar natuurlijk is een gsm fantastisch. Jezus kon destijds al het één en ander, maar nu kunnen wij met onze gsm van hieruit een bom laten ontploffen in Californië. Met dat soort truken hadden wij ook gescoord in de tijd van zandbakken en sandalen.
»Wie in mijn tijd op een thé dansant een meisje ging halen om te dansen en afgewezen werd, wist dat hij de volgende zes maanden zou worden uitgelachen. En een meisje dat te snel meeging met een jongen, was een vuile tafelhoer. Er zijn veel mooie liefdes de mist ingegaan omdat mensen de confrontatie niet aandurfden. Dan lijkt het me met de moderne communicatie gemakkelijker. (Bedenkt zich) Hoewel: kinderen voelen hun liefdesverdriet nu natuurlijk even hard als vroeger. En nu worden ze ook nog digitaal gepest.»
HUMO Heb je ooit grappen uitgehaald waar je nu spijt van hebt?
Urbanus «In één van mijn eerste shows had ik een act waarbij ik met een flosj aan een lange vislijn boven het publiek zat te zwaaien. Als er aan de flosj getrokken werd, viel er een kilo zelfrijzende bloem uit een pot naar beneden. Meestal in iemand zijn nek, tot grote hilariteit van de zaal. Op een keer viel de bloem op een mentaal gehandicapt jongetje met een grote bril. Hij was in slaap gevallen, en die kilo bloem viel niet alleen vlak op zijn hoofd, maar ook achter zijn brillenglazen. Die jongen schoot in paniek wakker en zag enkel wit voor zijn ogen. Eerst schoot het publiek in de lach, maar de sfeer keerde snel. Om mij te excuseren heb ik toen ook een paar handvolletjes bloem in mijn eigen ogen gewreven. Nadien heb ik donsveertjes uit die pot laten vallen.»
HUMO Ondertussen ben je de godfather van de Vlaamse stand-up. Waarin verschil je van de generaties die je beïnvloed hebt?
Urbanus «Veel van mijn collega’s vullen het eerste kwartier van hun show door te praten met het publiek: ‘Van waar zijt gij? En gij? En gij? Van Dendermonde? Allee gij...’ Ik heb dan goesting om te roepen: ‘Wij zijn niet gekomen om de adressen te weten van het volk op de eerste en de tweede rij!’ Ik wil meteen achterovergeslagen worden met goede vondsten.
»Verder besteden de meeste collega’s weinig tijd aan visuele gags, terwijl ik daar al veertig jaar mijn shows rond opbouw. Ik begin de laatste tijd wel te denken dat ze gelijk hebben. Wanneer mensen foto’s of filmpjes van de show online zetten, verraden ze daarmee steeds vaker mijn visuele clous, waardoor de verrassing eraf is voor de bezoekers van latere optredens.»
HUMO Geldt dat ook niet voor verbale grappen?
Urbanus «Soms. Mark Coenegracht van Het Laatste Nieuws heeft mij dat eens gelapt. In 2012 trad ik vier keer na elkaar op in het Sportpaleis. De dag na de eerste show gaf Coenegracht in een stuk ‘de twintig beste oneliners van Urbanus’ weg. (Geërgerd) Ja maar, jongens! Dat wou dus zeggen dat ik in mijn shows daarna eigenlijk drie keer Het Laatste Nieuws heb moeten voorlezen. Een Hollandse cabaretier zei mij dat als een journalist dat in Nederland zou doen, hij met zijn kloten aan de eerste de beste paal werd genageld (lacht). Enfin, dat is intussen bijgelegd hoor.
»Dat doet mij eraan denken... Vroeger werd je in de Brusselse bioscopen naar je zeteltje geleid door een hostess met een zaklamp. Als je haar geen fooi gaf, verklapte ze je de clou vóór de film begon: C’ était le butler. (lacht).»
HUMO Stan Van Samang zegt dat optreden voor een grote massa volk hem vaak een onwillekeurige erectie bezorgt. Hoe reageert jóúw lichaam op aandacht?
Urbanus «Net voor een belangrijke show krijg ik altijd een verkoudheid. In het Sportpaleis stond ik op het podium met vijf Dafalgans en zeven Red Bulls in mijn lijf.»
Nog choco!
HUMO Vorige week liep je, voor de eerste try-outs van je nieuwe show, een paar dagen heel zenuwachtig rond.
Urbanus «Welja. We spreken over drie uur volledig nieuw materiaal, hè. Dat staat nog niet op mijn harde schijf. Halverwege mijn tweede try-out besefte ik trouwens dat ik een hele lap moppen was vergeten (lachje). Het voordeel is dat het publiek niet wist wat er eigenlijk had moeten komen.
»Ik ken zoveel artiesten die, om de zenuwen onder controle te houden, zich vooraf halfzat drinken. Ik snap dat niet: ik durf nog geen half pintje te drinken. Ik eet vooraf zelfs niets, anders komt er altijd wel een luchtbel op een ongelegen moment naar boven.»
HUMO Ben je een controlefreak?
Urbanus «Natuurlijk. Ik probeer altijd alle touwtjes in handen te houden, dan hoef ik achteraf niet te klagen over wat een ander verkeerd heeft gedaan. Maar dat lukt niet altijd. Vroeger, toen de BRT nog de enige televisiezender ter wereld was, heb ik veel aanvaringen gehad met producers en floormanagers, die het anders wilden aanpakken dan ik. ‘We gaan dat zo en zo filmen.’ – ‘Maar neen, dan is mijn grap om zeep!’ – ‘Manneke, gij moet mij niet zeggen hoe ik televisie moet maken. Ik werk hier al vijftien jaar.’ – ‘Ja maar, vijftien jaar slécht!’ Eén keer heb ik tegen zo’n productiegast gezegd: ‘Slechts onder één voorwaarde wil ik het doen zoals jij het voorstelt. Als tijdens mijn act uwe foto de hele tijd in beeld hangt, met het onderschrift: ‘Deze mens heeft tegen mij gezegd dat ik het zo moest doen’’ (lacht). Ik heb in Humo eens een compleet gefrustreerd interview gegeven over de onkunde waar ik mee te maken kreeg. De week erna stond er een lezersbrief in: ‘Nu steekt hij het nog op de andere mensen ook’ (lacht). Maar het is zo! Ik ben altijd al een perveksionift geweest.»
undefined
'Het valt me op dat de dagen, weken, maanden almaar sneller voorbijvliegen. Het kan ook zijn dat ik trager geworden ben'
HUMO Nog één keer over alcohol: Maes Pils was de officiële sponsor van ‘Hector’, maar zelf drink je amper.
Urbanus «Bijna nooit. Heel af en toe, na een optreden. Dan voel ik me meestal als een holle kelder en kan een whisky’tje smaken. Eén. Een kleintje. Met veel ijs erin.
»Ik had er geen problemen mee dat Maes sponsorde. Er zaten veel koersscènes in ‘Hector’. Er moesten dus reclamepanelen langs de kant van de weg staan, en we konden moeilijk nieuwe merken gaan uitvinden. Ze wilden wel eerst dat ik, in die scène in het café, geen gigantisch glas chocomelk zou drinken maar een grote pint Maes. Dat wou ik niet, maar ter compensatie heb ik Marcske Van Eeghem, in die scène waarin hij in het atelier aan het trainen is, een Grimbergen in zijn nek gegoten (lacht).
»Die ‘Nog choco!’-scène is blijven hangen. Naar het schijnt heeft Cécémel zijn verkoopscijfers daarna gigantisch de hoogte in zien gaan, terwijl zij ons níét gesponsord hadden (lacht).»
HUMO Bestaat er ondertussen geen bier met jouw naam op het etiket?
Urbanus «Nee! Een brouwer is me dat eens komen vragen, maar ik wou dat niet. Om te beginnen bestaat er al een Duitse brouwerij die Urbanus heet – die hadden dat nooit toegestaan. Anderzijds wil ik het niet geweten hebben dat er zich ene zat drinkt met Urbanus-bier en dan tegen een boom rijdt.
»Ze hebben het dan Cesar-bier genoemd, en dat past: Cesar is in mijn strips de zatlap van dienst.»
undefined
undefined
'Ik probeer altijd alle touwtjes in handen te houden, dan hoef ik achteraf niet te klagen over wat een ander verkeerd heeft gedaan.'
HUMO In oktober is het dertig jaar geleden dat ‘Hector’ in de bioscoopzalen kwam. Wat besef je nu beter dan toen, omdat je er te dicht met je neus op zat?
Urbanus «Dat we belachelijk veel lef hadden, Stijn Coninx en ik. We waren nog filmmaagden, hè. Het was mijn eerste film. En Stijn had al een paar keer assistent gespeeld op een filmset, maar nog nooit zelf geregisseerd. Maar we zijn erin gevlogen met het idee: ‘We gaan de cinema hier eens opnieuw uitvinden’ (lacht).
»Frank Aendenboom , Stijn en ik zijn nog naar Parijs getrokken om Sylvia Kristel te vragen of ze in onze film wou meespelen. We hadden het scenario meegenomen, en we wilden vooral testen of ze de ‘bedscène’ zag zitten. Hilarisch! Ik, de platte boerenpineut, moest Kristel – door de ‘Emmanuelle’-films toen toch een heel serieuze madame – vragen of ze het wel kon, een goeie bedscène (lacht).
»Sylvia was toen natuurlijk het lief van Hugo Claus. Zo zijn we tot bij haar geraakt, want Stijn kende Hugo nog van de opnames van ‘De Leeuw van Vlaanderen’, overigens een onwaarschijnlijke draak van een film.
»Het is niet doorgegaan omdat Sylvia toen blijkbaar gigantisch aan de drank en de drugs zat. Claus zei ons persoonlijk: ‘Sylvia wil het heel graag doen, maar ik ben er niet gerust in. Het zal moeilijk zijn om met haar te werken, als ze al komt opdagen.’ Uiteindelijk heeft de Nederlandse actrice Sylvia Millecam de rol van Ella Mattheusen gespeeld, en zij heeft dat perfect gedaan.»
HUMO Heeft iemand toen...
Urbanus (onderbreekt) «Beide Sylvia’s zijn er ondertussen niet meer, hè. (Ernstig) Doeme toch, al die mensen rond mij die sterven... Sylvia Millecam aan borstkanker. Ze wou geen chemo, want ze had gezien hoe haar vader daarmee in de meest afgrijselijke, barbaarse omstandigheden had afgezien. Dus was ze te rade gegaan bij een natuurgenezeres. ‘Maar nee, ge beeldt u dat in. Ge hebt gij helemaal geen kanker!’ En toen ze in het ziekenhuis terechtkwam, was alles zo erg uitgezaaid dat er niets meer aan te doen was. Dat heeft nog tot een proces geleid...»
HUMO Heb jij...
Urbanus (plots) «Ik denk ineens aan iets! Wij zijn met de ploeg van ‘Hector’ aan een gigantische catastrofe ontsnapt! Herinner je je dat weeshuis? In het script stond: ‘Nu komen alle weeskinderen kijken aan het raam, terwijl Hector in de lijkwagen geschoven wordt.’ De cameraman had voor die scène gevraagd om de vensters open te zetten – omdat de zon anders te veel reflecteerde op het glas. Toen de kindjes elkaar aan het verdringen waren om door de ramen naar buiten te kunnen kijken, gingen ze dus met z’n allen tegen de tralies voor die vensters leunen. Maar die tralies waren geen echte tralies, dat waren houten latwerkjes en in metaalkleur gespoten plastieken buisjes, die bovendien nooit deftig waren vastgemaakt. Het heeft écht niet veel gescheeld of ze waren daar met vijf tegelijk naar beneden gestort, van de derde en vierde verdieping. Man, je mag daar niet aan denken! Ik word er nog altijd bijna zot van. Mijn carrière was natuurlijk ook om zeep geweest. Een humoristische film maken en achteraf tien kindjes moeten begraven: leg dat maar eens uit.»
HUMO Nog twee jaar en je bent 70. Merk je dat je vaker nadenkt over je eigen sterfelijkheid?
Urbanus «Ik hoef daar niet over na te denken, ik ben me daar altijd van bewust geweest. Het valt me wel op dat de dagen, weken, maanden almaar sneller voorbijvliegen. Het kan ook zijn dat ik trager geworden ben.»
HUMO Wat mag er op je grafsteen?
Urbanus «‘Hier rust Jacques Vermeire’.»
undefined
Urbanus’ zaalshow ‘Trecto Pnix’ is dit seizoen te zien in de cultuurcentra.
‘De legende’ verschijnt op 22 september bij Universal.